H2 par. 4 Het Lötschental

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Week 2	week 3	week 4	week 5
les 1: 2.4 Les 2: 2.4	les 1: Herhalen par. 1 en 2 + SO bespreken Les 2: Herhalen par. 3 en 4	Les 1: Start H4.1 Les 2: 4.1	Les 1: 4.2 Les 2: Toets H2

Planning aankomende weken

Leerdoel paragraaf 3

• Wat een hooggebergte is.
• Welke hoogtegordels er zijn in de bergen.
• Wat het verband is tussen bevolkingsdichtheid en reliëf.
• Wat het verband is tussen toerisme en bereikbaarheid in de bergen.

Het Lötschental - bergdal in Zwitserland

De Alpen

De Alpen is het grootste berggebied van Europa.

• Hooggebergte
•  Mont Blanc 4.810 m 
  

Gebergte met toppen hoger dan 1500 meter.

Wat zie je?

Kan je dit verklaren?

Het dal

•  Ingericht door mensen: Cultuurlandschap
• Hoog in de bergen Natuurlandschap

het Lötschental

• Het Lötschental is een gebied met veel hoogteverschillen: reliëf 
  

• en aan het einde
  

    een gletsjer

Vroeger en nu

Vroeger:

  vee ‘s zomers naar de alpenweiden

Tegenwoordig:

• betere bereikbaarheid
• toerisme of werk buiten het gebied 
•     andere inrichting van het gebied
  

Dubbelseizoen: toerisme in de zomer én de winter

Aan de slag:

Wat?	§2.4 Lees: 2.4 op blz. 30 en 31 in je LB. Maken opdracht: 1, 3 en 4 blz. 33
Hoe?	Eerste 10 minuten werk je zelfstandig, hierna meg je samen werken.
Waar?	Werkboek blz. 33
Hulp?	- Theorie: lees de tekst eerst door! - Atlas - Docent
Klaar?	Noteer in je schrift de begrippen met de betekenis
Niet af?	Huiswerk voor volgende les

Oefenen met de leerstof

Hoe hoog is de hoogste berg
van de Alpen?

1. 750 meter
2. 1950 meter
3. 2790 meter
4. 4810 meter

Hoe hoger ...

1. hoe kouder het wordt
2. hoe warmer het wordt

De meeste mensen wonen in ...

1. in het dal
2. in de bergen

Welk reliëf hoort bij de Alpen?

1. laagland
2. heuvelland
3. middelgebergte
4. hooggebergte

Is dit een natuur- of cultuurlandschap?

Wat zie je op de foto? Natuur of cultuurlandschap

1. natuurlandschap
2. cultuurlandschap

Leerdoel paragraaf 3

• Wat een hooggebergte is.
• Welke hoogtegordels er zijn in de bergen.
• Wat het verband is tussen bevolkingsdichtheid en reliëf.
• Wat het verband is tussen toerisme en bereikbaarheid in de bergen.

Hoogtegordels B51 = plantengroeizones

Hoogte - temperatuur - vegetatie

Belangrijke regel!

Per 1000 meter stijgen = daalt de temperatuur met 6 graden Celsius  

Bijv. Het dal = 20 graden en ligt op 0 meter, je loopt 3000 meter de berg op. Dan is het daar 3 x 6 graden kouder =  2 graden Celsius.

Kan je beschrijven wat je ziet?

Smeltende Gletsjer

• Lötschental

• Elk jaar veel sneeuw.
• maar: in de zomer smelt meer sneeuw  dan er in de winter bij valt.

• Langgletscher trekt zich terug

Aan de slag:

Wat?	§2.4 Lees: 2.4 op blz. 30 en 31 in je LB. Maken opdracht: 2, 5 en 7 op blz. 33 en 34
Hoe?	Eerste 10 minuten werk je zelfstandig, hierna meg je samen werken.
Waar?	Werkboek
Hulp?	- Theorie: lees de tekst eerst door! - Atlas - Docent
Klaar?	Noteer in je schrift de begrippen met de betekenis
Niet af?	Huiswerk voor volgende les

Oefenen met de leerstof