Ontdekking van Goniometrische Functies

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 2

Welkom bij wiskunde! 

De les begint bijna... ben je er klaar voor?

• Wiskundespullen op tafel.
• Laptop:

 

- geluid uit

- inloggen bij LessonUp 

Ontdekking van Goniometrische Functies

Leerdoel

Aan het einde van de les zullen jullie begrijpen wat goniometrische functies zijn en hoe ze worden toegepast.

Wat weet je al over goniometrische functies?

Wat zijn goniometrische functies?

Goniometrische functies zijn wiskundige functies die de relatie tussen de hoeken van een driehoek en de lengtes van de zijden beschrijven. De meest gebruikte goniometrische functies zijn: sinus (sin) cosinus (cos) tangens (tan of tg) cotangens (cot) secans (sec) cosecans (csc of cosec) 

Sinusfunctie

De sinusfunctie relateert de lengte van de overstaande zijde tot de lengte van de schuine zijde van een rechthoekige driehoek.

Cosinusfunctie

De cosinusfunctie relateert de lengte van de aanliggende zijde tot de lengte van de schuine zijde van een rechthoekige driehoek.

Tangensfunctie

De tangensfunctie relateert de lengte van de overstaande zijde tot de lengte van de aanliggende zijde van een rechthoekige driehoek.

Grafieken van goniometrische functies

Goniometrische functies produceren periodieke grafieken die herhalende patronen vertonen, zoals golven.

Toepassingen van goniometrische functies

Goniometrische functies worden gebruikt in verschillende disciplines, waaronder techniek, natuurkunde, en architectuur.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.