This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Oefening WOII 3H/V
Slide 1 - Slide
Toets H2
Tweede wereldoorlog
Slide 2 - Slide
Welke actie van de NSDAP was niet in strijd met het verdrag van Versailles?
A
Inlijving van Oostenrijk bij Duitsland
B
Invoering van de dienstplicht
C
Afsluiten van niet-aanvalsverdrag met de SU
D
Legering Duitse troepen in het Rijnland
Slide 3 - Quiz
Welke gebeurtenis was aanleiding voor Chamberlain Daladier, Mussolini en Hitler om in 1938 in München bijeen te komen?
A
Het bekend worden van de eis van Hitler om Sudetenland in te lijven
B
De inlijving van Oostenrijk bij Duitsland
C
De legering van Duitse troepen in het Rijnland
D
De uitbreiding van het Duitse leger
Slide 4 - Quiz
Wat was de aanleiding tot de Tweede Wereldoorlog?
A
De houding van Engeland en Frankrijk
B
De inval van Hitler in Polen
C
Het verdrag van Versailles
D
De zwakheid van de Republiek van Weimar
Slide 5 - Quiz
Wereldoorlog: Welke mening komt waarschijnlijk niet (of niet vaak) voor bij de onderzoekers?
A
Een oorlog was onvermijdelijk omdat Hitler leefruimte zocht.
B
De Engelse en Franse leiders schrokken pas te laat wakker.
C
De Oost-Europese landen waren te slecht bewapend.
D
Stalin maakte voor Hitler de weg vrij om Polen binnen te vallen.
Slide 6 - Quiz
Welke zin is onjuist?
A
Engeland en Frankrijk waren in het begin van WO II onvoldoende voorbereid op de nieuwe wijze van oorlogvoering van het Duitse leger.
B
Churchill leverde een belangrijke bijdrage aan de goede samenwerking tussen de geallieerde leiders.
C
Bij een groot deel van de bevolking in de bezette gebieden had de Duitse radiopropaganda succes.
D
Strooibiljetten werden in WO II op grotere schaal gebruikt dan in WO I.
Slide 7 - Quiz
Wanneer begon de Tweede Wereldoorlog in Nederland?
A
4 mei 1940
B
5 mei 1940
C
10 mei 1940
D
15 mei 1940
Slide 8 - Quiz
Welke maatregel werd niet genomen tegen de Joden tijdens de Duitse bezetting van Nederland?
A
Alle Joden die in dienst waren van de overheid werden geregistreerd en ontslagen.
B
De Joden werden verplicht om in Duitsland te gaan werken.
C
In het verplichte persoonsbewijs werd bij de Joden een grote J aangebracht.
D
Joden moesten in het openbaar een gele ster op hun kleding dragen.
Slide 9 - Quiz
Welk verzet vond plaats als protest tegen de maatregelen die tegen de Joden genomen werden?
A
De Februari-staking van 1941
B
Dolle Dinsdag
C
De April/mei-stakingen in 1943
D
Sabo
Slide 10 - Quiz
Hieronder staan kenmerken van oorlogvoering.
Sommige horen bij de (1)Eerste Wereldoorlog, andere bij de (2) Tweede Wereldoorlog, weer andere bij (3)beide oorlogen.Sleep de kenmerken naar de juiste oorlog(en).
WO 1
WO 2
WO 1+2
Gebruik van penicilline
Groot enthousias-me aan het begin
Oorlog bij-na alleen in Europa
Snelheid door tanks en vliegtuigen
Massapro- ductie
van wapens
Bombar- dementen van steden
Invloed grote leiders
Uitgebreide illegale pers
Slide 11 - Drag question
Sleep het juiste begrip naar de juiste uitleg.
Fascistische partij in Duitsland onder leiding van Hitler
De inlijving van Oostenrijk bij Duitsland in 1938
Oorlogvoering waarbij het doel was zeer snel en in enkele gerichte aanvallen de vijand uit te schakelen
Het wegvoeren van Joden naar vernietigings- kampen
Het veranderen van de samenleving in een nationaal-socialistische samenleving
Gewelddadige zoekactie tijdens WO II waarbij mensen van de straat of uit hun huis werden gehaald om als arbeidskracht in Duitsland te gaan werken
NSDAP
Blitzkrieg
Deportatie
Anschluss
Razzia
Nazificatie
Slide 12 - Drag question
Goed of fout? Het Duitse leger maakte in het begin van WO II beter gebruik van tanks en vliegtuigen dan de tegenstanders.
A
Goed
B
Fout
Slide 13 - Quiz
Zet de gebeurtenis op volgorde. Wat eerst gebeurde eerst.
‘Anschluss’ van Oostenrijk
Begin WO II
Slag bij Stalingrad
Bezetting Nederland
Aanval op Pearl Harbor
Legering Duitse troepen in het Rijnland
Slide 14 - Drag question
Zet de juiste naam bij de juiste persoon.
Anne Frank
Stalin
Chamberlain
Churchill
Roosevelt
Hitler
Slide 15 - Drag question
beantwoord deze vragen in de volgende dia.
Over welke gebeurtenis gaat deze bron?
Waaraan zie je dit?
Welke fase was dit?
Slide 16 - Slide
Over welke gebeurtenis gaat deze bron? Waaraan zie je dit?