Les 4.6 + 4.8

Planning 30 Mei
  • Mini-overhoring 4.4 + 4.5
  • Uitleg 4.6 + 4.8
  • Werken aan de opgaven: 
  • 4.6: 1 t/m 9 (5 niet)
  •  4.8: 1 t/m 5 
1 / 36
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Planning 30 Mei
  • Mini-overhoring 4.4 + 4.5
  • Uitleg 4.6 + 4.8
  • Werken aan de opgaven: 
  • 4.6: 1 t/m 9 (5 niet)
  •  4.8: 1 t/m 5 

Slide 1 - Slide

Wat zijn antagonisten?
A
Spieren die een buigende beweging maken.
B
Spieren die een strekkende beweging maken.
C
Spieren die ervoor zorgen dat de strekkende spier kan ontspannen.
D
Spieren waarvan het samentrekken een tegengesteld effect heeft.

Slide 2 - Quiz

Wat is de antagonist van je armbuigspier (biceps)?
timer
0:30

Slide 3 - Open question

Welke spieren vormen een antagonistisch paar?
timer
0:30
Spier 1 en ....
Spier 2 en ....
1
2
3
4

Slide 4 - Drag question

timer
1:00
Willekeurig
Onwillekeurig
Armspier
Hartspier
Beenspier
Spieren in je maag
Spieren in je longen
Spieren in je tong

Slide 5 - Drag question

timer
1:00
timer
1:00
biceps
rug-strekker
Trapezium-vormige spier
brede rugspier
Ruitvormige spier

Slide 6 - Drag question

Wat zijn de gevolgen van een slechte lichaamshouding?
timer
1:00

Slide 7 - Open question

Wat is de vorm van de rug bij een goede lichaamshouding?
timer
0:30

Slide 8 - Open question

Tussen de wervels zit(ten):
A
gelei
B
schokwervels
C
beenschijven
D
tussenwervelschijven

Slide 9 - Quiz

Tussenwervelschijven werken als schokbrekers.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Tussenwervelschijven bestaan uit kraakbeen en een geleiachtige kern.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

De spieren die de dubbele S vorm van de wervelkolom in stand houden zitten vast aan de tussenwervelschijven
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Als je een spier samentrekt, wordt de spier....
A
korter en dikker
B
langer en dunner
C
korter en dunner
D
langer en dikker

Slide 13 - Quiz

Mieke zegt: 'ik heb een spier die nooit moe wordt'. Kan dit? Zo ja: Wat voor een spier is dit?
A
Nee, spieren worden op een bepaald moment moe
B
Ja, dit is een hartspier
C
Nee, dit komt alleen bij insecten voor
D
Ja, dit is een skeletspier

Slide 14 - Quiz

Leerdoelen 4.6   Gezond bewegen

   - Je weet dat spieren sterker worden door training.
   - Je kunt uitleggen dat lichaamsbeweging goed is
      voor je gezondheid.
   - Je weet hoe je blessures kunt voorkomen

Slide 15 - Slide

Voorkomen blessures
1. Kleding en beschermende middelen.
2. Intapen.
3. Warming-up
4. Rekoefeningen
4. Cooling-down

Slide 16 - Slide

0

Slide 17 - Video

Waarom is het goed om meerdere sporten te doen?
timer
1:00

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Video

Hoe ontstaat spierpijn?
timer
1:00

Slide 20 - Open question

Spierpijn

In een werkende spier ontstaan afvalstoffen. Als de afvalstoffen niet genoeg worden afgevoerd door het bloed ontstaat spierpijn. 
Spierblessures

Slide 21 - Slide

Spierkramp en spierscheuring 

Spierkramp:  een spier trekt zich plotseling heel sterk samen.
Je moet stoppen met de beweging, ga je door dan kan de spier scheuren. 
Een plotselinge spierscheuring = een zweepslag
Spierblessures

Slide 22 - Slide

Leerdoelen 4.8  Blessures
- Je kunt een aantal belangrijke oorzaken noemen 
   voor blessures.
- Je kunt de 3 groepen blessures noemen

Slide 23 - Slide

0

Slide 24 - Video

timer
1:00
Welke blessures
ken je?

Slide 25 - Mind map

Welke blessures heb jij zelf wel eens gehad?
timer
1:00

Slide 26 - Open question

Een blessure is een beschadiging aan:
- spieren.
- botten.
- gewrichten. 
Blessures

Voorbeelden:

RSI (Repetitive Strain Injury)

Spierscheuring

Botbreuk

Voetbalknie

Kneuzing

Verzwikking

Ontwrichting

RSI/tenniselleboog


Slide 27 - Slide

Door een botsing of val kan een kneuzing ontstaan. 

Spiercellen en bloedvaatjes zijn beschadigd, daardoor krijg je een bloeduitstorting = een blauwe plek. 
Kneuzing

Slide 28 - Slide

Botbreuk
Recht zetten + gips en/of een operatie

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Een gewrichtsknobbel schiet uit de gewrichtskom.

De gewrichtsknobbel wordt weer in de kom geduwd. 
Ontwrichting

Slide 31 - Slide

Verstuiking wordt ook wel verzwikking genoemd (alleen is er bij verzwikking geen sprake van het dik worden van de enkel).
De gewrichtsbanden en het gewrichtskapsel rekken dan te ver uit. 
Je hoeft niet naar de dokter, maar het moet goed gekoeld worden. 
Verstuiking

Slide 32 - Slide

Voetbalknie: de noppen blijven in het veld staan en de knie draait. 

Meniscus (meestal binnenste) kan scheuren of rafelen. 
Knieblessure

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Gescheurde banden

Als een sporter in volle vaart stopt en het lichaam draait kunnen de banden afscheuren. Meestal is dat de voorste kruisband. 
Knieblessure

Slide 35 - Slide

Planning 30 Mei
  • Mini-overhoring 4.4 + 4.5
  • Uitleg 4.6 + 4.8
  • Werken aan de opgaven: 
  • 4.6: 1 t/m 9 (5 niet)
  •  + 4.8: 1 t/m 5 
Huiswerk 09-06:
Leren 4.5 + 4.6 + 4.8 
+ maken 4.6: 1 t/m 4, 6, 7 

Slide 36 - Slide