Ontdek de Big 5 van Nederland!

Ontdek de Big 5 van Nederland!

Leerdoel

Aan het einde van deze les kun je een magazine maken over de Big 5 van Nederland.

Introduceer het leerdoel van de les.

Wat weet je al over de Big 5 van Nederland?

Wat zijn de Big 5 van Nederland?

De Big 5 van Nederland zijn de vijf grootste dieren die in Nederland leven: het edelhert, wild zwijn, ree, haas en de bever.

Leg uit wat de Big 5 van Nederland zijn en wat de leerlingen kunnen verwachten te leren.

Waar leven ze?

De Big 5 leven in verschillende natuurgebieden in Nederland, zoals de Hoge Veluwe en de Oostvaardersplassen.

Laat de leerlingen zien waar de Big 5 van Nederland leven en op welke plekken ze deze dieren kunnen vinden.

Kenmerken

Elk dier heeft unieke kenmerken. Het edelhert heeft bijvoorbeeld een gewei en het wild zwijn heeft slagtanden. Welke kenmerken hebben de andere dieren?

Laat de leerlingen de unieke kenmerken van elk dier ontdekken en deze noteren.

Hoe zien ze eruit?

Laat afbeeldingen van de Big 5 zien en beschrijf hoe ze eruitzien. Welke kleur hebben ze? Hebben ze een patroon op hun vacht?

Laat de leerlingen de uiterlijke kenmerken van elk dier beschrijven en deze opnemen in hun magazine.

Wat eten ze?

De Big 5 eten verschillende dingen. Het edelhert eet bijvoorbeeld gras en bladeren, terwijl de bever schors en takken eet. Wat eten de andere dieren?

Laat de leerlingen onderzoeken wat de Big 5 van Nederland eten en laat ze dit opnemen in hun magazine.

Waarom zijn ze belangrijk?

De Big 5 van Nederland zijn belangrijke dieren in ons ecosysteem. Zo zorgen de bevers bijvoorbeeld voor een betere waterhuishouding. Waarom zijn de andere dieren belangrijk?

Laat de leerlingen onderzoeken waarom de Big 5 van Nederland belangrijk zijn en dit opnemen in hun magazine.

Maak je eigen magazine!

Nu je alles weet over de Big 5 van Nederland, is het tijd om je eigen magazine te maken. Verzamel alle informatie die je hebt geleerd en maak er een mooie presentatie van!

Geef de leerlingen de opdracht om hun eigen magazine te maken en laat ze hun informatie op creatieve wijze presenteren.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.