Oefentoets h2

¡Bienvenidos chicos y chicas!
Miércoles, 30 de marzo del 2022
1 / 10
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

¡Bienvenidos chicos y chicas!
Miércoles, 30 de marzo del 2022

Slide 1 - Slide

¿Qué vamos a hacer hoy?

  1. Vamos a hacer un examen de prueba 
  2. Vamos a practicar las palabras de la unidad 2

Slide 2 - Slide

¿Cuáles son las metas de hoy?

-   Ik weet wat ik nog niet zo goed beheers voor de toets.


Slide 3 - Slide

Wat? Wij gaan een oefentoets doen. 
Hoe? Individueel
Hulp? Geen hulpmiddel
Tijd? 15 minuten
Uitkomst? Je weet welke onderdelen je nog niet zo goed beheers.
Klaar ? Draai je bladje om, pak je tablet en ga naar Quizlet om de woordjes en zinnen van unidad 2 te oefenen/ leren.
¿Qué vamos a hacer?
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Welke onderdelen
1. Gerundio (estar + stam+ando/iendo)
2. Gerundio onregelmatig (en wederkerend)
3. Verbo gustar 
4. Ir a + infinitivo
5. Persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp

Slide 5 - Slide

A.                            1. Estoy (gerundio).       
                                2. Este fin de semana voy a + infinitief
                                3. En España hace sol/ frío/ calor.                                         

B. 
1.  Yo estoy trabajando. 
2. Vosotros estáis durmiendo.
3. Ella se está duchando.

C.      1. voy a bailar           2. vamos a vivir            3. van a conocer          4. va a recoger  

D.   1. les gustan         2. te gustan      3. me gustan      4. nos gusta    

E.  1. Ik hou helemaal niet van biologie       2. Ik blijf thuis     
      3. Wat ga je in de zomervakantie doen?  Ik ga reizen.   
      4. Wat voor weer is er vandaag? Het is heel koud.     

F. 1. lo         2. la        3. lo      4. te    
        
timer
8:00

Slide 6 - Slide

¿Cuáles eran las metas de hoy?
- Ik weet wat ik nog niet zo goed beheers voor de toets.

Los deberes:
Leren voor de toets (lesstof staat in Somtoday)
(Samenvattingen staan in Itslearning)

Mucha suerte

Slide 7 - Slide

Persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp

yo                                               me (mij, me)
tú                                                te    (jou, je)
él/ella/usted                          lo/la (hem,haar,u,het)
nosotros/nosotras             nos (ons)
vosotros/vosotras              os   (jullie)
ellos/ellas/ustedes            los/las  (hen, ze, u)

¿Conoces al profesor nuevo?
No, no lo conozco.
¿Y a la profesora de inglés?
Tampoco la conozco.

Plaatsing
1. Direct voor het vervoegde werkwoord (persoonsvorm). Wanneer de zin ontkennend is komt het tussen no en het vervoegde werkwoord te staan.
2. Vóór het vervoegde werkwoord of áchter het hele werkwoord als deze beide in de zin voorkomen.

-Hay un concierto en la plaza. ¿Vamos a verlo?
-Hay un concierto en la plaza. ¿Lo vamos a ver?

- Estoy leyendo un libro. Lo estoy leyendo.
- Estoy leyendo un libro. Estoy leyéndolo.

Slide 8 - Slide

IR a + infitivo







om te vertellen wat je in de toekomst van plan bent te gaan doen.
                 IR+A+INFINITIVO

"¿Qué vas a hacer esta tarde?"
               
"Voy a estudiar español."
"Mi madre y yo vamos a comer en casa de mi abuela".





Slide 9 - Slide

Los deberes
Leer de grammatica en woordenschat van hoofdstuk 1 en 2.
Wij gaan een oefentoets maken.

Slide 10 - Slide