Autismespectrumstoornis (ASS)

Autismespectrumstoornis (ASS)
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Autismespectrumstoornis (ASS)

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Heb jij ervaring met ASS en zo ja, op welke manier (zelf, familie, cliënten)?

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Bij wie komt autisme meer voor?
A
Jongens
B
Meisjes
C
Beiden

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

 Bij jongens komt het volgens deze gegevens drie keer zo vaak voor als bij meisjes (jongens: 3 procent, meisjes: 1,1 procent). Deze cijfers zijn gebaseerd op de Gezondheidsenquête, die is gehouden onder ouders.
Wellicht hebben veel meer mensen een vorm van ASS die niet gediagnosticeerd is.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat voor gedrag laat iemand zien met autisme?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

wat zijn kenmerken van een autismespectrumstoornis?
A
moeite om met leeftijdsgenoten om te gaan
B
goed kunnen concentreren
C
lichaamstaal begrijpen
D
moeite met veranderingen hebben

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn kenmerken van autisme?
A
Geen inlevingsvermogen, geen emoties kunnen lezen, behoefte aan structuur.
B
Behoefte aan mindmappen, wisselende begeleiders en vrije tijd.
C
Behoefte aan mindmappen en vrije tijd, geen inlevingsvermogen.
D
Geen emoties kunnen lezen, behoefte aan structuur, behoefte aan vrije tijd.

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Lichamelijke gedragingen
Bijzondere bewegingen. 

Fladderen, wiegen, rondjes draaien, houterige bewegingen.​
Overgevoelig/ongevoelig voor pijn, kou/warmte.​
Gebruik van zintuigen; likken, ruiken, aanraken.​
Overgevoelig; licht, geluid of geur.​





Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Welke taal is voor mensen met autisme met name moeilijk te begrijpen?
A
Concrete taal
B
Engelse taal
C
Abstracte taal
D
Nederlandse taal

Slide 11 - Quiz

Concreet is duidelijk en laat niets te raden over. Concreet staat voor feitelijk en waarneembaar, beeldend.
Abstract komt van abstraheren: je laat alle bijzaken weg en komt meteen tot de kern.

Ik lees twee voorbeelden. De volgende vraag is of het eerste of tweede verhaal abstract is.
Verschil concreet en abstract
Abstract = Je moet gezond eten
Concreet = Dring door tot de kern: niet eten maar dessert, niet dessert maar yoghurt, niet yoghurt maar Bulgaarse yoghurt, niet Bulgaarse yoghurt maar biologische Bulgaarse yoghurt .

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Slide 14 - Link

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Welke vorm van autisme heeft Kees?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Opdracht
-Maak groepjes van 3 of 4 personen
-Ga op zoek naar betrouwbare bronnen over ASS
-Zoek/ vindt informatie die voor een VIGger handig kan zijn
-Maak er korte aantekeningen over, noteer de bron
-Ga er met je groepje over in gesprek
-De laatste 15 minuten delen we de 'highlights' klassikaal

Slide 19 - Slide

This item has no instructions