3V Latijn - Les 6, form.toets, bijv. nw., Toga Virilis

3V Latijn
Les 6
1 / 14
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

3V Latijn
Les 6

Slide 1 - Slide

Doelen
vorige les
  • Je kent de woordjes van Matrona
  • Je hebt tekst Matrona goed in je schrift staan
  • Je begrijpt het bezittelijk voornaamwoord, inclusief de vorm suus 

Slide 2 - Slide

Check:
Lucius suum patrem gladio eius necat.
A
Lucius doodt zijn vader met zijn eigen zwaard
B
Lucius doodt zijn vader met diens eigen zwaard
C
Lucius doodt zijn vader met hun zwaard
D
Lucius doodt zijn vader met haar zwaard

Slide 3 - Quiz

Check:
Marcia donum ... liberis dat.

Slide 4 - Open question

Vandaag
  • Overhoren woordjes
  • Bespreken tekst Toga
  • Vragen voor de SO? 
  • Formatieve toets bekijken

Doel:
  • Je kent de (eerste helft van) de woordjes van Toga
  • Tekst Toga staat t/m rg. 8 goed in je schrift
  • Je weet dat er meerdere soorten bijv.nw. zijn

Slide 5 - Slide

Tekst Toga
Let op: ook bijvoeglijke naamwoorden van een nieuwe groep!

Slide 6 - Slide

Wat zie je hier?

Slide 7 - Open question

Het was een feestdag, want Marcus vierde ...

Slide 8 - Open question

... stond Marcus tussen zijn vader en zijn moeder.

Slide 9 - Open question

Zijn broers en zussen en ... waren ook aanwezig.

Slide 10 - Open question

Met vertaalstrategie
Omnia puerilia Marcus ante Lararium posuit: 

bullam et togam praetextam et gladium ligneum, 

quo semper ludebat, dum parvus puer erat.

Slide 11 - Slide


Deinde pater Laribus sacrificium fecit.
A
Vervolgens deed vader een offer aan de huisgoden.
B
Vervolgens bracht vader een offer aan de huisgoden.
C
Vervolgens maakt vader een offer aan de huisgoden.
D
Vervolgens doet vader een offer aan de huisgoden.

Slide 12 - Quiz

SO: kennen en kunnen
Kennen
- Woorden Matrona (dikgedrukt, La-->Ne)
- Rijtjes zelfst.nw.
- Functies naamvallen
- Rijtjes bijv.nw. (-us, -a, -um) 
- Regels congruentie

Slide 13 - Slide

SO: kennen en kunnen
Kunnen
- Betekenis van woorden geven
- Woorden aan plaatjes of zinnetjes verbinden
- Zelfst.nw. en bijv.nw. laten congrueren of combineren
- Juiste vorm zelfst.nw. of bijv.nw. noteren 
- Zin(nen) vertalen

Slide 14 - Slide