P: probleem / patiënt (problem)
I: interventie (intervention)
C: vergelijking (comparison)
O: uitkomst (outcome)
Format te beantwoorden vraag:
Wat is het effect van ..I.. op …O… in vergelijking met ..C.. bij ..P..
Wat is de kans op ..O.. van ..I.. in vergelijking met ..C.. bij ..P..