1-6

Hoofdstuk 8: Getallen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Middelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 8: Getallen

Slide 1 - Slide


A

Slide 2 - Quiz

Grote getallen
1 duizend = 1000
1 miljoen = 1 000 000
1 miljard = 1 000 000 000
1 biljoen = 1 000 000 000 000 

Slide 3 - Slide

Welk woord moet je denk je invullen?
Er zijn ongeveer 5 …. mensen in het ziekenhuis in Nederland opgenomen met een Corona-besmetting.
A
miljard
B
miljoen
C
duizend

Slide 4 - Quiz

Welk woord moet je denk je invullen?

Op de aarde wonen ongeveer 7,1 …. mensen.
A
miljard
B
miljoen
C
duizend

Slide 5 - Quiz

Welk woord moet je denk je invullen?

In Nederland wonen ongeveer 17 …. mensen.
A
miljard
B
miljoen
C
duizend

Slide 6 - Quiz

Welk woord moet je denk je invullen, miljard, miljoen of duizend?
In Nederland wonen ongeveer 17 …. mensen.
A
miljard
B
miljoen
C
duizend

Slide 7 - Quiz

Schrijf het getal uit in cijfers.
In China wonen 1,36 miljard mensen.
(Gebruik geen spaties of punten)

Slide 8 - Open question

Schrijf het getal uit in cijfers.
In de Verenigde Staten wonen 318 miljoen mensen.
(Gebruik geen spaties of punten)

Slide 9 - Open question

Herschrijf de zin en gebruik het woord duizend, miljoen of miljard.
In India wonen 1 240 810 000 mensen.

Slide 10 - Open question

Herschrijf de zin en gebruik het woord duizend, miljoen of miljard.
De omtrek van de aarde bij de evenaar is 39992 km.

Slide 11 - Open question

Schrijf in cijfers:
zeven miljoen driehonderd vijfentwintig duizend tweehonderd drieëntwintig

Slide 12 - Open question

Voor Domino Day zijn 4,5 miljoen dominostenen neergezet. Er vielen 4 345 027 stenen om.
Hoeveel stenen bleven staan?

Slide 13 - Open question

Eenheden bij informatie opslaan

Slide 14 - Slide

Afkortingen
PB - petabyte
TB - terabyte
GB - gigabyte
MB - megabyte
kB - kilo byte
byte

Slide 15 - Slide

Hoeveel MB is één GB.
A
1
B
0,001
C
1000
D
1 000 000

Slide 16 - Quiz

Een foto op je telefoon kost 2 MB. Je telefoon heeft een opslag van 1 GB. Hoeveel foto's kan je opslaan?
A
0,5
B
5
C
50
D
500

Slide 17 - Quiz

Een app kost 25 MB opslag. Op je telefoon heb je 1,4 GB ruimte. Hoeveel apps kun je nog op je telefoon zetten?
A
17
B
1700
C
0,056
D
56

Slide 18 - Quiz

Je hebt nog 0,2 GB ruimte op je e-reader. Een boek neemt 2,91 MB ruimte in. Hoeveel e-boeken kun je downloaden?
A
68
B
69
C
1
D
kan niet

Slide 19 - Quiz

Opgave 5 en 9 zelf maken 
Foto inleveren via teams

Slide 20 - Slide