Meervoudsvormen(mavo1)

Nederlands

Hoofdstuk 11 en 12: (Bijzondere) meervoudsvormen

25 oktober 2021

1 / 37

Slide 1: Slide

NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands

Hoofdstuk 11 en 12: (Bijzondere) meervoudsvormen

25 oktober 2021

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?

Herhaling hoofdstuk 11 en 12 (meervoudsvormen)
Zelfstandig aan het werk

Actieve bijdrage en niet door elkaar praten

Slide 2 - Slide

Hoofdstuk 11

Meervoudsvormen

Leerdoel: je leert de spelling van het meervoud van zelfstandige naamwoorden

Slide 3 - Slide

Waar eindigen de meeste meervouden op?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Schrijf het meervoud op
snoer

Slide 7 - Open question

schrijf het meervoud op van
sloot

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

schrijf het meervoud op
soepblik

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

schrijf het meervoud op van
nieuwsbrief

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

schrijf het meervoud op van
verlies

Slide 17 - Open question

ANWB

Slide 18 - Slide

Wat is het meervoud van
bakmix

Slide 19 - Open question

Wat is het meervoud van
BMX

BMXs

BMX's

BMXen

BMX'en

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Als een woord op a i o u y eindigt dan schrijf je een 's

behalve de ee die doet niet mee.

Die geeft geen uitspraakverwarring!

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Individueel (daarna klassikaal bespreken)

Tijd: 10 minuten

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Hoofdstuk 12

Bijzondere meervoudsvormen

Slide 26 - Slide

Welke meervoudsvorm krijgen leenwoorden uit het Latijn die eindigen op -icus?

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Slide

Wat is het meervoud van
abonnee

Slide 29 - Open question

Wat is het meervoud van
olie

olieën

olies

olie'n

oliën

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Slide

Wat is het meervoud van
rund

Slide 32 - Open question

Wat is het meervoud van
smid

Slide 33 - Open question

Slide 34 - Slide

Wat is het meervoud van
datum

Slide 35 - Open question

Individueel (daarna klassikaal bespreken)
Tijd: 10 minuten

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide