This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Bonjour 1M / 1MK
semaine 25
15 juin à 19 juin
les cours de français
Slide 1 - Slide
Qu'est-ce que tu vas faire?
Wat ga je doen?
- On répète (we herhalen)
- répondre aux questions et faire les exercices (vragen beantwoorden en opdrachten maken)
- la conclusion (de samenvatting)
- les devoirs (het huiswerk)
Slide 2 - Slide
On répète
We herhalen:
Vorige les hebben we het bezittelijk voornaamwoord herhaald en hebben we onregelmatige werkwoorden en regelmatige werkwoorden behandeld.
Bekijk de volgende slides en geef antwoord op de vragen.
Slide 3 - Slide
0
Slide 4 - Video
Bij regelmatige werkwoorden op -ER krijgt 'nous' uitgang
A
e
B
ens
C
ons
D
ent
Slide 5 - Quiz
Bij regelmatige werkwoorden op -ER krijgt 'il' uitgang
A
es
B
e
C
t
D
ent
Slide 6 - Quiz
Bij regelmatige werkwoorden op -ER krijgt 'tu' uitgang
A
e
B
es
C
t
D
ez
Slide 7 - Quiz
Groep I zijn regelmatige werkwoorden die eindigen op:
A
-ar
B
-en
C
-er
D
-an
Slide 8 - Quiz
Bij regelmatige werkwoorden op -ER krijgt 'vous' uitgang
A
e
B
ens
C
ons
D
ez
Slide 9 - Quiz
Wat is de stam van de regelmatige werkwoorden op -er ?
A
het hele werkwoord -er
B
het hele werkwoord + er
C
de helft van het hele werkwoord
D
de laatste letter van het hele werkwoord weghalen
Slide 10 - Quiz
la conclusion
de samenvatting:
Bij regelmatige werkwoorden in de présent (tegenwoordige tijd) haal je -er eraf om een stam te maken en dan voeg je de juiste uitgangen erachter: Je -e, tu -es, il/elle/on -e, nous -ons, vous -ez, ils/elles -ent
Slide 11 - Slide
les devoirs
het huiswerk
je maakt de opdrachten online
chapitre 4: le pont
opdrachten 7, 8, 9 en 10
leren: regelmatige werkwoorden vervoegen op -er,
herhaal de onregelmatige werkwoorden avoir en être en leer die uit je hoofd.