Engels P3 Week 2

Last week
Formeel/informeel taalgebruik
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Last week
Formeel/informeel taalgebruik

Slide 1 - Slide

Hoe noem je het soort taalgebruik waarmee je collega’s aan kunt spreken?
A
Formeel taalgebruik
B
Informeel taalgebruik
C
Persoonlijk taalgebruik

Slide 2 - Quiz

Hoe noem je het soort taalgebruik waarmee je klanten aan kunt spreken?
A
Formeel taalgebruik
B
Informeel taalgebruik
C
Persoonlijk taalgebruik

Slide 3 - Quiz

Formeel taalgebruik is netjes.
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 4 - Quiz

De start van een email

Slide 5 - Slide

Most important
De plaats van het email adres

Slide 6 - Slide

This is the layout of an email.
To - cc - (optional: bcc) - subject...

Slide 7 - Slide

TO: Hoofdontvanger.
CC: Niet zo belangrijk als de hoofdontvanger.
BCC: Onzichtbare ontvanger.

Slide 8 - Slide

SUBJECT:
Onderwerp van de email. 
Altijd kort.

Slide 9 - Slide

Het email adres van de hoofdontvanger staat bij:
A
TO:
B
CC:
C
BCC:
D
Subject:

Slide 10 - Quiz

Personen die een email ook moeten ontvangen maar geen hoofdontvanger zijn staan bij:
A
TO:
B
CC:
C
BCC:
D
Subject:

Slide 11 - Quiz

Wanneer gebruik je de BCC als je een mailtje verstuurd?
A
Dit is precies hetzelfde als CC.
B
Om iemand onzichtbaar de mail ook te versturen.
C
Om je mail met spoed te sturen.
D
Staat voor: Big Compagny Components

Slide 12 - Quiz

Het onderwerp van een email is altijd:
A
Kort.
B
De kern van de inhoud.
C
Minimaal 2 woorden.
D
Maximaal 8 woorden.

Slide 13 - Quiz

TO: Hoofdontvanger.
CC: Niet zo belangrijk als de hoofdontvanger.
BCC: Onzichtbare ontvanger.

Slide 14 - Slide

De opdracht voor deze week
Engels P3 Doel 2 Formele emails  deel 1

Slide 15 - Slide

De opdracht voor deze week
Engels P3 Doel 2 Formele emails deel 1

Taalblokken Chapter 1 Writing

Slide 16 - Slide

Zet jouw vragen in de chat

Slide 17 - Slide

Tot in de les

Slide 18 - Slide