Close reading De spin Anansi en Sinterklaas

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 5,6

Suriname was een kolonie van Nederland en werd in 1975 pas onafhankelijk.

DIERENVERHAAL

Er was een tijd dat veel Afrikanen als slaven op plantages in Amerika, op de Antillen of in Suriname moesten werken op plantages. Tijdens het werk werden er stiekem verhalen aan elkaar verteld. Veel verhalen gingen over een ondeugende spin die Anansi heet

lesdoel les 1

Aan het einde van de les kan ik het verhaal navertellen. Ik kan vertellen wat er in het begin, midden en eind van het verhaal gebeurt. Ik kan ook een titel verzinnen voor het begin, midden en eind.

We lezen

Er zijn al een paar woorden onderstreept, die gaan we zo bespreken.

Zie jij nog andere woorden die je niet kent zet er een ? bij.

Welke woorden heb jij onderstreept?

het presentje (regel 9)

het cadeautje

de tapir (regel 11)

Planteneter met korte slurf.

Kont voor in Zuid- en Midden-Amerika

de leguaan(regel 11)

een soort grote hagedis

een cassave (regel 14)

een eetbare wortelknol.

De cassave wordt veel gegeten in Zuid-Amerka en Afrika.

in de maling nemen (regel 20)

voor de gek houden

doekoe (regel 21)

Straattaal voor geld

marrons (regel 22)

weggelopen slaven die in de jungle van Suriname gingen wonen.

de baret (regel 26)

plat fluwelen hoofddeksel

inbinden (regel 28)

een minder hoge toon aanslaan

de opsnijder (regel 39)

een opschepper

betaald zetten (regel 44)

straffen of wraak nemen

humeurig (regel 45)

in een slecht humeur,

chagrijnig

ergens in trappen (regel 45)

gefopt worden

een

uitdrukking

letterlijk

figuurlijk

Opdracht 1

Jullie gaan in groepjes werken en maken opdracht 1 en 2.

Lees het verhaal nog een keer samen. Zet een streep waar deel 1 stopt en deel 2 begint en zet een streep waar deel 2 stopt en deel 3 begint.

Opdracht 2

VERZIN EEN TITEL
De mooiste titel die wordt verzonnen zetten wij straks boven het verhaal.

1.    Iedereen verzint een titel.

2.    Daarna overleg je in je groepje

wat jullie de mooiste titel vinden en waarom.

3.    Deze titel kiezen jullie.

lesdoel les 2

Ik kan mij verplaatsen in andere mensen en dieren en ik weet welke karaktereigenschappen ze hebben.

welke opdrachten maak ik?

We bespreken alle opdrachten.

Wat zijn karaktereigenschappen?

aan het werk

Je mag met je buurvrouw of buurman overleggen.

Je mag ook alleen werken.

lesdoel les 3

Ik ken de tekst nu goed en ik weet wie Anansi is. Ik kan zelf een verhaal schrijven met Anansi als hoofdpersoon.