Pijn en pijnstilling

    Pijn
1 / 34
next
Slide 1: Slide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

    Pijn

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doel van de les
De student kan:
  • het verschil tussen acute- en chronische pijn beschrijven
  • de verschillende oorzaken van pijn kennen
  • de medische term voor pijnstilling benoemen
  • de werking van de bekendste NSAID’s toelichten
  • indicaties en contra-indicaties van verschillende soorten pijnstilling toelichten
  • complicaties/bijwerkingen van pijnstilling toelichten 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Waar denk je
aan bij pijn?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat kan de oorzaak
zijn van pijn?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Pijn
Pijn: 
  • Pijn is een onplezierige sensorische en/of emotionele ervaring .
  • Pijn bestaat als jij zegt dat het pijn doet
  • Signaalfunctie: er is iets mis!


Slide 5 - Slide

Pijn: Beïnvloedt door angst voor pijn en dood

Antidepressiva, kalmeringsmiddelen

Pijnmedicatie wordt vaak afgestemd op oorzaak -> ontsteking bijvoorbeeld

Pijn is ....
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Pijn volgens duur

Acute pijn: Duidelijke oorzaak, goede reactie op pijnstillers.

Chronische pijn: langer aanwezig of keert steeds terug, diverse behandelmethoden.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Pijn volgens oorzaak

Somatische pijn: Duidelijke oorzaak, goede reactie op pijnstillers.
vb. rugpijn, pijn aan de borst, buikpijn, ...
Nociceptieve pijn: langer aanwezig of keert steeds terug, diverse behandelmethoden.
vb. wonde, ontsteking, ...
Neuropatische pijn: pijn die het gevolg is van een letsel of ziekte ergens in het zenuwstelsel. In het ruggenmerg, hersenen, zenuwwortel, ...
Psychosomatische pijn: een combinatie van lichamelijke kwetsbaarheid die versterkt wordt door psychologische factoren.
vb. langdurige stress, relatieproblemen, grote werkdruk, ...


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat is:
Pijn bij het snijden in je vinger is
A
Acute pijn
B
Chronische pijn
C
Neuropathische pijn
D
Fantoompijn

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is:
Pijn in de gewrichten door reuma?
A
Acute pijn
B
Chronische pijn
C
Neuropathische pijn
D
Fantoom pijn

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is:
Plotseling opkomende migraine aanval?
A
Acute pijn
B
Chronische pijn
C
Acute en chronische pijn
D
Neuropathische pijn

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is:
Aanraken van de huid geeft een pijnlijke prikkel?
A
Acute pijn
B
Chronische pijn
C
Fantoompijn
D
Neuropathische pijn

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Het model van Loeser
Het model van meneer Loeser is een manier 
om alle onderdelen van pijn te beschrijven

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Hoe werkt het model van Loeser?
  • Het model bestaat uit 4 elkaar omvattende cirkels
  • De binnenste cirkel staat voor de reactie van de zintuigen op de pijnprikkel (nociceptie)
  • De tweede cirkel staat voor de gewaarwording van de pijn
  • De derde cirkel staat voor de pijnbeleving
  • De middencirkel staat voor het gedrag dat iemand vertoont

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wat doe je tegen pijn?

Slide 17 - Open question

Medicatie
Massage
Koude en warmte toepassing
Ontspanningsoefeningen
Aandacht/afleiding
Informatie verstrekken

Pijnstilling

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Kun je een voorbeeld noemen van een NSAID pijnstiller?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

werking NSAID 
Non steroidal Anti Inflammatory Drug 
Remming van COX, prostaglandinensynth.: ontstekingsproces. 

Prostaglandinen veroorzaken: Oedeem, toename van gevoeligheid voor prikkels, koorts, verkrampen baarmoeder.

Dus... NSAID is Ontstekingsremmend, koortsverlagend en pijnstillend, verminderd vloeien en pijn bij menstruatie

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Bijwerkingen NSAID
- verminderde bloedstolling --> Bloedingsrisico én trombose
- hypertensie
- maag-darm klachten (40% gebruikers)
- mindere nierfunctie: water en zout retentie. 

Hoe ouder, hoe meer kans op bijwerkingen. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

OPIOIDEN 
Tramadol
Morfine, nalbufine
Buprenofine - Butrans (transdermaal) 
Fentanyl, remifentanil (parenteraal en transdermaal) 
Oxy - codon - norm - contin 


Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Opioïd
  • Bestanddeel opium van de onrijpe vruchten van de papaver plant
  • Hele sterke pijnstillers
  • Werkt verdovend en verlicht de pijn
  • Van zwak naar sterke werking
  • In pillen, pleisters, injecties en via infuus
  • Minder sterk werkend voorbeeld tramadol
  • Sterk werkende voorbeeld morfine en fentanyl

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Werking opioïd
(Pijn) receptoren worden beïnvloed.

Ademhalingscentra 
Aansturing maag en darm, incl endeldarm
Aansturing blaas: volume neemt toe: ontspanning neemt af.



Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Alternatieven voor medicatie
  • Oefentherapie
  • Praten met psycholoog of gedragstherapeut
  • Complementaire zorg (massage / aromatherapie / mindfulness / meditatie)
  •  Acupunctuur of dry-needling
  • Zenuwblokkade
  • Bestraling
  • Wisselligging
  • Afleiding

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

'Bij chronische pijn helpt
paracetamol niet'
A
Feit
B
Fabel

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

'Pijnstillers moet je alleen innemen als de pijn heel erg is. Anders werken ze na een tijdje niet meer'
A
Feit
B
Fabel

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

'Opioïden kunnen verslavend zijn'
A
Feit
B
Fabel

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

'Paracetamol mag je
onbeperkt slikken'
A
Feit
B
Fabel

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Wat heb je geleerd over NSAID?

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Wat heb je geleerd over opioïden

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Noem een bijwerking van
pijnstillende medicatie

Slide 32 - Mind map

This item has no instructions

Opdracht:
Zoek op van onderstaande medicijnen wat:
  • de indicatie is (waarvoor/wanneer wordt het gegeven)
  • de werking is
  • wat de bijwerkingen/complicaties kunnen er optreden bij normaal en verkeerd gebruik

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

NSAID
Diclofenac, Aceclofenac, Biofenac (-Fenac)

 Ibuprofen, Nurofen, Brufen, Ketoprofen (-Fen)

 Naproxen (voltaren creme) 

Slide 34 - Slide

This item has no instructions