3e B/k 25-28

wat moet je doen bij obstipatie?
A
zo weinig mogelijk bewegen en niet te veel drinken
B
wit brood eten en koffie drinken
C
vezelrijke voeding eten en voldoende drinken
1 / 25
next
Slide 1: Quiz
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

wat moet je doen bij obstipatie?
A
zo weinig mogelijk bewegen en niet te veel drinken
B
wit brood eten en koffie drinken
C
vezelrijke voeding eten en voldoende drinken

Slide 1 - Quiz

This item has no instructions


Wat is obstipatie
A
Soort eczeem
B
Suikerziekte
C
Verstopping in de darmen
D
Vitaminetekort

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn verschijnselen bij reuma?
A
ontstoken gewrichten en kortademigheid
B
pijn bij bewegen en ontstoken gewrichten
C
stijve ledematen en verhoogde bloeddruk
D
trillende ledematen en onregelmatige hartslag

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Rachid heeft diabetes.

Wat is een ander woord voor diabetes?

A
nierziekte
B
griep
C
suikerziekte
D
blaasontsteking

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Dementie =
A
een gedragsverandering
B
vergeetachtigheid
C
verstoorde taalfunctie
D
A, B en C zijn juist

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is Artrose?
A
Slijtage aan kraakbeen
B
Slijtage aan botten
C
Botontkalking
D
Afname gewrichtsvocht

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Je ziet twee manieren om een wasmand te tillen.
welke is juist?

Welke manier is het best voor je rug?

A
links
B
rechts

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Waar zie je een snelverband?
A
B
C
D

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een ander woord voor driekante doek?
A
hydrofiel zwachtel
B
mitella
C
steriel kompres
D
wondsnelverband

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn de 5 regels van EHBO?
Let op gevaar. Eigen veiligheid en veiligheid slachtoffer
Zet het slachtoffer rechtop
Ga na wat er gebeurd is
Geef het slachtoffer ter geruststelling wat drinken
Zoek naar contactpersonen
Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting
Zorg voor professionele hulp
Help het slachtoffer waar hij ligt of zit

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Mark is verzorgende en gaat mevrouw Jansen uit de rolstoel in bed helpen. Wat is een goede zin die Mark kan zeggen tegen mevrouw Jansen?
A
Goedemorgen, kom je mee? Dan help ik je in bed.
B
Hallo mevrouw, als u zelf naar het bed rijdt, dan help ik u daar wel.
C
Goedemorgen mevrouw, ik kom u uit bed helpen. Ik rijd u eerst naar het bed. Vindt u dat goed?
D
Hee, rijdt u met de rolstoel naar het bed of moet ik nog ff helpen?

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Hoe houd je rekening met de privacy van de cliënt bij het opmeten van de temperatuur?
A
door bezoek toe te laten bij de patiënt
B
door het licht uit te doen
C
door de slaapkamerdeur te sluiten
D
door tegelijkertijd het bed te verschonen

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn respectvolle manieren om een zorgvrager te benaderen?
2 antwoorden
A
Een verschil maken tussen zorgvragers
B
Zorgvuldig omgaan met de privacy van de zorgvrager
C
Rekening houden met de normen en waarden van de zorgvrager
D
Niet luisteren naar de wensen van de zorgvrager

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

In een zorgdossier lees je dat een cliënt incontinentiemateriaal gebruikt.
Wat is incontinentiemateriaal?
A
absorberend materiaal voor het verminderen van bloedverlies
B
materiaal dat urine opneemt en ontlasting opvangt
C
materiaal dat gebruikt wordt bij het verbinden van wondjes
D
vochtopnemend materiaal dat ongewenst urineverlies voorkomt

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

In een zorgwoning wordt een zorgdossier voor de cliënten bijgehouden. Waarom is dat belangrijk?
A
Je weet welke zorgen de cliënt heeft.
B
De cliënt vertelt jou welke zorg zij denkt nodig te hebben
C
Je weet welke zorg de cliënt niet nodig heeft.
D
Je weet voor wie een cliënt zorgt.

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn taken van een zorghulp?
A
de administratie doen van de client
B
de was doen voor de client
C
meegaan naar de ouderavonden van de client
D
een vakantie boeken voor de client

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Welke van onderstaande uitspraken is niet waar
A
bij bijtwonden is er een groot infectiegevaar
B
bij een diepe snijwond die flink bloedt breng je een drukverband aan
C
een eerstegraads brandwond koel je minimaal 10 minuten
D
een voorwerp in een wond verwijder je altijd zo snel mogelijk!

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Waar is een hydrofiel zwachtel (uit je verbanddoosje) voor bedoeld
A
Om een drukverband aan te leggen bij verstuiking
B
Om mummies in te zwachtelen
C
Voor het vastzetten van een gaasje bij wonden
D
Om gele wonden te bedekken

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Informele zorg is altijd onbetaald!
A
Ja, en een uitzondering is wanneer de mantelzorger uit het pgb wordt betaald
B
Nee, betaald werk
C
Ja, informele zorg is altijd onbetaald werk

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Zonder informele zorg kan de ouderenzorg en de zorg voor mensen met een chronische ziekte niet functioneren. Wat is een brede definitie van informele zorg?
A
De zorg die mensen in de thuissituatie van huisgenoten ontvangen.
B
De zorg die mensen ontvangen van huisgenoten en niet-huisgenoten in de normale situatie en als ze zorgbehoevend zijn.
C
De zorg die onbetaald en zonder contract wordt gegeven aan zorgvragers in een situatie van zorgbehoevendheid.

Slide 20 - Quiz

De zorgkosten stijgen de pan uit en informele zorg zal een steeds grotere plaats gaan innemen. 
Wat is mantelzorg?
A
(onbetaalde) zorg voor zieke familieleden en vrienden
B
Zorg van zorgverleners bij iemand thuis
C
Zorg in het ziekenhuis aan oude mensen
D
Zorg van verpleegkundige in opleiding

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat is privacy?
A
Dat alle informatie over jou voor iedereen is.
B
Dat alle informatie over jou alleen voor jou is.
C
Dat iedereen met je mee kan kijken.
D
Geen van deze antwoorden is goed.

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen voorbeeld van persoonlijke verzorging
A
jezelf wassen
B
tandenpoetsen
C
haren kammen
D
boterhammen smeren

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wie werken er in de thuiszorg
A
MBO verpleegkundige Verzorgende IG Helpende
B
Helpende en verzorgende IG
C
Alleen MBO en HBO verpleegkundigen
D
Helpende, verzorgende IG, MBO verpleegkundige, HBO verpleegkundige

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat biedt thuiszorg?
A
verpleging, persoonlijke verzorging en huishoudelijke verzorging in een wooncentrum
B
verpleging, persoonlijke verzorging, kraamzorg en huishoudelijke verzorging aan huis
C
kraamzorg en huishoudelijke verzorging in een wooncentrum

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions