Lees hoofdstuk 2 van het boek en beantwoord daarna de volgende vragen:
- Leg uit wat er bedoeld wordt met de uitdrukking ‘ op de bon’.
- Waarom wil Dirk niet tegen Michiel zeggen met wie hij de overval op het distributiekantoor gaat plegen?
- Waarom was het belangrijk om zo weinig mogelijk te weten wat anderen deden als je bij het verzet betrokken was?
- Wat voor karakter heeft Michiel? Geef voorbeelden die jullie antwoord ondersteunen.