Leerpad PESDIE opstellen

Geriatrie

De student heeft kennis van enkele ziektebeelden in de psychogeriatrie 
De student kan klinisch redeneren bij een zorgvrager uit de psychogeriatrie 
 Kennis: 
De ouder wordende mens  
Ziektebeelden uit de psychogeriatrie (neurocognitieve stoornissen) 
Vaardigheden: 
Kan een hulpvraag op methodische wijze herkennen, benoemen en uitwerken aan de hand van een casus en met behulp van de systematiek van het klinisch redeneren 
 










1 / 49
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Geriatrie

De student heeft kennis van enkele ziektebeelden in de psychogeriatrie 
De student kan klinisch redeneren bij een zorgvrager uit de psychogeriatrie 
 Kennis: 
De ouder wordende mens  
Ziektebeelden uit de psychogeriatrie (neurocognitieve stoornissen) 
Vaardigheden: 
Kan een hulpvraag op methodische wijze herkennen, benoemen en uitwerken aan de hand van een casus en met behulp van de systematiek van het klinisch redeneren 
 










Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Werken met een zorgplan
Leerpad
Verpleegkundig/Zorgproces  voor MZ-VIG en VP
KD 2020

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan methodisch werken
1. Verzamelen van gegevens
2. Vastellen van de behoefte en het probleem
3. Vaststellen doelen 
4. Vaststellen van en plannen zorgactiviteit/verpleegkundige interventie
5. Het evalueren van de verpleegkundige zorg
6. Bijstelling van het zorg/verpleegplan


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Programma
  • Theorie lezen >                                                                                           zie MZ/VIG: Werken met een zorgplan  H3 (blz. 24 t/m 28) en VP: Werken met een zorgplan H3 (blz. 38 t/m 49)
  • Verpleegprobleem en oefenen met de PES
  • Doelen stellen en oefenen 
  • Interventies plannen en oefenen
  • Check out


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Lees de volgende theorie (lezen = samenvatten en vragen opstellen):
 MZ/VIG: Werken met een zorgplan H3 (blz. 24 t/m 28)
VP: Werken met een zorgplan H3 (blz. 38 t/m 49)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Zet de stappen van het zorgproces op de juiste volgorde
1
2
3
4
5
6
Gegevens Verzamelen/
beeldvorming 
zorgvraag en doelen: formuleren van verpleeg/ zorgproblemen
bepalen van verpleeg/ zorgdoelen
interventies
 plannen
Uitvoeren van de interventies + observeren
Evalueren + bijstellen

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Verpleeg- of zorgprobleem opstellen voor een verpleeg/ zorgplan
Verpleeg- of zorgprobleem:
Zijn verschijnselen waar je je als verpleegkundige/verzorgende op richt. Problemen die (kunnen) optreden in de fundamentele levensverrichtingen als gevolg van gezondheidsverstoringen.


Als verpleegkundige/verzorgende gebruik je jouw deskundigheid om de zorgvrager te ondersteunen in zijn problemen, maar kijkt ook hoe je problemen kan voorkomen.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Verpleeg- of zorgprobleem formuleren 

Met behulp van de PES

 P > Het Probleem
E > De oorzaak (Ethiologie)
S > De Symptomen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Verpleeg- of zorgprobleem formuleren met PES

P = Probleem > verpleegkundige diagnose/probleem
E = Ethiologie > oorzaak van het probleem
S= Symptomen > Symptomen van het probleem: wat zie je? Wat hoor je?  Waaruit blijkt dat het probleem bestaat?



Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Verpleeg- of zorgprobleem formuleren met PES
Probleem
Wordt verwoord als problemen, klachten of verstoringen in fundamentele levensverrichtingen of de reactie van de cliënt hierop
Ethiologie (oorzaak)
Alle oorzakelijke factoren van het probleem
Signalen en Symptomen
Signalen zijn aanwijzingen. Symptomen zijn verschijnselen van een aandoening en kunnen bestaan uit objectief of subjectief waarneembare gegevens.


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Formulering verpleeg/ zorgprobleem met  PES
Verpleegprobleem is altijd vanuit de zorgvrager geformuleerd en voldoet inhoudelijk aan de PES structuur!

Hulpmiddel bij formuleren verpleegprobleem:
“Meneer/Mevrouw (zorgvrager) heeft/is/wil/kan…….. als gevolg van/ in verband met …….

Voorbeeld: Mevrouw kan zich niet zelfstandig aankleden (P). Door een krachtbeperking in haar armen als gevolg van MS (E), lukt het mevrouw niet om knopen, bh sluiting, sitsen te openen of te sluiten (S)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Actuele problemen

Problemen die zich op een bepaald moment voordoen en door de verpleegkundige of verzorgende kunnen worden vastgesteld.

Potentiele problemen

Doen zich nog niet voor, maar worden verwacht.

Geen sprake van symptomen. Wel risicofactoren (PR in plaats van PES) Bijvoorbeeld:
Mevrouw heeft kans op decubitus (P) vanwege ondervoeding (R) en weinig beweging (R)
 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Oefenen: Formuleer een verpleeg/zorgprobleem  volgens de PES voor meneer de Jong.
Meneer De Jong (87) heeft COPD en zit in een rolstoel omdat hij te weinig energie heeft om te lopen. Op zijn stuit heeft meneer een rode plek. De huisarts constateerde dat meneer ondervoed is. Meneer is nu opgenomen in het verpleeghuis.


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Meneer De Jong (87) heeft COPD en zit in een rolstoel omdat hij te weinig energie heeft om te lopen. Op zijn stuit heeft meneer een rode plek. De huisarts constateerde dat meneer ondervoed is. Meneer is nu opgenomen in het verpleeghuis.

Slide 15 - Open question

P (probleem): wat is het probleem waar dhr de Jong last van heeft?

E (oorzaak): wat is de oorzaak van dit probleem (of oorzaken)?

S (symptomen): wat is of zijn symptomen die dhr laat zien?
Oefenen: Formuleer een verpleeg/zorgprobleem volgens de PES voor mevrouw Pietersen.
Mw Pietersen is overgeplaatst vanuit het ziekenhuis. Ze heeft een heupoperatie ondergaan na een gebroken heup.
In het ziekenhuis had ze bedrust en ze komt bij jullie op de afdeling om te revalideren. Ze klaagt over buikpijn, ze heeft 3 dagen geen ontlasting gehad.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Mw Pietersen is overgeplaatst van het ziekenhuis. Ze heeft een heupoperatie ondergaan na een gebroken heup.
In het ziekenhuis had ze bedrust en ze komt bij jullie op de afdeling om te revalideren. Ze klaagt over buikpijn, ze heeft 3 dagen geen ontlasting gehad.

Slide 17 - Open question

P (probleem): wat is het probleem waar dhr de Jong last van heeft?

E (oorzaak): wat is de oorzaak van dit probleem (of oorzaken)?

S (symptomen): wat is of zijn symptomen die dhr laat zien?
Oefenen: Formuleer een verpleeg/zorgprobleem volgens de PES voor mevrouw De Boer
Mevrouw de Boer is bij jou op de afdeling opgenomen. Ze zegt dat ze de laatste drie dagen heel slecht slaapt omdat het zo lawaaierig is op de gang. ​
Ze geeft aan dat ze door haar slaapgebrek erg veel overdag slaapt en erg prikkelbaar is.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions


Mevrouw de Boer is bij jou op de afdeling opgenomen. Ze zegt dat ze de laatste drie dagen heel slecht slaapt omdat het zo lawaaierig is op de gang. ​
Ze geeft aan dat ze door haar slaapgebrek erg veel overdag slaapt en erg prikkelbaar is.

Slide 19 - Open question

P (probleem): wat is het probleem waar dhr de Jong last van heeft?

E (oorzaak): wat is de oorzaak van dit probleem (of oorzaken)?

S (symptomen): wat is of zijn symptomen die dhr laat zien?
Zorgproblemen in een verpleeg/zorgplan
Na de PES volgt
-D = verpleeg/zorg Doelen
-I = interventies
- E= evaluatie

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Welk hulpmiddel gebruik je om een verpleegdoel te formuleren
A
RUMBA
B
PES
C
SMART
D
SOAP

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

verpleegdoel
Beschrijving van het resultaat dat je wil bereiken, het zorgresultaat. 
Beschrijving van de toestand of situatie van de zorgvrager waar je naar streeft met het verlenen van de verpleegkundige zorg (interventies)

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Formuleren van doelen mbv hulpmiddel: SMART of RUMBA

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Voordeel SMART of RUMBA doel: 
Duidelijk (voor iedereen) wat het resultaat moet zijn
Minder vrijblijvend
Je stelt een termijn
Meer kans dat je je doel behaald 
Voorbeeld SMART doel: Mevrouw Dijkers kan zich binnen 8 weken met behulp van een rollator binnenshuis zelfstandig verplaatsen. 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Doelen SMART omschrijven, SMART als checklist:
Specifiek: Mevr. heeft veilig gevoel tijdens douchen (wat? )
Meetbaar: Mevr. ‘zegt’ dat ze zich veilig voelt (waaraan?)
Acceptabel: Mevr. wil douchen met ondersteuning zonder angstgevoel (waarom?)
Realistisch: Mevr. wil met ondersteuning douchen (welke zorg?)
Tijdgebonden: Binnen 6 weken willen we dat Mevr. zich veilig voelt bij douchen

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Waar staat RUMBA voor?
Hulpmiddel voor het formuleren van doelen
Relevant, Understandable, Measurable, Behavioral, Attainable
R = relevant
U = begrijpelijk
M = meetbaar
B = in termen van gedrag
A = haalbaar
Voorbeeld RUMBA doel: Mevrouw Dijkers kan zich binnen 8 weken met behulp van een rollator binnenshuis zelfstandig verplaatsen. 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Doelen RUMBA omschrijven, RUMBA als checklist:
Relevant: Mevr. kan zich verplaatsen(wat? )
Understandable (Begrijpelijk): Mevrouw Dijkers kan zich binnen 8 weken met behulp van een rollator binnenshuis zelfstandig verplaatsen. (begrijpelijke taal?)
Meetbaar: binnen 8 weken (waraan?)
Behavioral (concreet gedrag): Mevr. verplaatst zich zelfstandig (welk zichtbaar gedrag?)
Attainable (haalbaar): met behulp van een rollator, binnenshuis verplaatsen (is dit haalbaar?)
Voorbeeld RUMBA doel: Mevrouw Dijkers kan zich binnen 8 weken met behulp van een rollator binnenshuis zelfstandig verplaatsen. 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Video

This item has no instructions

Formuleer een doel bij je eerder opgestelde verpleeg/zorgprobleem: Meneer De Jong (87) heeft COPD en zit in een rolstoel omdat hij te weinig energie heeft om te lopen. Op zijn stuit heeft meneer een rode plek. De huisarts constateerde dat meneer ondervoed is. Meneer is nu opgenomen in het verpleeghuis.

Slide 29 - Open question

P (probleem): wat is het probleem waar dhr de Jong last van heeft?

E (oorzaak): wat is de oorzaak van dit probleem (of oorzaken)?

S (symptomen): wat is of zijn symptomen die dhr laat zien?
Formuleer een doel bij je eerder opgestelde verpleeg/zorgprobleem:Mw Pietersen is overgeplaatst van het ziekenhuis. Ze heeft een heupoperatie ondergaan na een gebroken heup.
In het ziekenhuis had ze bedrust en ze komt bij jullie op de afdeling om te revalideren. Ze klaagt over buikpijn, ze heeft 3 dagen geen ontlasting gehad.

Slide 30 - Open question

P (probleem): wat is het probleem waar dhr de Jong last van heeft?

E (oorzaak): wat is de oorzaak van dit probleem (of oorzaken)?

S (symptomen): wat is of zijn symptomen die dhr laat zien?
Formuleer een doel bij je eerder opgestelde verpleeg/zorgprobleem:Mevrouw de Boer is bij jou op de afdeling opgenomen. Ze zegt dat ze de laatste drie dagen heel slecht slaapt omdat het zo lawaaierig is op de gang. ​
Ze geeft aan dat ze door haar slaapgebrek erg veel overdag slaapt en erg prikkelbaar is.

Slide 31 - Open question

P (probleem): wat is het probleem waar dhr de Jong last van heeft?

E (oorzaak): wat is de oorzaak van dit probleem (of oorzaken)?

S (symptomen): wat is of zijn symptomen die dhr laat zien?
Wie stelt de verpleeg/zorgdoelen op?
A
de patiënt
B
de verpleegkundige/ verzorgende
C
de patiënt met de verpleegkundige
D
de hoofdbehandelaar

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Zorgproblemen in een verpleeg/zorgplan
Na de PESD volgt
-D = verpleeg/zorg Doelen
-I = interventies (activiteiten)
- E= evaluatie

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Volgende stap......

Na het vaststellen van de doelen volgens Smart of RUMBA ga je interventies dat zijn activiteiten koppelen aan de doelen zodat het duidelijk wordt HOE je de verpleeg/zorgdoelen gaat behalen. 
Hier hoort een planning bij..

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Verpleegkundige interventie...
Je kiest voor een interventie op basis van:
  •  Eigen deskundigheid
  • Wetenschappelijk inzicht
  • Informatie van de zorgvrager/naasten
En je houdt rekening met:
Autonomie zorgvrager (eigen regie)
Zelfzorg mogelijkheden zorgvrager 
Samenzorg (mantelzorg, vrijwilligers)
Professionele zorg (jij!)
Van zorgen voor naar zorgen dat.........(coachen)

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Een verpleegkundige interventie moet aansluiten bij:
A
Wens van de zorgvrager
B
Andere therapeutische afspraken
C
De aanwezige hulpmiddelen
D
De mantelzorger

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

VP interventies in een zorgplan

De interventies leg je vast in een zorgplan. Dit plan is individueel voor de zorgvrager. Bij het uitwerken van de gegevens stel jezelf dan de volgende vragen:
Wat? Wie? Wanneer? Waar? Waarmee? Hoe? (5xW+H)
Ook deze vragen zijn dus een check, staat dit allemaal beschreven in je interventie?

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld Interventies bij meneer Hoogendoorn, eerst de PES (hier heet het verpleeg/zorgprobleem de Diagnose) 

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

SMART /RUMBA doel meneer Hoogendoorn:
Dhr. drinkt per 24 uur minimaal 1,5 L vocht

Slide 39 - Slide

This item has no instructions


Welke interventies kun je zelf bedenken om het doel te behalen?

Slide 40 - Open question

This item has no instructions

Voldoen deze interventies helemaal aan 5xW+H?

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Formuleer interventies bij je eerder opgestelde verpleeg/zorgprobleem en -doel: Meneer De Jong (87) heeft COPD en zit in een rolstoel omdat hij te weinig energie heeft om te lopen. Op zijn stuit heeft meneer een rode plek. De huisarts constateerde dat meneer ondervoed is. Meneer is nu opgenomen in het verpleeghuis.

Slide 42 - Open question

P (probleem): wat is het probleem waar dhr de Jong last van heeft?

E (oorzaak): wat is de oorzaak van dit probleem (of oorzaken)?

S (symptomen): wat is of zijn symptomen die dhr laat zien?
Formuleer interventies bij je eerder opgestelde verpleeg/zorgprobleem en -doel: Mw Pietersen is overgeplaatst van het ziekenhuis. Ze heeft een heupoperatie ondergaan na een gebroken heup.
In het ziekenhuis had ze bedrust en ze komt bij jullie op de afdeling om te revalideren. Ze klaagt over buikpijn, ze heeft 3 dagen geen ontlasting gehad.

Slide 43 - Open question

P (probleem): wat is het probleem waar dhr de Jong last van heeft?

E (oorzaak): wat is de oorzaak van dit probleem (of oorzaken)?

S (symptomen): wat is of zijn symptomen die dhr laat zien?
Formuleer interventies bij je eerder opgestelde verpleeg/zorgprobleem en -doel: Mevrouw de Boer is bij jou op de afdeling opgenomen. Ze zegt dat ze de laatste drie dagen heel slecht slaapt omdat het zo lawaaierig is op de gang. ​
Ze geeft aan dat ze door haar slaapgebrek erg veel overdag slaapt en erg prikkelbaar is.

Slide 44 - Open question

P (probleem): wat is het probleem waar dhr de Jong last van heeft?

E (oorzaak): wat is de oorzaak van dit probleem (of oorzaken)?

S (symptomen): wat is of zijn symptomen die dhr laat zien?
Zorgproblemen in een verpleeg/zorgplan
Na de PESDI volgt
-D = verpleeg/zorg Doelen
-I = interventies (activiteiten)
- E= evaluatie

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie
Evalueren doe je op proces (is het doel behaald?) en op product (hoe is het doel behaald). Hiervoor stel je in je verpleeg/zorgplan al evaluatievragen op

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Ik ben in staat om volgende week
voor mijn eigen casus (Opdracht ziektebeeld geriatrie)
drie verpleegproblemen, doelen en interventies volgens de PESDIE te formuleren
A
Ja, geen uitleg meer nodig
B
Ja, maar ik vraag denk ik nog wel hulp
C
Nee, het is mij totaal niet duidelijk
D
Anders

Slide 47 - Quiz

This item has no instructions

Op welke leervraag heb je nog geen antwoord gevonden? Of welke nieuwe leervraag is ontstaan?

Slide 48 - Open question

This item has no instructions

Verder aan de slag met PESDIE
Oefen verder met het volgende:
  • Maak uit je werkboek werken met een zorgplan:
  • MZ/VIG: Blz. 53 opdracht 1 en 2 en blz. 56 opdracht 1
  • VP: Blz. 33 opdracht 1 en 2 en blz.36 opdracht 4 en 5

Maak daarna je nieuwe ziektebeeld/klinisch redeneren opdracht.

Slide 49 - Slide

This item has no instructions