informatie & materialen goed kunnen ordenen; goed organiseren van schooltaken
B
Helemaal zelf een evenement opzetten
C
Een feest of samenkomst verzinnen en regelen
D
Informatie opschrijven en je agenda goed bijhouden
1 / 12
next
Slide 1: Quiz
This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Wat is organiseren?
A
informatie & materialen goed kunnen ordenen; goed organiseren van schooltaken
B
Helemaal zelf een evenement opzetten
C
Een feest of samenkomst verzinnen en regelen
D
Informatie opschrijven en je agenda goed bijhouden
Slide 1 - Quiz
Hoe en waar werk jij het beste?
A
Stil, opgeruimd, geordend, netjes en met niemand in de buurt!!!
B
Het moet wel een beetje netjes zijn
C
Het maakt mij niet zo heel veel uit... als het maar een fijne plek is
D
Boeien! ... ik kan overal m'n ding wel doen
Slide 2 - Quiz
Slide 3 - Video
Wat is jouw ochtendritueel om geordend naar school te gaan?
Slide 4 - Open question
Wat moet je allemaal meenemen naar school?
Slide 5 - Mind map
Wat zijn dingen waardoor jij te laat zou kunnen komen?
Slide 6 - Mind map
Wat is een prioriteit
A
Een rare tijd in het verleden
B
Iets wat voorrang heeft
C
Iets wat NU moet gebeuren
D
Iets wat totaal geen haast heeft
Slide 7 - Quiz
In deze les ga je leren wat het verschil is tussen het noteren van huiswerk en het maken van een overzichtelijke planning. Ook ga je leren hoe je een overzichtelijke planning kan maken en hoe je dit kunt volhouden.
Introductie
Introductie
Slide 8 - Slide
Waar sta je?
Dit kan ik al
Dit wil ik nog leren
Ik kan een (leer)taak op tijd starten
Ik kan een (leer)taak op tijd afronden
Ik kan een onderwerp kiezen
Ik kan een opdracht opdelen in deeltaken
Ik kan een tijdsplanning maken met meerdere taken
Ik kan een huiswerkschema maken
Ik kan inschatten hoeveel tijd een (leer)taak inneemt
Ik kan het belangrijkste eerst doen
Ik kan lange termijnopdrachten vooruit plannen
Slide 9 - Drag question
2. Hoe doe je het nu?
Maak je al planningen en hoe gaat dat nu?
Hoe houd jij je huiswerk bij op dit moment?
Je gaat nu 4 oefeningen maken waarbij er gecheckt wordt hoe je er op dit moment voorstaat met plannen.
Slide 10 - Slide
Vraag 1: Wanneer heb jij voor het laatst een planning gemaakt? Leg uit hoe dat ging.
Maak je al planningen en hoe gaat dat nu?
Slide 11 - Open question
Vraag 3: Als jouw planning een emoticon zou zijn.. welke zou je kiezen?