De baby verschonen doe je volgens een vaste volgorde. Zet de stappen in de juiste volgorde:
1
2
3
4
5
Was je handen en rapporteer als er bijzonderheden zijn.
Verzamel een aankleedkussen, billendoekjes, schone luier en een luieremmer
Verschoon de luier.
Zorg voor een juiste werkomgeving. Sluit ramen en deuren om tocht te voorkomen
Maak alles schoon en ruim op.
Slide 12 - Drag question
Aan de slag!
Oefen in tweetallen
- badje voorbereiden
- baby uitkleden
- baby in bad doen
- nieuwe luier omdoenen baby aankleden
Slide 13 - Slide
Oefenen
Oefen in tweetallen
- badje voorbereiden
- baby uitkleden
- baby in bad doen
- baby aankleden en nieuwe luier omdoen
Slide 14 - Slide
Zwangerschap & Geboorte
Slide 15 - Slide
Zaadcel dringt eicel binnen
De winnaar verliest zijn staart
Slide 16 - Slide
Samensmelting zaadcel en eicel=
Bevruchting
Celdeling
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Innesteling in baarmoederwand
Embryo van 3 weken
Slide 19 - Slide
4 weken
6 weken
Slide 20 - Slide
8 weken
3 maanden
Slide 21 - Slide
4 maanden
5 maanden
Slide 22 - Slide
6 maanden
7 maanden
Slide 23 - Slide
8 maanden
ligt al met hoofdje naar beneden
Slide 24 - Slide
navelstreng
Slide 25 - Slide
Bevalling
Hormonen regelen de geboorte van een baby.
De bevalling bestaat uit 5 stappen.
- Indaling
- Ontsluiting
- Breken van de vliezen
- Uitdrijving
- Nageboorte
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
uitdrijving
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Hoe noemen we een vrouwelijke geslachtscel?
A
zaadcel
B
eicel
Slide 31 - Quiz
Hoe noemen we het samensmelten van zaadcel en eicel?
A
bevruchting
B
innesteling
C
menstruatie
D
ovulatie
Slide 32 - Quiz
Waar nestelt de bevruchtte eicel zich in?
A
in de maag
B
in de buik
C
in de baarmoeder
D
in de vagina
Slide 33 - Quiz
Slide 34 - Video
Wat is een stuitligging?
A
het kindje komt eerst met het kontje naar buiten.
B
het kindje komt eerst met het hoofdje naar buiten
Slide 35 - Quiz
In welke fase komt het kindje door de vagina naar buiten?
A
ontsluiting
B
uitdrijving
C
nageboorte
Slide 36 - Quiz
Waarom zit een embryo met de navelstreng vast aan de placenta?
A
Deze beschermt het embryo tegen stoten, uitdrogen en wisseling van temperatuur .
B
om het bloed uit te wisselen met de moeder.
C
Hierdoor stromen voedingstoffen naar het toe. Afvalstoffen gaan van embryo naar placenta.
D
Om gehecht te raken aan de moeder.
Slide 37 - Quiz
Hoe ligt een kind meestal vlak voor de geboorte?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 38 - Quiz
Welke fase van de geboorte zie je op de afbeelding?
A
weeën
B
nageboorte
C
ontsluiting
D
uitdrijving
Slide 39 - Quiz
Zet in de juiste volgorde: 1. uitdrijving 2. ontsluiting 3. nageboorte 4. innesteling
A
1 - 2 - 4 - 3
B
4 - 1 - 2 - 3
C
4 - 2 - 1 - 3
D
2 - 1 - 4 - 3
Slide 40 - Quiz
Hoe noemen we het kind na twaalf weken zwangerschap?
A
Baby
B
Foetus
C
Embryo
D
Blastula
Slide 41 - Quiz
1. Vruchtvliezen zijn vliezen om het embryo en vruchtwater heen. 2. De functie van de vruchtvliezen: Zij beschermen het embryo tegen uitdroging, stoten en wisselingen in temperatuur
A
1 waar
2 nietwaar
B
1 nietwaar
2 waar
C
beide waar
D
beide nietwaar
Slide 42 - Quiz
1. Placenta: Deel van de baarmoederwand waar bloed in bloedvaten van het embryo vlak langs het bloed van de moeder stroomt.
2. Functie van de placenta: Het embryo neemt hieruit voeding en zuurstof op