Taalverzorging spelling; meervoud

Het meervoud
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Het meervoud

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Schrijf zoveel mogelijk woorden op
in het meervoud.
Kijk goed om je heen.

Slide 3 - Mind map

Bal - ballen
Enkelvoud: Eindigt een woord op één klinker en één medeklinker?

Meervoud: Dan verdubbelt de medeklinker.

Slide 4 - Slide

Aap - apen
Enkelvoud: Eindigt een woord op twee klinkers en een medeklinker?

Meervoud: Er valt een klinker weg.

Slide 5 - Slide

De s>z en de f>v
woorden die eindigen -s of -f

in het meervoud wordt s>z f>v
grens: grenzen laars: laarzen
staaf: staven sluis: sluizen








Slide 6 - Slide

Wat is de juiste meervoudsvorm

accu
A
accuus
B
accu's
C
accus

Slide 7 - Quiz

Wat is de juiste meervoudsvorm

cadeau
A
cadeaus
B
cadeau's
C
cadeautjes

Slide 8 - Quiz

Wat is de juiste meervoudsvorm

taxi
A
taxi's
B
taxies
C
taxis

Slide 9 - Quiz

Wat is de juiste meervoudsvorm

ski
A
skies
B
ski's
C
skis

Slide 10 - Quiz

Wat is de juiste meervoudsvorm

café
A
cafees
B
café's
C
cafés

Slide 11 - Quiz

Wat is de juiste meervoudsvorm

pony
A
ponies
B
pony's
C
ponys

Slide 12 - Quiz

Wat is de juiste meervoudsvorm

melodie
A
melodies
B
melodieën
C
melodie's

Slide 13 - Quiz

-'s
-ën
-en
-s

Slide 14 - Drag question

Het meervoud van:

zeef

Slide 15 - Open question

Het meervoud van:

porie

Slide 16 - Open question

Het meervoud van:

oceaan

Slide 17 - Open question

Het meervoud van:

zee

Slide 18 - Open question

Het meervoud van:

mp3

Slide 19 - Open question

Het meervoud van:

stage

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Video