M3 - les 9 - signaalwoorden en tekstverbanden

M3 - Nederlands - les 7
1. Lezen - signaalwoorden en tekstverbanden
2. Check - signaalwoorden en tekstverbanden
3. Informatie toetsweek 
4. Donderdag: SO spelling bespreken

Leerdoelen:
- Ik kan uitleggen wat signaalwoorden zijn.
- Ik kan uitleggen wat signaalwoorden met tekstverbanden te maken hebben.
- Ik kan het concluderend, oorzakelijk en redengegevend verband uitleggen.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

M3 - Nederlands - les 7
1. Lezen - signaalwoorden en tekstverbanden
2. Check - signaalwoorden en tekstverbanden
3. Informatie toetsweek 
4. Donderdag: SO spelling bespreken

Leerdoelen:
- Ik kan uitleggen wat signaalwoorden zijn.
- Ik kan uitleggen wat signaalwoorden met tekstverbanden te maken hebben.
- Ik kan het concluderend, oorzakelijk en redengegevend verband uitleggen.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Ga naar bladzijde 11 in je boek.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 2
1. Wat is het onderwerp van Jochems blog? 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Samen lezen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 3
Neem over in je schrift en vul aan met de signaalwoorden in de tekst. Daarachter schrijf je het tekstverband en leg je het uit. De theorie staat op blz. 10.:



Klaar? Maak opdracht 4.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Pak je laptop en log in op LessonUp!
Leerdoelen:
- Ik kan uitleggen wat signaalwoorden zijn.
- Ik kan uitleggen wat signaalwoorden met tekstverbanden te maken hebben.
- Ik kan het concluderend, oorzakelijk en redengegevend verband uitleggen.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn de signaalwoorden oorzaak-gevolg?
A
maar, echter
B
doordat, daardoor, als gevolg van
C
ten eerste, verder, ook
D
tegenover, daarentegen

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Welke signaalwoorden horen bij een tegenstellendverband?
A
maar, tegenover
B
daarentegen, toch
C
echter, hoewel
D
ondanks dat, aan de ene kant... aan de andere kant

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

5. Wat zijn signaalwoorden reden ?
A
als(...dan), indien, tenzij, wanneer
B
maar, toch, echter, desondanks, aan de ene kant .... aan de andere kant, daar staat tegenover
C
zo, bijvoorbeeld, neem nou, zoals
D
daarom, dus, omdat, want, namelijk, immers

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Signaalwoorden tijdsvolgorde zijn
A
want, omdat, namelijk
B
ten eerste, en, tot slot
C
eerst, vervolgens, dan
D
dus, kortom, slotsom

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor een conclusie?
A
namelijk
B
ten slotte
C
daarom
D
eerst

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is GEEN voorbeeld van een toelichtend signaalwoord?
A
denk aan
B
bijvoorbeeld
C
terwijl
D
zoals

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Toelichting

Geef eens een toelichting.
A
een opmerking geven
B
voorbeelden geven
C
nadere uitleg geven
D
een vraag stellen

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Toetsweek
Na de vakantie nog 3 lessen Nederlands (3x50 min.)

Stof:
Spelling + werkwoordspelling (dezelfde als in het SO);
+ Algemene spelling;
+ Werkwoordspelling
Begrijpend lezen -->
+ Herhaling leerjaar 2: maak je online; staat klaar in Nieuw Nederlands online;
+ Verder vooral tekstverbanden en signaalwoorden: 
Ik kan opsommend, chronologisch, tegenstellend, toelichtend, concluderend, redengevend en oorzakelijk verband in een tekst herkennen aan de hand van signaalwoorden.

Slide 15 - Slide

Opdracht 1
a kaas∙win∙kel
b er∙bo∙ven
c veel∙be∙spro∙ken (of: veel∙be∙spro∙ken)
d op∙val∙len
e in∙ter∙net∙on∙der∙ne∙mer
f mil∙joe∙nen∙claim
g voet∙bal∙schoe∙nen
h er∙o∙ver∙heen
i thee∙zet∙ten
j kort∙du∙rend
k vo∙lu∙me∙knop
l e∙lek∙tro∙mon∙teur

Opdracht 2 
a Seb is vastbesloten om later een autorijschool te beginnen.
b Ik moet voor twaalf uur thuiskomen, want anders krijg ik ervan langs.
c Het hooggelegen bergdorpje bood een adembenemende blik op de bergen.
d Volgens mijn weerapp is het ’s ochtends lichtbewolkt maar wordt het daarna zonnig.
e Loslopende honden zijn niet toegestaan in dit beschermde natuurgebied.
f Zaterdagmiddag moet ik invallen voor de keeper bij de hockeywedstrijd.

Opdracht 3 
a schoonmaken met allesreiniger
b het veelgebruikte lettertype
c twaalfduizend festivalbezoekers
d schone handdoeken
e vioolspelen en gitaarles nemen
f erin vallen
g nieuwbouwhuizen en oude huizen
h een vrijblijvend adviesgesprek
i erdoorheen zingen
j driehonderd proefpersonen
k kapotgemaakt of stukgevallen
l de schuinstaande keukentrap 
Na de toetsweek
Sollicitatiebrief en CV (curriculum vitae) schrijven.
Hiervoor hebben we 6 lesuren.


Slide 16 - Slide

Opdracht 1
a kaas∙win∙kel
b er∙bo∙ven
c veel∙be∙spro∙ken (of: veel∙be∙spro∙ken)
d op∙val∙len
e in∙ter∙net∙on∙der∙ne∙mer
f mil∙joe∙nen∙claim
g voet∙bal∙schoe∙nen
h er∙o∙ver∙heen
i thee∙zet∙ten
j kort∙du∙rend
k vo∙lu∙me∙knop
l e∙lek∙tro∙mon∙teur

Opdracht 2 
a Seb is vastbesloten om later een autorijschool te beginnen.
b Ik moet voor twaalf uur thuiskomen, want anders krijg ik ervan langs.
c Het hooggelegen bergdorpje bood een adembenemende blik op de bergen.
d Volgens mijn weerapp is het ’s ochtends lichtbewolkt maar wordt het daarna zonnig.
e Loslopende honden zijn niet toegestaan in dit beschermde natuurgebied.
f Zaterdagmiddag moet ik invallen voor de keeper bij de hockeywedstrijd.

Opdracht 3 
a schoonmaken met allesreiniger
b het veelgebruikte lettertype
c twaalfduizend festivalbezoekers
d schone handdoeken
e vioolspelen en gitaarles nemen
f erin vallen
g nieuwbouwhuizen en oude huizen
h een vrijblijvend adviesgesprek
i erdoorheen zingen
j driehonderd proefpersonen
k kapotgemaakt of stukgevallen
l de schuinstaande keukentrap 
SO spelling bespreken

Slide 17 - Slide

This item has no instructions