24BBL Voeding en maaltijden Module A (1)

24BBL Voeding en maaltijden
Leerdoelen blz.7
1 / 53
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

24BBL Voeding en maaltijden
Leerdoelen blz.7

Slide 1 - Slide

Plannen en methodisch werken
AL WEER ?????

LEES 2.2 t/m 2.3
MAAK opdracht 4 t/m 10

Slide 2 - Slide

2.4 VOEDING EN GEZONDHEID

Slide 3 - Slide

Wat weet je er allemaal van???
We beginnen met een quiz :-)

Slide 4 - Slide

Wat zit er in poep of ontlasting?
A
Onverteerde stoffen uit het eten
B
Verteerde stoffen uit het eten
C
Voedingsstoffen met water
D
Bacteriën

Slide 5 - Quiz

Wat is een ander woord voor ontlasting?
A
obstipatie
B
sputum
C
diarree
D
faeces

Slide 6 - Quiz

Hoe heet het proces waarbij voedsel wordt omgezet in de noodzakelijke stoffen om het lichaam gezond te houden?
A
spijsvertering
B
vertering
C
stofwisseling
D
verbranding

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Video

Is metabolisme hetzelfde als stofwisseling?
A
JA
B
NEE
C
NIET ALTIJD

Slide 9 - Quiz

Welke voedingsstoffen leveren energie?
A
Water en vezels.
B
Eiwitten, mineralen en vitamines.
C
Voedingsvezels en bouwstoffen.
D
Vetten, koolhydraten en eiwitten.

Slide 10 - Quiz

Waar hebben we eiwitten het meest voor nodig?
A
Voor energie
B
Voor groei en de aanmaak van nieuwe cellen
C
Voor een goede spijsvertering
D
Voor de vochthuishouding

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Video

Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
- Wat is het verschil?
- Waar hebben we voedingsstoffen voor nodig?
- In welke voedingsmiddelen komen de verschillende 
   voedingsstoffen voor?

Slide 13 - Slide

Stofwisseling = proces waarbij voedsel wordt omgezet in noodzakelijke sappen en stoffen om het lichaam gezond te houden​

NODIG voedingsstoffen ​
- koolhydraten en vetten --> brandstof (energie)​
- eiwitten --> brandstof en bouwstof (groei en aanmaak nieuwe cellen)​
- vitamines, mineralen en spoorelementen --> ondersteuning​
Ook NODIG: vocht en vezels​




Slide 14 - Slide

2.5 Vitaminen
- Helpen bij diverse lichaamsprocessen
- De meeste vitaminen moeten we via de voeding binnenkrijgen
- Gevarieerde voeding dus noodzakelijk
- Voedingssupplementen JA of NEE?

-> Blz, 18

Slide 15 - Slide

Vitaminen helpen bij de stofwisseling.​

Nodig bij diverse lichaamsprocessen.​
Vit. A: weerstand, ogen, huid, tandvlees​
Vit. B: rol bij bijna alle lichaamsprocessen​
Beta caroteen --> vit. A​
Vit. C: weerstand, botten​
Vit. D: botten, gebit​
Vit. E: aanmaak van rode bloedlichaampjes, spieren, anti oxidanten​
Vit. K: stollen bloed, botten​







Slide 16 - Slide

2.6 Mineralen
- Je krijgt ze binnen via je voeding
- Biedt ondersteuning bij heel veel processen in het lichaam
- Spoorelementen -> als je maar heel weinig nodig hebt 

Overzicht blz. 20/21
Maak opdr. 13

Slide 17 - Slide

 Kalium  vochtbalans, bloeddruk, zenuwprikkels, spiersamentrekking​

Calcium  opbouw botten / gebit​
Magnesium  werking van spieren, zenuwstelsel, opbouw botten / gebit​
Natrium  vochthuishouding, spierwerking, bloeddruk​
Chloor  vochtbalans​
Fosfor  stevigheid botten en tanden​
IJzer  aanmaak van hemoglobine (rode bloedcellen)​
Fluoride  tandbederf​
Jodium  aanmaak schildklierhormoon, zenuwstelsel, groei, stofwisseling​







Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

2.7 Gezonde voeding

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Schijf van vijf​
Doel:​

Gevarieerd eten​
Gezond eten​
In een goede verhouding​

https://www.voedingscentrum.nl/nl/gezond-eten-met-de-schijf-van-vijf.aspx​ 
-> Open deze site en bekijk extra de informatie omtrent
de Schijf van vijf





Slide 22 - Slide

2.8 ADH
Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid

* Energie: calorieën
* Balans: dagelijkse activiteiten <-> voeding
* Vochtbalans
*Gezond blijven
* Advies Gezondheidsraad

Slide 23 - Slide

2.9 Voedingsadvies op maat​
Doelgroep                                                                                    Advies
1. Zwangere vrouw​                               A. Licht verteerbaar voedsel​
2. Vrouwen na overgang​                   B. Extra melk/kaas, fruit en extra foliumzuur​ 3. Ouderen​                                               C. Energiebeperkt voedsel​                              
4. Niet meer in staat om te koken​  D. Voldoende melk en melkproducten
5. Baby’s​                                                   E. Extra eiwitten​       
6. Schoolgaande kinderen​               F. Voldoende koolhydraten / brandstof​  
7. Topsporters​                                        G. Voldoende vocht en minder calorieën​ 
8. Iemand met weinig beweging​   H. Maaltijdvoorziening​                







Slide 24 - Slide

Voedingsadvies 
Doelgroep                                                                                    Advies
1. Zwangere vrouw​                               B. Extra melk/kaas, fruit en extra foliumzuur​ 2. Vrouwen na overgang​                  D. Voldoende melk en melkproducten
3. Ouderen​                                              G. Voldoende vocht en minder calorieën​        4. Niet meer in staat om te koken​ H. Maaltijdvoorziening​       
5. Baby’s​                                                  A. Licht verteerbaar voedsel​                                  6. Schoolgaande kinderen​              E. Extra eiwitten​
7. Topsporters​                                        F. Voldoende koolhydraten / brandstof​      
8. Iemand met weinig beweging​  C. Energiebeperkt voedsel​       







Slide 25 - Slide

2.10 en 2.11 Eetmomenten & Invloeden
BALANS tussen de aanvoer van brandstoffen en bouwstoffen en de verbranding

EETPATROON -> welke factoren spelen een rol?
*Temperatuur *Sociale factoren *Emotionele factoren 
*Belasting *Gezondheid

Slide 26 - Slide

Quizje tussendoor

Slide 27 - Slide

Wat is de schijf van Vijf?
A
Richtlijnen voor gezonde voeding.
B
Richtlijnen voor gezonde voeding en lichaamsbeweging.
C
Richtlijnen voor lichaamsbeweging.
D
De keuzemogelijkheden voor gezonde tussendoortjes.

Slide 28 - Quiz

Staan noten in de schijf van vijf?
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quiz

Welke voedingsstoffen leveren energie?
A
Water en vezels.
B
Eiwitten, mineralen en vitamines.
C
Voedingsvezels en bouwstoffen.
D
Vetten, koolhydraten en eiwitten.

Slide 30 - Quiz

Welke voedingsstof levert het meeste bouwstof??
A
Vetten
B
Vitamines
C
Koolhydraten
D
Eiwitten

Slide 31 - Quiz

Stofwisseling staat voor?
A
Verzamelnaam voor chemische processen in lichaam​
B
Alles wat we eten
C
Werking van ons lichaam
D
Alles wat we verteren

Slide 32 - Quiz

Stofwisseling is het zelfde als spijsvertering
A
waar
B
niet waar

Slide 33 - Quiz

Wat zijn de belangrijkste leveranciers van energie?
A
Water en koolhydraten
B
Koolhydraten en vitamines
C
Mineralen en eiwitten
D
Koolhydraten en vetten

Slide 34 - Quiz

Wat leveren brood en pasta met name?
A
Vetten
B
Eiwitten
C
Koolhydraten

Slide 35 - Quiz

Waar hebben we voedingsvezels voor nodig?
A
Een goede spijsvertering
B
Voor transport van de voedingsstoffen
C
Voor een goede werking van de nieren
D
Energie

Slide 36 - Quiz

Wat zit er met name in zuivelproducten en noten?
A
Calcium
B
Magnesium
C
Fluoride
D
Natrium

Slide 37 - Quiz

In welke voedingsmiddelen zit veel vit.C?
A
Zuivelproducten
B
Brood en eieren
C
Fruit en groenten
D
Vlees en vis

Slide 38 - Quiz

2.12 Andere culturen
Welke verschillen kunnen er zijn met de Nederlandse eetgewoonten?
- Moslim
-Joods
- Hindoestaans
- Christen

Slide 39 - Slide

2.13 Problemen met eten
EETPROBLEEM = een onevenwichtig eetpatroon --> bedreiging voor de gezondheid​

- Veel eten & weinig bewegen --> overschot aan energie --> traagheid, kortademigheid, ​
  moeheid, overgewicht​
- Weinig eten & veel bewegen --> energietekort --> weerstand omlaag, gauw koud​
  hebben, moeheid, ondergewicht​
- Weinig variatie in de voeding --> balans in de war --> lichaam kan niet voldoende​
  functioneren​
- Onregelmatig eten --> schommelingen in de stofwisseling --> slapte, dorst,​
  concentratieverlies, eetbuien, overgewicht​








Slide 40 - Slide

2.14  Observeren en registreren
Wat observeren? 
Uitgaan van eigen patroon -> wijkt het af?
Voorbeelden -> geen zin meer in eten, in een keer meer drinken, of meer gaan eten

Slide 41 - Slide

2.15 Eet- en drinkgedrag bij ouderen
Redenen waarom ouderen minder kunnen gaan eten en drinken:
- Ouderen hebben minder gevoel voor honger en dorst
- Slecht zittend gebit
- Moeite met boodschappen doen en koken
- Eenzaamheid en depressie
-Ruiken en proeven wordt minder

HITTEPROTOCOL -> bekijk het filmpje en maak opdracht 33

Slide 42 - Slide

2.16 Observeren
Observeren is het bewust, systematisch en gericht waarnemen (zien, horen, ruiken of voelen) met als doel gegevens over de zorgvrager verzamelen -> er is dus een reden

Objectief > observeren zonder er een oordeel aan te koppelen
Subjectief > observeren en er een oordeel aan koppelen

Slide 43 - Slide




Observeren

Slide 44 - Slide

Observeren 
Waarom belangrijk om eetgedrag nauwkeurig te observeren?


Slide 45 - Slide

2.17 Extra opletten
Dementie
Diabetes
Medicatie
Zieken
Depressie

Maak opdracht 35, 36 en 37

Slide 46 - Slide

2.18 Registreren
Je registreert (na observatie) wat iemand eet en drinkt
In het dossier
Hoeveelheden goed afmeten, eenmalig en nauwkeurig opschrijven --> verschillende manieren
Bij ouderen en bij de kinderopvang !

Slide 47 - Slide

2.19 Rapporteren
Rapporteren is het systematisch vastleggen of overdragen van gegevens. Waarover op het gebied van eten en drinken?

Objectief
Subjectief

Hoe gebeurt dit op je werk? -> mondeling - schriftelijk/digitaal

Slide 48 - Slide

2.20 Eet- en drinkgedrag van kleine kinderen

Kinderen: drinkflessen, dus makkelijk aflezen
Na 1 jaar alleen met duidelijke reden registreren Schommelingen in gewicht in de gaten houden 
Ervaringen kinderopvang!!!

Slide 49 - Slide

2.21 Eetstoornissen
- Psychische aandoening
- Aandacht voor voedsel en eigen gewicht wordt een obsessie
- Meerdere factoren spelen een rol
- Anorexia / Boulimia 
- Lichamelijke / psychische gevolgen

Slide 50 - Slide

Slide 51 - Video

Slide 52 - Video

Slide 53 - Video