Start H3 + 3.1 wat is statistiek

Hoofdstuk 3


Invoegen plattegrond op niveau
Nieuwe periode, dus nieuwe plattegrond en nieuwe HW controle regels.
1 / 20
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3


Invoegen plattegrond op niveau
Nieuwe periode, dus nieuwe plattegrond en nieuwe HW controle regels.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Periode 2
  • Hoofdstuk 3 + 7
  • maar vooral Excel
  • Geen toets in de trap
  • PO, in te leveren voor 27 januari 17.00 uur, Magister.


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

PO
  • PO, in te leveren voor 27 januari 17.00 uur.
  • Einde trap, maar mag (en kan) ook eerder.
  • In tweetallen
  • Na de kerst vakantie 2 weken de tijd voor. 
  • 6 lesuren, dat is 270 minuten.
  • Vorig jaar in een middag, dat is 240 minuten.


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

PO
  • Stof H3, H7 en cursus Excelleren.
  • De theorie van H3 en H7 dus kunnen toepassen en uitvoeren in Excel.
  • Cursus Excelleren + benodigde bestanden: zie Magister.


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

De komende 2 weken!

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

De komende 2 weken!
Week 47 verlof. Dan Paragraaf 3.1, 3.2 en 3.3 zelfstandig maken.
Deze week introductie statistiek en uitleg Excel.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Statistiek 
Is het verzamelen, ordenen, samenvatten en analyseren van gegevens. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Statistiek 



  • Voor een onderzoek naar de mening van abonnees op een krant wordt een enquête gehouden. Door middel van loting worden tien abonnees bevraagd.

  • Voor een onderzoek naar het rijgedrag van vrachtwagenchauffeurs enquêteer je mensen. Je kiest voor de uitgang/ingang van een treinstation en bevraagt vanaf 7:00 uur elk uur van de dag tien willekeurige reizigers.
Is het verzamelen, ordenen, samenvatten en analyseren van gegevens. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Populatie/steekproef 
Een populatie is de gehele groep waarover je uitspraken wilt doen. 
Een steekproef is de specifieke subgroep die je daadwerkelijk onderzoekt en waarvoor je data verzamelt.

Slide 9 - Slide


Een populatie kan namelijk ook bestaan uit objecten, gebeurtenissen, organisaties, landen, diersoorten, organismen, et cetera.
Populatie/steekproef 
v



Voorbeeld 1:
Populatie: "verpleegkundigen tussen de 25 en 34 jaar oud”
Steekproef: "Alle vrouwelijke verpleegkundigen tussen de 25 en 34 jaar oud"
Een populatie is de gehele groep waarover je uitspraken wilt doen. 
Een steekproef is de specifieke subgroep die je daadwerkelijk onderzoekt en waarvoor je data verzamelt.

Slide 10 - Slide


Een populatie kan namelijk ook bestaan uit objecten, gebeurtenissen, organisaties, landen, diersoorten, organismen, et cetera.
Populatie/steekproef 
v



Voorbeeld 2: 
Populatie: "Alle bovenbouw leerlingen van Het Udens College"
Steekproef: "Alle leerlingen die het profiel Natuur en Techniek hebben"
Een populatie is de gehele groep waarover je uitspraken wilt doen. 
Een steekproef is de specifieke subgroep die je daadwerkelijk onderzoekt en waarvoor je data verzamelt.

Slide 11 - Slide


Een populatie kan namelijk ook bestaan uit objecten, gebeurtenissen, organisaties, landen, diersoorten, organismen, et cetera.
Statistische variabele 
v




Kenmerken die je onderzoekt. 

Slide 12 - Slide


Een populatie kan namelijk ook bestaan uit objecten, gebeurtenissen, organisaties, landen, diersoorten, organismen, et cetera.
Statistische variabele 
v

Welke variabelen worden 
hier onderzocht:


Kenmerken die je onderzoekt. 

Slide 13 - Slide


Een populatie kan namelijk ook bestaan uit objecten, gebeurtenissen, organisaties, landen, diersoorten, organismen, et cetera.
Statistische variabele 
v

Welke variabelen worden 
hier onderzocht:
  • Geslacht
  • Voorkeurshand 


Kenmerken die je onderzoekt. 

Slide 14 - Slide


Een populatie kan namelijk ook bestaan uit objecten, gebeurtenissen, organisaties, landen, diersoorten, organismen, et cetera.
Data/dataset
v



Gegevens die je hebt verzameld noem je data
Verzameling van data van één of meer variabelen noem je een dataset.

Slide 15 - Slide


Een populatie kan namelijk ook bestaan uit objecten, gebeurtenissen, organisaties, landen, diersoorten, organismen, et cetera.
Statistische uitspraken 
v

Twee uitspraken welke is een statistische uitspraak?
"Als je met twee dobbelstenen gooit zul je in 16,7% van alle worpen 7 ogen gooien."

 "40% van de leerlingen in klas 2C van school X is een meisje."

Uitspraken doen naar aanleiding van een statistisch onderzoek wordt statistische uitspraken genoemd. 

Slide 16 - Slide


Een populatie kan namelijk ook bestaan uit objecten, gebeurtenissen, organisaties, landen, diersoorten, organismen, et cetera.
Statistische uitspraken 
v

Wel een statistische uitspraak:  "Als je met twee dobbelstenen gooit zul je in 16,7% van alle worpen 7 ogen gooien."
Je kunt beredeneren, maar of het in de praktijk uitkomt is maar de vraag. Het percentage van 16,7% zal heel vaak niet precies uitkomen. Je gaat dan heel vaak proberen.

Geen statische uitspraak: "40% van de leerlingen in klas 2C van school X is een meisje."
Dit kun je gewoon opzoeken in de schooladministratie en dan het percentage uitrekenen.

Uitspraken doen naar aanleiding van een statistisch onderzoek wordt statistische uitspraken genoemd. 

Slide 17 - Slide


Een populatie kan namelijk ook bestaan uit objecten, gebeurtenissen, organisaties, landen, diersoorten, organismen, et cetera.
Populatie
Dataset
Statistische variabele
Statistische uitspraak
Inwoners van Arnhem
Leeftijd van alle inwoners in Arnhem opgeschreven
De demografische druk in Arnhem is hoog
Leeftijd
Aantal inwoners

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

In een onderzoek naar de hoeveelheid beweging bij jongeren tussen 12 en 18 jaar, zijn 1387 respondenten data verzameld.  
Populatie
Dataset
Statistische variabele
Statistische uitspraak
Leeftijd
Leeftijd van alle jongeren die verschillende vervoermiddelen hebben. 
Sport en sporttijd
Jongeren die verder dan 15 km van school wonen gaan vaker met de fiets naar school. 
Jongeren tussen 12 en 18 jaar 
Vervoermiddel
Alle jongeren die een bepaalde tijd sporten. 

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

Huiswerk
Open cursus Excelleren en begin bij niveau 1.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions