Onderhoud en herstelwerkzaamheden / ongedierte

Hoofdstuk 8: 
Onderhoud en 
herstelwerkzaamheden

IBS 4: Boerderij

niveau 2
1 / 31
next
Slide 1: Slide
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 8: 
Onderhoud en 
herstelwerkzaamheden

IBS 4: Boerderij

niveau 2

Slide 1 - Slide

Materialen
  • afrastering
  • verbindingen
  • gereedschappen

Slide 2 - Slide

Afrastering
Afhankelijk van het diersoort (kooi, weide, gaas).

Houten palen:
  • geïmpregneerd
  • 1/3e de grond in
  • gebruik van te voren een grondboor
  • gat dichtgooien met grond
  • spandraad en spanners 
  • eventueel stroomdraad: gladdraad en isolatoren



Slide 3 - Slide

Zet de juiste benaming onder de onderdelen.
schroef
bout
moer
spijker

Slide 4 - Drag question

Verbindingen
2 materialen aan elkaar verbinden

  • schroef
cilindervormig deel met kop
schroevendraaier 
  • bout
inbus (zeszijdig gat) of torx (zespuntig, stervormig gat)
  • moer 
ringsleutel
  • draadnagel / spijker
hamer of spijkermachine/tacker
  • Plug

Slide 5 - Slide

schroevendraaier kruiskop
platte schroevendraaier
inbus
torx
ringsleutel
tacker

Slide 6 - Drag question

Gereedschappen
  • handgrondboor
  • hamers
gewone hamer / klauw hamer / rubberen hamer (tegels leggen)
  • schroevendraaier
rechtsom = vast, linksom = los
  • zaag
ijzerzaag / handzaag (hout) / figuurzaag / decoupeerzaag
  • tang
waterpomptang / (zij)kniptang / knijptang / combinatietang / 
  • sleutels
ringsleutel / steeksleutel / bahco / inbussleutel / ratel


Slide 7 - Slide

decoupeerzaag
gewone hamer
figuurzaag
rubber hamer
handzaag
klauwhamer
ijzerzaag

Slide 8 - Drag question

Wat kun je met een klauwhamer wat je met een gewone hamer niet kunt?

Slide 9 - Open question

Waarvoor gebruik je een rubberen hamer?

A
spijkers in houten voorwerpen te slaan
B
geklemde spijkers uit een voorwerp halen
C
leggen van tegels

Slide 10 - Quiz

ringsleutel
steeksleutel
knijptang
combinatietang
bahco
waterpomptang
(zij)kniptang
inbussleutel

Slide 11 - Drag question

Wat kun je met een bahco doen?
A
voorwerp stevig vastpakken en verbuigen
B
bouten losdraaien
C
voorwerpen snijden/knippen
D
spijkers uit hout halen

Slide 12 - Quiz

Noem de verschillen tussen een
hooivork en een mestvork.

Slide 13 - Mind map

Gereedschap voor in het gebouw en omgeving
  • Bezem (hard/zacht)
  • handveger en blik
  • schrobber
  • ragebol
  • mestkrabber
  • kruiwagen
  • bladhark
  • hooivork (lange steel, 2 of 3 tanden)
  • mestvork (korte steel met handvat, 4  of meer tanden)
  • spade (stevig, rechthoekig blad)
  • schep / schop / bats 
  • schoffel 




Slide 14 - Slide

Gereedschap dier
harnachement paard
hoefverzorgingsmaterialen 
scheerapparaat 

Slide 15 - Slide

handveger en blik
harde bezem
zachte bezem
schrobber
mestkrabber
voegenkrabber
ragebol

Slide 16 - Drag question

schop
bladhark
kruiwagen
hooivork
mestvork
spade

Slide 17 - Drag question

Waar kan je het beste de grond mee omspitten?
A
spade
B
bats
C
bladhark
D
schep

Slide 18 - Quiz

Geef voorbeelden van ongedierte.

Slide 19 - Mind map

Ongedierte
  • ratten
  • muizen
  • mollen
  • mieren
  • wespen
  • houtwormen
  • zilvervisjes
  • vliegen

Slide 20 - Slide

Hoe kun je de aanwezigheid van ratten en muizen zien op het bedrijf?

Slide 21 - Open question

Ratten en muizen
Waarom ongewenst:
  • voedselvoorraden vervuilen
  • isolatiematerialen, leidingen en kabels aanvreten
  • ziektes overbrengen 

Herkennen:
  • Voetsporen of sleepsporen van de staart
  • ‘Buiksmeer’ op veel belopen paden
  • Knaagsporen op bijv. leidingen, kabels en isolatiemateriaal
  • Knaagsporen aan voersopslag
  • Uitwerpselen


Slide 22 - Slide

Ratten en muizen bestrijden
  • muizen / ratten klemmen
  • lokaas in een voerkist (op de grond)
  • lokaas in een voerpot (in het plafond)
  • elektronische val

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Hoe kan je muizen en ratten voorkomen?

Slide 25 - Mind map

Muizen en ratten voorkomen

Hygiënische maatregelen:
  • voerresten en rommel op ruimen
  • afsluitbare voer- en afvalbakken
  • Materialen niet in de stal of dierverblijven opslaan

Met de bouw van dierverblijven:
  • Goed sluitende deuren
  • Doorvoeropeningen van leidingen in de buitenmuren afsluiten
  • Gaas voor ventilatieopeningen plaatsen
  • De golven van het dak afdichten met gaas of roestvrijstaal plaatwerk
  • Kabelgoten goed dichten

Maatregelen voor op het erf:
  • Het erf goed onderhouden en schoon houden
  • Geen begroeiing tegen de stal of dierverblijven planten (tenzij het diersoort hierom vraagt uiteraard)
  • Het erf een meter rondom de stal verharden of grof grint op worteldoek aanbrengen
  • Geen materialen rond en tegen de stal opslaan

Slide 26 - Slide

Vliegen
Grote aantallen vliegen zijn vaak hinderlijk voor mens en dier. 
  • dieren worden onrustig en presteren dan vaak minder goed
  • overal uitwerpselen (kleine zwarte puntjes)
  • dragen ook altijd bacteriën bij zich en verspreiden zo ziekten
  • leggen eitjes in vochtig, rottend materiaal (bijv. mest): maden

Preventieve maatregelen:
  • Gemorst voer en dergelijke gelijk op te ruimen
  • Leeggekomen verblijven gelijk goed te reinigen
  • Voer in afgesloten bakken houden
  • Elke dag de voer- en drinkbakken schoon maken

Slide 27 - Slide

Inrichting dierenverblijf
Bij de keuze van materialen moet vooral worden gelet op:
1. Onderdeel van het verblijf:
  •  Binnen verblijf
  • Buitenverblijf/afrastering
  • Voer- en watervoorziening
2. Veiligheid
3. Duurzaamheid ( wil zeggen: duurzame/ natuurlijke materialen. Dit betekent dat de materialen lang mee gaan, minder schadelijk voor het milieu, duurzaam zijn geproduceerd, recyclebaar zijn of de natuur levert deze zelf aan)
4. Kosten
5. Uitstraling

Slide 28 - Slide

Waar moet een goede
bodembedekking aan voldoen?

Slide 29 - Mind map

Bodembedekking

  • Veilig: het mag niet giftig zijn voor de dieren en mag niet te veel absorberen (dodelijke sponseffect in de maag)
  • Goed absorberend:  opnemen van vocht en de urine en het wegnemen van vieze geurtjes
  • Niet stoffig: zowel bij normaal gebruik als bij het opstrooien mag er niet te veel stof
vrijkomen
  • Qua structuur niet irriterend: Moet aangenaam aanvoelen.
  • Milieuvriendelijk: Weinig tot geen schadelijke ingrediënten
voorbeelden:
  • Houtvezel
  • Beukensnippers
  • Maïsproducten
  • Aubiose
  • Hennepvezel
  • Hooi
  • Stro
  • Katoenproducten
  • Kattenbakkorrels
  • Geperste korrels
  • Zand
  • Papierstrookjes

Slide 30 - Slide

Aan de slag!
Hoofdstukvragen:
hoofdstuk 9 + 10
 
Leeractiviteiten:
4.15 / 4.16 / 4.17 / 4.18 

joinmyquiz.com
rassenkennis rund: 1769 1037
rassenkennis paard: 6225 5517
rassenkennis varken: 6435 2669
rassenkennis kip: 4128 3997
rassenkennis schaap: 1611 8173
doelen runder en schapen rassen: 0563 2413



Slide 31 - Slide