H5.1 Begrijpen deel 2

H5.1 Begrijpen - 2
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H5.1 Begrijpen - 2

Slide 1 - Slide

leerdoel
ik kan uitleggen waarmee een geluid zichtbaar wordt gemaakt
ik kan aangeven in welke eenheid de trillingstijd wordt weergeven
ik kan uitleggen wat wordt bedoeld met de amplitude

Slide 2 - Slide

antwoorden blz 177
  • 1 een gitaarsnaar strakker, dan is het geluid 
  • C  hoger

  • 2 aantal trillingen per seconde is
  • D  frequentie

Slide 3 - Slide

vraag 3
  • a. bij een hoge toon hoort een grote trillingstijd
  • Niet waar: er hoort een kleine trillingstijd bij.
  •  b. bij een hoge toon hoort een grote frequentie
  • waar
  •  c.
    ander woord voor frequentie is trillingstijd
  •  Niet waar: zie d.
  • d. ander woord voor frequentie is toonhoogte
  • waar 

Slide 4 - Slide

vraag 4
  • bij een popconcert kan je het geluid ook voelen, wat voel je beter, hoge of lage tonen?
  • lage tonen, die doen de omgeving ook meetrillen

Slide 5 - Slide

vraag 5, wat is de trillingsbron?
  • trommel
  • vlies van de trommel
  • piano
  • snaren
  • trompet
  • lucht
  • klarinet
  • lucht
  • luidspreker
  • conus (midden van de speaker)
  • stem
  • stembanden

Slide 6 - Slide

                vraag 6
  • werking van een speeldoosje
  • a. welke staafjes geven lage tonen?
  • langere staafjes
  • b. hoe verandert de muziek als het sneller draait?
  • tonen blijven even hoog en laag, alleen sneller

Slide 7 - Slide

vraag 7
  • een gitarist maakt het trillende deel van een snaar korter
  • a. hoe doet de gitarist dat?
  • met zijn vingers
  • b. komt er dan een hogere of lagere toon?
  • een hogere toon, want de snaar is korter 
  • c. op welke andere manier kan dit?
  • door de snaar strakker te spannen

Slide 8 - Slide

geluid zichtbaar maken
dit kan via een app,
bijvoorbeeld Tone Gen
of     NCH Tone Generator


Slide 9 - Slide

oscillogram
grafiek van geluidstrillingen


Slide 10 - Slide

  • trillingstijd:
  • dit is de tijd waar in 1 trilling is gevormd
  • amplitude:
  • dat is de hoogte van de trilling vanaf het midden gemeten

Slide 11 - Slide

  • wat is de trillingstijd?
  • 0,02 s 
  • = 20 ms
  • wat is de amplitude?
  • 3 mm

Slide 12 - Slide

symbool van de trillingstijd = T
eenheid van trillingstijd = seconde
meestal is het een erg kleine tijd, dus wordt het vaak in miliseconde uitgedrukt:
1 s = 1000 ms
1 ms = 0,001 s

Slide 13 - Slide

opdracht
Wat: maak opgave 8 t/m 13 op blz 179
Hoe: zelfstandig en stil
Hulp: docent en boek
Klaar: lees blz 180 en 181 door

Slide 14 - Slide

wat is de eenheid van trillingstijd
A
uur
B
minuten
C
seconden

Slide 15 - Quiz

reken om:
1 ms = .......... seconden
A
0,1 s
B
0,01 s
C
0,001 s
D
10 s

Slide 16 - Quiz

de trillingstijd is hoe lang één trilling duurt
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

hoe harder het geluid hoe hoger de amplitude
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz