3B-4-4.2

4.2 Kraakbeenweefsel en beenweefsel
Op tafel:
Boek B blz. 12


1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

4.2 Kraakbeenweefsel en beenweefsel
Op tafel:
Boek B blz. 12


Slide 1 - Slide

Planning
  • Nakijken / herhaling
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken
  • Volgende keer

Slide 2 - Slide

Nakijken
opdrachten blz. 12: 3, 5, 6

Slide 3 - Slide

Welke botten horen bij de borstkas?
A
Schouderblad, borstbeen, ribben
B
Sleutelbeen, borstbeen, ribben
C
Borstbeen, ribben, borstwervels
D
Ribben, borstwervels, halswervels

Slide 4 - Quiz

Welke functies heeft het skelet?

Slide 5 - Mind map

Leerdoelen
  • - Je benoemt de kenmerken van kraakbeenweefsel en beenweefsel en de delen ervan in een afbeelding.
  • - Je beschrijft hoe de samenstelling van botten verandert tijdens het leven. 

Slide 6 - Slide

De bouw van botten
- Kalkzouten -> hard
- Lijmstof -> taai en buigzaam

Samen -> stevig

Slide 7 - Slide

Kalkzouten
Lijmstof

Slide 8 - Slide

De bouw van botten
In het skelet komt botweefsel en kraakbeenweefsel voor. 

Kraakbeenweefsel: de cellen liggen in groepjes bij elkaar in elastische tussencelstof. 

Veel lijmstof, weinig kalkzouten.

Slide 9 - Slide

Waar kan je kraakbeen vinden?

Slide 10 - Slide

 De bouw van botten

Botweefsel: tussencelstof bestaat vooral uit kalkzouten en een beetje lijmstof.
In botweefsel liggen de cellen in kringen om kanaaltjes die bloedvaatjes bevatten

Slide 11 - Slide

Verandering in botweefsel

Baby: skelet bestaat vooral uit kraakbeenweefsel. De botten van baby's bevatten veel collageen.

Als je ouder wordt verandert dit in botweefsel, doordat er meer kalkzouten en minder lijmstof in de botten zit.

Slide 12 - Slide

Baby's
Hebben veel lijmstof en weinig kalk in hun botten. Ze breken bijna nooit een bot. Ze zijn ook erg soepel en lenig. 

Bejaarden
Hebben veel kalk en weinig lijmstof in hun botten. Als ze vallen, breken ze snel hun botten. 


Slide 13 - Slide

Zelfstandig werken
1. Invullen invulsamenvatting
2. Maken opdrachten blz. 25: 4, 5, 6

Slide 14 - Slide