SOVA P3 week 5

SOVA Les 4
1 / 17
next
Slide 1: Slide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

SOVA Les 4

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vandaag
  • Diversiteit
  • Hokjes denken bij kinderen
  • Hokjes denken bij jezelf 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Inleidende tekst
Een vader en een zoon belanden in een auto ongeluk. Beiden zijn in kritieke toestand en de zoon moet met spoed aan zijn hart geopereerd worden. Wanneer hij op de operatietafel ligt zegt de chirurg;" Ik kan dit niet, dit is mijn zoon". 


Wat herken je in het bovenstaande verhaal aan diversiteit?

Slide 3 - Slide

De chirurg is de moeder(een vrouw) dat zit bij veel mensen nog niet in hun denkpatroon dat dat ook kan.
Diversiteit

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Het begrip diversiteit wil zeggen dat mensen verschillen qua nationaliteit.
A
Eens
B
Oneens

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Als bij een kind genderproblematiek speelt, kun je dat het beste negeren
A
Eens
B
Oneens

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Als ouders een heel andere leefstijl hebben dan jij, dan is het prima om heel nieuwsgierig te zijn.
A
Eens
B
Oneens

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Een vooroordeel is een mening over iets of iemand, dat zich niet op feiten (kennis en/of ervaringen) berust.
A
Eens
B
Oneens

Slide 8 - Quiz

Een vooroordeel is een mening die niet op feiten, kennis, ervaring of waarneming is gebaseerd, en daarom niet-rationeel is. Voltaire definieerde een vooroordeel als een mening zonder oordeel.
Een vooroordeel is een mening over iemand of een groep mensen, zonder dat er rationele overwegingen aan ten grondslag liggen. Het gaat bijvoorbeeld over één geïsoleerd kenmerk van een stereotype. Als resultaat van generaliseringen ontstaan vooroordelen.
Een goede verklaring voor verschillen in communicatie is het verschil in cultuur.
A
Eens
B
Oneens

Slide 9 - Quiz

Dit kan een reden zijn. Je kan al ander communiceren dan iemand uit een ander gezin. En je kan hetzelfde communiceren binnen verschillende culturen>
De opleidingen die je gevolgd hebt, dragen bij aan jouw referentiekader; ze
beïnvloeden jouw communicatie.
A
Eens
B
Oneens

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

We gaan kijken naar een filmpje over diversiteit en het onderscheid dat jonge kinderen al maken

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Groepsopdracht hokjesdenken
Eerst plaatsen we studenten in één hok.
Daarna mag iedereen zijn eigen hok kiezen.

Hok 1: Leider
Hok 2: Meeloper
Hok 3: Kat uit de boom kijker
Hok 4: individualist


Slide 13 - Slide

Vul hokken zelf in/aan
Groepsopdracht hokjesdenken
Eerst plaatsen we studenten in één hok.
Daarna mag iedereen zijn eigen hok kiezen.

Hok 1: Sportieve activiteiten ondernemen
Hok 2: Sociale activiteiten ondernemen
Hok 3: Muzikale activiteiten ondernemen
Hok 4: Bank hangen


Slide 14 - Slide

Vul hokken zelf in/aan
Werkvorm ID kaart
1. Tweetallen maken
2. ID kaarten uitdelen
3. Persoon A in tweetal interviewt persoon B en vult de ID kaart in

Slide 15 - Slide

bijlage in teamschat SOVA
Individuele opdracht
  • Waarin onderscheid jij jezelf van anderen?
  • Waarin voel jij je soms anders dan anderen?
  • Zie je bij jou op stage een divers aanbod aan boeken/spelmateriaal? 
  • Hoe wordt er bij jou op stage omgegaan met verschillen?




Slide 16 - Slide

Denk bij laatste vraag bv. aan feestdagen op stage.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions