pathologie Circulatiestelsel veneus en arterieel

timer
1:00
ziekten van aderen
1 / 21
next
Slide 1: Mind map
PathologieMBOStudiejaar 1,3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

timer
1:00
ziekten van aderen

Slide 1 - Mind map

This item has no instructions

Ziekten van het circulatiesysteem
Atherosclerose
Claudicatio Intermittens
Varices
Arterieel/veneus Ulcus

Slide 2 - Slide

This item has no instructions


Nog een keer op een rijtje: 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

- wat is atherosclerose?
- wat heeft de bloedstolling te maken met atherosclerose? 
- is dit arterieel of veneus?  
Onderliggend mechanisme van de ziekten

Slide 4 - Slide

Wat is atherosclerose?
Atherosclerose is een chronische aandoening waarbij de slagaders verharden en vernauwen door de ophoping van vetten, cholesterol en andere stoffen, samen een atherosclerotische plaque genoemd. Deze ophoping kan zich in de wand van slagaders vormen en ontstekingsprocessen veroorzaken. Atherosclerose begint vaak al op jonge leeftijd en ontwikkelt zich langzaam over de jaren.

De aandoening kan leiden tot:

Verminderde bloedtoevoer naar organen en weefsels.
Complicaties zoals hartaanvallen, beroertes en perifere vaatziekten als een plaque scheurt.
Wat heeft de bloedstolling te maken met atherosclerose?
Bloedstolling speelt een cruciale rol in de complicaties van atherosclerose:

Plaquescheuren: Wanneer een atherosclerotische plaque scheurt, wordt het onderliggende materiaal (zoals lipiden en collageen) blootgesteld aan het bloed. Dit triggert het stollingsmechanisme.
Trombosevorming: De activatie van bloedplaatjes en stollingsfactoren leidt tot de vorming van een stolsel (trombus) op de plek van de scheur. Deze trombus kan:
Het bloedvat lokaal afsluiten.
Losschieten (embolus) en elders in het lichaam schade aanrichten, zoals een longembolie of beroerte.
Is dit arterieel of veneus?
Atherosclerose treft de slagaders (arteriën), niet de aders (venen). De belangrijkste redenen hiervoor zijn:

De hogere bloeddruk in slagaders die meer schade aan de vaatwand veroorzaakt.
De slagaderlijke bloedstroom, die rijk is aan zuurstof en lipiden, wat de vorming van plaques bevordert.
Kort samengevat:

Arterieel: Atherosclerose beïnvloedt slagaders zoals de kransslagaders, halsslagaders en de slagaders in de benen.
Veneus: Veneuze trombose (zoals diepe veneuze trombose) is een heel ander proces dat meestal geen relatie heeft met atherosclerose.
timer
1:00
Risicofactoren voor atherosclerose

Slide 5 - Mind map

Niet-beïnvloedbare risicofactoren:
Leeftijd: Het risico neemt toe met het ouder worden, omdat slagaderwanden met de jaren vatbaarder worden voor schade en ophoping van plaques.
Geslacht: Mannen hebben een hoger risico op atherosclerose op jongere leeftijd. Bij vrouwen neemt het risico toe na de menopauze.
Genetica: Een familiegeschiedenis van hart- en vaatziekten vergroot het risico, vooral als er sprake is van vroeg optredende ziekte.
Beïnvloedbare risicofactoren:
Hoge bloeddruk (hypertensie): Chronische hoge druk beschadigt de vaatwand, waardoor plaques zich sneller vormen.
Hoog cholesterolgehalte: Verhoogde LDL (slechte cholesterol) en lage HDL (goede cholesterol) dragen bij aan plaquevorming.
Roken: Tabaksrook beschadigt de vaatwanden en verhoogt ontstekingen en de vorming van bloedstolsels.
Diabetes: Hoge bloedsuikerspiegels beschadigen bloedvaten en bevorderen atherosclerose.
Overgewicht/obesitas: Vooral buikvet is een risicofactor door de invloed op bloeddruk, cholesterol en insulineresistentie.
Ongezonde voeding: Een dieet rijk aan verzadigde vetten, transvetten, suiker en zout verhoogt het risico.
Lichamelijke inactiviteit: Een inactieve levensstijl draagt bij aan hoge bloeddruk, obesitas en een slecht cholesterolprofiel.
Chronische stress: Stress kan leiden tot verhoogde bloeddruk en ontsteking in de bloedvaten.
Overmatig alcoholgebruik: Hoewel matig alcoholgebruik beschermend kan werken, verhoogt overmatig drinken het risico op hart- en vaatziekten.
Nieuwe en aanvullende risicofactoren:
Ontsteking: Marker CRP (C-reactief proteïne) kan wijzen op systemische ontstekingen die atherosclerose bevorderen.
Chronische ziekten: Zoals chronische nierziekte of auto-immuunziekten (bijv. lupus, reumatoïde artritis).
Slaapapneu: Dit kan bloeddruk verhogen en ontsteking in de bloedvaten veroorzaken.
Welk ziektebeeld/complicatie past NIET bij atherosclerose.
A
emboli (long of been)
B
claudicatio intermittens
C
Aneurysma
D
varices

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

versus 
arteriele vaatinsufficientie
veneuze vaatinsufficientie
claudicatio intermittens
Varices
trombosebeen /embolie
etalagebenen
pijnklachten
vermoeide benen
oedeem in de benen
kleppen werken niet goed
atherosclerose
spierpompfunctie
nachtelijke beenkrampen

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

ANTW

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Varices kun je vaststellen met de volgende onderzoeken:
A
anamnese en lich. onderzoek.
B
anamnese, lich. onderzoek, enkel/arm index
C
anamnese, lich. onderzoek, duplex, echografie, doppler.
D
anamnese, lich onderzoek, bloed en urine onderzoek

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Claudicatio intermittens kun je vaststellen met de volgende onderzoeken:
A
anamnese en lich. onderzoek.
B
anamnese, lich. onderzoek, enkel/arm index
C
anamnese, lich. onderzoek, duplex, echografie, doppler.
D
anamnese, lich onderzoek, bloed en urine onderzoek

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

behandeling
claudicatio intermittens
varices
looptherapie
medicijnen (bloedverdunners)
leefstijladviezen 
leefstijladviezen
steunkousen
dotteren/bypass operatie
dichtspuiten/branden aderen
strippen aderen

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Ulcus
kenmerken van een dreigende veneus ulcus zijn:
A
eczeemplekken
B
oedeem
C
bruine verkleuring van de huid
D
dunne en hardere huid

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Typisch plek(ken) voor een veneus ulcus is/zijn?
A
Rond de enkel en net erboven
B
voetrug/tenen
C
achillesgebied
D
buitenste rand van de voet

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Behandeling van een arterieel ulcus bestaat uit: oorzaak behandelen, wondzorg, steunkousen/compressietherapie
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

De behandeling van een arterieel ulcus richt zich op het verbeteren van de bloedtoevoer, wondzorg en het voorkomen van verdere schade. Compressietherapie of steunkousen zijn hierbij meestal niet geïndiceerd omdat ze de arteriële doorbloeding verder kunnen belemmere
Een tromboflebitis is een ontsteking in een veneuze ader?
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

timer
1:00
symptomen van tromboflebitis

Slide 18 - Mind map

Symptomen van oppervlakkige tromboflebitis:
Pijn en gevoeligheid:
Gelokaliseerde pijn langs de aangedane ader.
Verergerd door aanraking of beweging.
Roodheid en warmte:
De huid boven de ader is vaak rood en warm aanvoelend.
Zwelling:
Lichte zwelling rondom de aangedane ader.
Harde, voelbare streng:
De aangedane ader kan als een harde, gevoelige streng onder de huid worden gevoeld.
Mildere algemene symptomen:
Soms lichte koorts of malaise.
Symptomen van diepe veneuze trombose (DVT):
(Tromboflebitis in diepe aderen wordt vaak "DVT" genoemd.)

Zwelling:
Uitgesproken zwelling van het aangedane been, vaak asymmetrisch.
Pijn:
Diepe, stekende pijn, meestal in het onderbeen of de dij.
Pijn kan erger worden bij lopen of druk op het gebied.
Warmte en roodheid:
De huid voelt warm aan en kan een roodachtige of blauwachtige verkleuring vertonen.
Verhoogde spanning in de huid:
De huid kan strak gespannen zijn door de zwelling.
Algemene symptomen:
Soms koorts, vermoeidheid of een zwaar gevoel in het aangedane been.

complicaties
Voor oppervlakkige tromboflebitis:
Kan in zeldzame gevallen uitbreiden naar diepere aderen en leiden tot een DVT.
Voor DVT:
Risico op een longembolie, waarbij een stolsel losraakt en naar de longen reist. Symptomen hiervan zijn kortademigheid, pijn op de borst en een snelle hartslag.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

welke behandeling wordt aanbevolen om oppervlakkige flebitis te verlichten?
A
Toediening van hoge doses bloedverdunners
B
Compressietherapie
C
Het aanbrengen van warme kompressen en het verhogen van het aangedane ledemaat
D
chirurgische verwijdering van de ontstoken ader bij elk geval van flebitis.

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Welke van de volgende symptomen wijst het meest op een diepe veneuze trombose (DVT)?
A
A. Roodheid, pijn en een harde, voelbare streng langs een oppervlakkige ader.
B
B. Uitgesproken zwelling van één been, pijn in het onderbeen en een strak aanvoelende huid.
C
C. Jeukende huid en kleine verwijde bloedvaatjes zichtbaar op het oppervlak van de huid.
D
Pijn in beide benen die verbetert na het omhoog leggen van de benen.

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions