A2 verbes (prendre, mettre, -ER)

A2 verbes (prendre, mettre, -ER)
1 / 11
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 12 min

Items in this lesson

A2 verbes (prendre, mettre, -ER)

Slide 1 - Slide

ik ken het werkwoord mettre op mijn duimpje:
zij zet, jullie leggen, jij trekt aan

Slide 2 - Open question

hij heeft gezet
A
il a mettre
B
il as mets
C
il a mis
D
il a mettu

Slide 3 - Quiz

en het werkwoord
'écouter' ook: kijk maar, hier is mijn rijtje in de présent:

Slide 4 - Open question

u heeft geluisterd
A
nous avons regardé
B
vous avez écouté
C
ils ont voyagé
D
tu as mangé

Slide 5 - Quiz

en het werkwoord 'prendre' heeft ook geen geheimen meer voor me:

Slide 6 - Open question

zij houdt van Frans

Slide 7 - Open question

jullie hebben aangeraden
A
vous avez pris
B
vous avez mis
C
vous avez parlé
D
vous avez conseillé

Slide 8 - Quiz

jij verhuist
A
tu déménages
B
tu démaisonnes
C
tu changes
D
tu recommandes

Slide 9 - Quiz

wij hebben gereisd
A
nous avons travaillé
B
nous avons voyagé
C
nous avons séjourné
D
nous avons paysé

Slide 10 - Quiz

ik ken het werkwoord 'nier' niet, maar ik kan het wel vervoegen
kijk maar:

Slide 11 - Open question