Rekonomie Hoofdstuk 2 (1)

Rekonomie

Hoofdstuk 2 (1)
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Rekonomie

Hoofdstuk 2 (1)

Slide 1 - Slide

Planning
  • Bespreken opdrachten 1.6 t/m 1.10
  • Uitleg hoofdstuk 2.1
  • Maken opdracht 2.2, 2.4 t/m 2.6
  • Terugkomen op de leerdoelen

Slide 2 - Slide

Rekonomie H2 Leerdoelen
Procenten

  • kunnen rekenen met procenten; daarbij 2 manieren kennen
  • weten wat btw is en hiermee kunnen rekenen
  • kunnen rekenen met procentuele veranderingen




Slide 3 - Slide

Het inkomen van Pieter is €3.000 per maand. Marieke verdient €4.000 per maand.
Bereken het inkomen van Pieter in procenten van Marieke.

Slide 4 - Open question

% berekenen.. hoe dan?
1) Je deelt het deel door het totaal en vermenigvuldigt met 100%. 
2) Je maakt gebruik van een verhoudingstabel.
 
deel
geheel
Getal
Procent

Slide 5 - Slide

Het inkomen van Pieter is €3.000 per maand. Marieke verdient €4.000 per maand.
Bereken het inkomen van Marieke in procenten van Pieter. 


1) Je deelt het deel door het geheel (het totaal) en vermenigvuldigt met 100%. 



Slide 6 - Slide

Het inkomen van Pieter is €3.000 per maand. Marieke verdient €4.000 per maand.
Bereken het inkomen van Marieke in procenten van Pieter. 

2) Je maakt gebruik van een verhoudingstabel.
 
deel
geheel
Getal
Procent

Slide 7 - Slide

Een onderneming heeft dit jaar een omzet van € 1,6 miljoen. De inkoopwaarde bedraagt 40% van de omzet. Bereken de inkoopwaarde in euro's.

Slide 8 - Open question

Een onderneming heeft dit jaar een omzet van € 1,6 miljoen. De loonkosten zijn gelijk aan 23% van de omzet. Bereken de loonkosten in euro's.

Slide 9 - Open question

Belastingen!
Gangbaar tarief is 21%. Wij betalen dan in de winkel een bedrag dat inclusief 21% btw is. 
Voorbeeld:

Prijs excl. btw
?
100%
BTW-bedrag
?
21%
Prijs incl. btw
€ 24,20
121%

Slide 10 - Slide


Je berekent eerst 1%:



Daarna bereken je de 21%:  


Prijs excl. btw
?
100%
BTW-bedrag
?
21%
Prijs incl. btw
€ 24,20
121%
12124.20
12124.2021=4.20

Slide 11 - Slide


Of je gebruikt de verhoudingstabel en gaat kruiselings vermenigvuldigen:


Prijs excl. btw
?
100%
BTW-bedrag
?
21%
Prijs incl. btw
€ 24,20
121%
%
bedrag
Prijs excl. btw
100
?
Prijs incl. btw
121
24,20

Slide 12 - Slide

En nu zelf:

Maak nu zelf opgave 2.2, 2.4 t/m 2.6
Let op: lees ook alle tussenliggende tekst!
timer
15:00

Slide 13 - Slide

Bespreken opdrachten
2.2, 2.4, 2.5 en 2.6

Slide 14 - Slide

Procentuele veranderingen
Karin heeft € 250,- op haar spaarrekening. Ze krijgt 3% rente per jaar. Hoeveel staat er na een jaar op haar rekening, nadat ze de rente ontvangen heeft?
1 x € 250,- + 0,03 x € 250,- = (1 + 0,03) x € 250,- = 1,03 x € 250,- =
€ 257,50

groeifactor 103 / 100 = 1,03

Slide 15 - Slide

En nu zelf:

Maak nu zelf opgave 2.7, 2.8, 2.11 en 2.12
Let op: lees ook alle tussenliggende tekst!
timer
15:00

Slide 16 - Slide

Bespreken opdrachten
2.7, 2.8, 2.11 en 2.12

Slide 17 - Slide