Les 2 hoofdstuk 5 paragraaf 2:van infrarood tot ultraviolet

Les 1 Hoofdstuk 5 Licht
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Les 1 Hoofdstuk 5 Licht

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Paragraaf 2: van infrarood tot ultraviolet
5.2.1 Je kunt uitleggen hoe je de verschillende kleuren in zonlicht zichtbaar kunt maken.
5.2.2 Je kunt de kleuren in het spectrum van zonlicht in de juiste volgorde benoemen.
5.2.3 Je kunt behalve licht twee soorten straling noemen die door de zon worden uitgezonden.
5.2.4 Je kunt uitleggen op welke manier de kleuren van de voorwerpen om je heen ontstaan.
5.2.5 Je kunt drie kenmerkende effecten (uitwerkingen) van uv-straling beschrijven.
5.2.6 Je kunt drie toepassingen van uv-straling in het dagelijks leven beschrijven.
5.2.7 Je kunt drie toepassingen van ir-straling in het dagelijks leven beschrijven.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

wit licht?
de zon straalt "wit" licht uit. 

Dit witte licht bevat de volgende kleuren: rood, oranje, geel, groen, blauw en violet, een soort paars.

Dit is het spectrum.
De kleuren zelf heten spectraalkleuren.

Slide 4 - Slide

prisma
Je kan de kleuren van "wit" licht zichtbaar maken met een prisma.

prisma: een driehoekig stuk glas of doorzichtig kunststof.

Het prisma breekt wit licht. Elke kleur heeft zijn eigen brekingsfactor waardoor je de kleuren ziet. 

Slide 5 - Slide

licht breking

Slide 6 - Slide

kleur zien

Slide 7 - Slide

spectroscoop: bevat een prisma 

Slide 8 - Slide

zon
Naast "wit" licht straalt de zon ook andere straling uit. 

Deze straling is niet zichtbaar (kan je niet zien).

Dit is infrarood en ultraviolet.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

ultraviolet (UV)
De zon straalt UV licht uit. 
Dit is niet zichtbaar. 

UV zorgt in de zomer ervoor dat je huid verkleurt. Hij verandert de moleculen van de huid. 

Slide 12 - Slide

UV bescherming
Straling die moleculen kapot kan maken, noem je ioniserende straling.

 Ultraviolette straling is zwak ioniserend: er is veel ultraviolette straling voor nodig om merkbaar schade aan te richten in je lichaam.

 Röntgenstraling is veel sterker ioniserend. Daardoor kan deze straling je gemakkelijk ziek maken als je er onvoorzichtig mee omgaat.



Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

UV toepassing
Uv-straling kan sommige stoffen sterk laten oplichten. Je zegt van deze stoffen dat ze fluoresceren.

Sommige dieren kunnen wel uv-straling waarnemen. Bijen bijvoorbeeld kunnen geen rood of oranje zien, maar wel uv-straling. Ze zien ultraviolette ‘kleuren’ die jij je niet kunt voorstellen.

Slide 15 - Slide

bloemen met UV.

Slide 16 - Slide

infrarood (IR)
Niet alleen de zon zend IR uit maar ook andere voorwerpen.

Hoe hoger de temperatuur van een voorwerp is, hoe meer ir-straling het voorwerp uitzendt. Deze ir-straling noem je ook wel warmtestraling.

Je hebt een speciale infraroodcamera deze laat een warmtebeeld zien een thermogram.

Slide 17 - Slide

huiswerk

Maken hoofdstuk 5 licht paragraaf 2 van infrarood tot ultraviolet opdracht 1 t/m 13 op BLZ 29-34

Slide 18 - Slide