herhaling hoofdstuk 5

herhaling hoofdstuk 5: WO II
paraggraaf 5.1, 5.2, 5.3, 5,4 en 5,6
1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

herhaling hoofdstuk 5: WO II
paraggraaf 5.1, 5.2, 5.3, 5,4 en 5,6

Slide 1 - Slide

Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde (sleepvraag)
Duitsland valt Polen binnen
Duitsland valt Nederland binnen
Operatie Barbarossa
Duitsland valt Noorwegen binnen
D-day

Slide 2 - Drag question

Welke zin is juist?
A
Duitsland viel de Sovjet- Unie aan in 1940
B
De Sovjet-Unie viel Duitsland aan op D-day
C
Duitsland en de Sovjet- Unie hadden een niet-aanvalsverdrag
D
De Sovjet Unie viel Duitsland nooit aan

Slide 3 - Quiz

Klopt deze zin?
Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog waren de VS en de Sovjet Unie geen bondgenoten
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quiz

Kloppen deze zinnen?
1. Duitsland viel de Sovjet Unie onverwacht binnen.
2. Op D-Day begonnen de Duitsers eindelijk te verliezen
A
Zin 1 is juist Zin 2 is onjuist
B
Zin 1 is onjuist Zin 2 is juist
C
Beide zinnen zijn juist
D
Beide zinnen zijn onjuist

Slide 5 - Quiz

Kloppen deze zinnen?
1. Het drukken van illegale krantjes is een vorm van collaboratie.
2. Collaborateurs zaten vooral bij de NSB.
A
Zin 1 is juist Zin 2 is onjuist
B
Zin 1 is onjuist Zin 2 is juist
C
Beide zinnen zijn juist
D
Beide zinnen zijn onjuist

Slide 6 - Quiz

Welk begrip past het
best bij deze foto?
A
Verzet
B
Aanpassing
C
Collaboratie
D
Hongerwinter

Slide 7 - Quiz

Aan het eind van 1944 wilden de geallieerden Nederland snel bevrijden. Hoe heet de verrassingsaanval die toen werd uitgevoerd?

Slide 8 - Open question

Welke zin is juist?
A
De Slag om de Schelde was bedoeld om de Zeeuwen zo snel mogelijk te bevrijden.
B
De slag om de Schelde was bedoeld om de haven van Antwerpen bereikbaar te maken.
C
De slag om de Schelde was bedoeld om de haven van Vlissingen bereikbaar te maken.

Slide 9 - Quiz

Kloppen deze zinnen?
1. Auschwitz is een voorbeeld van een vernietigingskamp.
2. Antisemitisme is de belangrijkste oorzaak van de holocaust
A
Zin 1 is juist Zin 2 is onjuist
B
Zin 1 is onjuist Zin 2 is juist
C
Beide zinnen zijn juist
D
Beide zinnen zijn onjuist

Slide 10 - Quiz

Klopt deze zin?
De theorie van de nazi's dat je mensen kunt indelen in goede en slechte rassen heet de Holocaust
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

Kloppen deze zinnen?
1. Voordat de joden een gele ster moesten dragen, mochten ze al niet meer in openbare plaatsen komen.
2. Tot het einde van de oorlog mochten joden in Nederland gewoon als leraar blijven werken
A
Zin 1 is juist Zin 2 is onjuist
B
Zin 1 is onjuist Zin 2 is juist
C
Beide zinnen zijn juist
D
Beide zinnen zijn onjuist

Slide 12 - Quiz

Klopt deze zin?
Niet alleen joden waren Untermenschen volgens de nazi's, maar homoseksuelen en Oost-Europeanen ook.
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quiz

HITLER
STALIN
MUSSOLINI
CHURCHILL

Slide 14 - Drag question

Klopt deze zin?
De verdeling van Duitsland na de Tweede Wereldoorlog heet het IJzeren Gordijn.
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quiz

Welke landen hoorden bij het Oostblok?
A
Polen, Hongarije en Oostenrijk
B
Hongarije, Bulgarije en Roemenië
C
Oost-Duitsland, Polen en Finland
D
Polen, Bulgarije en Oostenrijk

Slide 16 - Quiz

Kloppen deze zinnen?
1. De Amerikanisering werd veroorzaakt door de overwinning van de VS op Duitsland.
2. De Marshallhulp was ook belangrijk bij het proces van Amerikanisering.
A
Zin 1 is juist Zin 2 is onjuist
B
Zin 1 is onjuist Zin 2 is juist
C
Beide zinnen zijn juist
D
Beide zinnen zijn onjuist

Slide 17 - Quiz