Begrijpend lezen H4 en H5 v1b

1 / 52
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1-4

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Waar vind je de hoofdgedachte vaak?

Slide 3 - Open question

Lezen
Een tekstverband is een verband tussen alinea's, zinnen en woorden. Je herkent ze aan de signaalwoorden. (Let op!)
1. Opsommend tekstverband
2. Tegenstellend tekstverband
3. Toelichtend tekstverband (voorbeeld)
4. Chronologisch tekstverband

Slide 4 - Slide

Tegenstellend verband
Er worden tegenovergestelde zaken genoemd:

Zij heeft een nieuwe iPad, maar Jaap heeft een ander tablet.

Signaalwoorden: maar, tegenover, daarentegen, toch, echter, hoewel,  enz.

Slide 5 - Slide

Chronologisch verband
Een chronologisch verband geeft de tijdsvolgorde van gebeurtenissen aan.

Signaalwoorden: Nu, straks, toen, morgen, daarna etc. 
Voorbeeld:

Vroeger hield ik nooit van wandelen, nu ben ik er dol op.

Slide 6 - Slide

Opsommend verband
In een opsommend verband worden dingen achter elkaar opgenoemd.

Eerst moet ik mijn huiswerk maken. Bovendien moet ik een uittreksel schrijven en ook nog mijn kamer opruimen." 

Signaalwoorden: ten eerste, bovendien, niet alleen, verder, enz.

Slide 7 - Slide

Toelichtend verband
In een toelichtend verband wordt extra informatie gegeven bij een onderwerp, vaak in de vorm van een voorbeeld.

Ik ben gek op taarten, zoals appel- of perentaart.

Signaalwoorden: bijvoorbeeld, zo, als, zoals, denk aan, neem nou

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

1. Wat is het onderwerp van beide teksten?

Slide 11 - Open question

3. Uit welke alinea('s) bestaat de inleiding van tekst 5?

Slide 12 - Open question

Angst voor afgesloten ruimtes
Eigenzinnig; vasthoudend aan eigen wil
Haastig
Iemand die als eerste met iets begint
Scheikundige 
Snel en in een groot aantal groeien
Teleurstellende afloop; tegenvaller
Waakzaam; rekening houdend met gevaar
Driftig
Als paddenstoelen uit de grond schieten
Claustrofobie
Initiatiefnemer
Anticlimax
Koppig
Chemicus
Op je hoede

Slide 13 - Drag question

Welk signaalwoord voor een chronologisch verband staat er in alinea 1?
A
Dan
B
En
C
Even
D
Vervolgens

Slide 14 - Quiz

Welke tegenstelling herken je in alinea 2?

Slide 15 - Open question

Waarin verschilt The Room of Riddles van escape rooms in andere landen? (al. 3)

Slide 16 - Open question

Ligt The Room of Riddles op een gunstige locatie?

Slide 17 - Open question

Waarom is Sherlocked een toepasselijke naam voor een escape room?

Slide 18 - Open question

Welke tegenstelling herken je in alinea 4?

Slide 19 - Open question

Aan welk signaalwoord herken je die tegenstelling?

Slide 20 - Open question

Welke doelgroep vindt Victor van Doorn erg geschikt voor escape rooms?
A
65+ers
B
Jongeren
C
Ouderen
D
Kinderen

Slide 21 - Quiz

Aan het eind van alinea 7 staat een opsomming. Waarvan is dat een opsomming?

Slide 22 - Open question

Wat is de hoofdgedachte van de tekst?

Slide 23 - Open question

Film!

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

NIEUWSQUIZ
Week 23
Schooljaar 2022-2023

Slide 26 - Slide


Welk verbod geldt er sinds een week op de Wallen (📸) in Amsterdam?
A
Je mag er niet meer blowen
B
Je mag er niet meer drinken
C
Je mag geen rood licht meer gebruiken
D
Je mag er niet meer rijden (met de auto)

Slide 27 - Quiz


Welke vissoort (📸), die al jaren was uitgestorven in Nederland, is afgelopen week weer uitgezet in de Biesbosch?
A
Steur
B
Haring
C
Snoek
D
Zalm

Slide 28 - Quiz


In welk land vond een grote treinramp plaats met meer dan 200 doden en duizenden gewonden?
A
China
B
India
C
Pakistan
D
Thailand

Slide 29 - Quiz


De zanger (📸) van welke band is beschuldigd van mishandeling en aanranding?
A
Nothing but Thieves
B
The Rolling Stones
C
The Script
D
Rammstein

Slide 30 - Quiz


De Nederlandse moordenaar Joran van der Sloot (📸) wordt uitgeleverd aan de Verenigde Staten. In welk land zat hij eerder in de gevangenis?
A
Brazilië
B
Columbia
C
Peru
D
Venezuela

Slide 31 - Quiz


Moes Pekdimer (📸) was een begrip in Den Haag. Wat verkocht de op 67-overleden ondernemer meer dan 45 jaar?
A
Mini plattegronden in Madurodam
B
Vis in Scheveningen
C
Vlaggetjes voor Paleis Noordeinde
D
IJs op het Binnenhof

Slide 32 - Quiz


In welke stad zijn 95 appartementen (tijdelijk) onbewoonbaar na een grote brand?
A
Amsterdam
B
Den Haag
C
Rotterdam
D
Utrecht

Slide 33 - Quiz


Max Verstappen (📸) won afgelopen weekend opnieuw een grand prix. Hoeveel F1-wedstrijden heeft hij nu al gewonnen in zijn carrière?
A
30
B
40
C
50
D
60

Slide 34 - Quiz


Door een treinstoring waren sommige fans zondag niet op tijd voor het concert van...
A
Beyoncé
B
Bruce Springsteen
C
Harry Styles
D
Metallica

Slide 35 - Quiz


Er was een 'One more thing'. Welk product, met een prijskaartje van $3499 (€3200), kondigde Apple deze week aan?
A
Een gouden Apple Watch: GoldBand
B
Een VR/AR-bril: Vision Pro
C
Een thuisbioscoop: Cinema Pro
D
Een elektrische step: iQuickStep

Slide 36 - Quiz


Welke Amerikaanse oud-vicepresident (📸) maakte bekend mee te zullen doen aan de verkiezingen van 2024?
A
Al Gore
B
Ron DeSantis
C
Mike Pence
D
Donald Trump

Slide 37 - Quiz


Wat hebben Russische legers in Oekraïne dinsdag verwoest, waardoor duizenden mensen moeten evacueren?
A
Een woonwijk in Kiev
B
Een flatgebouw in Cherson
C
Een stuwdam in de rivier de Dnjepr
D
Een heel dorp in Oost-Oekraïne

Slide 38 - Quiz


Waar kunnen studenten vanaf september weer gebruik van gaan maken?
A
Huursubsidie
B
Boekenfonds
C
OV-kaart
D
Basisbeurs

Slide 39 - Quiz

Slide 40 - Slide

In twee- of drietallen. Schrijf nu 4 zinnen op in je schrift. (Let op signaalwoorden!) (zie theorie blz. 102)
1. een zin met een opsommend tekstverband

2. een zin met een toelichtend tekstverband

3. een zin met een chronologisch tekstverband

4. een zin met een tegenstellend tekstverband
timer
6:00

Slide 41 - Slide

Opdracht 1 samen maken

Slide 42 - Slide

1. Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 43 - Open question

3. In alinea 1 staan twee opsommingen. Aan welke signaalwoorden herken je ze?

Slide 44 - Open question

4. Er staat ook een toelichting in alinea 1. Welk woord wordt toegelicht?

Slide 45 - Open question

5. Zoek in de tekst nog een voorbeeld van een opsomming. Noteer deze!

Slide 46 - Open question

6. Welk tegenstellend signaalwoord herken je in de eerste zin van alinea 2?

Slide 47 - Open question

8. Welke signaalwoorden voor een chronologisch verband herken je in alinea 2?

Slide 48 - Open question

10. Welke signaalwoorden voor een chronologisch verband herken je in alinea 3?

Slide 49 - Open question

Aan de slag!
Maak opdracht 2 en 3 
timer
20:00

Slide 50 - Slide

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 51 - Mind map

Heb je nog een vraag over deze les?

Slide 52 - Mind map