AK eindopdracht

Waar staat de afkorting NAP voor?
A
Natuurlijke aardbeien plantage
B
Normaal Amsterdams peil
C
Natuurlijk Amsterdams peil
D
Nederlands Anders peil
1 / 32
next
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Waar staat de afkorting NAP voor?
A
Natuurlijke aardbeien plantage
B
Normaal Amsterdams peil
C
Natuurlijk Amsterdams peil
D
Nederlands Anders peil

Slide 1 - Quiz

sleep elke uitleg naar het goede begrip
Riviermonding
Delta
Sedimentatie

De rivier de Rijn en de Maas komen in Nederland in zee uit

Het gebied met vertakkingen van een rivier

Het neerleggen van slib

Slide 2 - Drag question

Hoeveel weet jij over polders

Slide 3 - Mind map

Wat word er bedoeld als men praat over draineren?

Slide 4 - Open question

Wat is het verschil tussen huishoudelijk watergebruik, industrieel watergebruik en proceswater.

Slide 5 - Open question

Wat zijn spaarbekkens?
A
speciale bakken waar in gespaard kan worden.
B
speciale plekken waar mensen leren te besparen op water.
C
speciale meren waar water opgeslagen word voordat het weggedaan wordt.
D
speciale plassen waar water bewaard word voordat het gebruikt wordt.

Slide 6 - Quiz

zoek de juiste paren bij elkaar
Water van de douche, wasmachine of de keuken
Vervuiling in water door etensresten, poep of opgeloste afvalstoffen

Vervuilende stoffen van fabrieken, verfresten of medicijnen

Organische vervuiling

Grijs water

Chemische vervuiling

Slide 7 - Drag question

Waar zorgt de waterschap voor?
A
Zorgen dat de rivieren in Nederland gevuld zijn
B
Zorgen dat mensen niet te veel water gebruiken
C
De water kwaliteit en kwantiteit in Nederland
D
Het vieze water in Nederland vermeerderen

Slide 8 - Quiz

Wat weet je over het Deltaplan?

Slide 9 - Mind map

Wat zijn zeeweringen
A
Duinen en stranden
B
Stranden en rivieren
C
Dijken, stranden en zeedijken
D
zeedijken, duinen en stranden

Slide 10 - Quiz

welke 3 havens zijn het grootste in Europa? 2 blijven er over

Nummer 1

Nummer 2

Nummer 3

Rotterdam

Hamburg

Amsterdam

Antwerpen


Bremen

Slide 11 - Drag question

Wat is natte bulk?

Slide 12 - Open question

Wat is droge bulk?

Slide 13 - Open question

Wat is het stroomgebied?
A
Het gebied waar een rivier zijn water uit verzameld
B
Het gebied waar de rivier door stroomt
C
Een gedeelte van de rivier waar de stroming het sterkst is

Slide 14 - Quiz

Het eerste stuk van een rivier (vanuit de bron)
Hier stroomt het water wat langzamer dan boven dit stuk
Dit gebied ligt in het laagzand meestal dicht bij zee
Bovenloop
Middenloop
Benedenloop

Slide 15 - Drag question

Wat betekend Reliëf?
A
Relatief
B
Hoogteverschillen
C
Hoogtelijnen
D
Reëel

Slide 16 - Quiz

Waarom is het in het oosten van China zo dichtbevolkt en in het westen zo dunbevolkt?

Slide 17 - Open question

Wat weet je over de Chang Jiang?

Slide 18 - Mind map

Hoe groot is de monding van de Chang Jiang bij Shanghai?
A
1 km
B
10 km
C
15 km
D
7 km

Slide 19 - Quiz

Wat is bodemerosie?
A
het verdwijnen van de bodem
B
het verdelen van de bovenste laag van de bodem
C
het verdwijnen van de onderste laag van de bodem
D
het verdwijnen van de bovenste laag van de bodem

Slide 20 - Quiz

Wat is een aquifer?
A
een aardlaag met veel grondwater
B
een aardlaag met weinig grondwater
C
het wegzakken van grondwater

Slide 21 - Quiz

Is er in het Noorden of het Zuiden van China een tekort aan water?
A
Het zuiden
B
Het noorden
C
Beide hebben tekort aan water
D
Geen van beide

Slide 22 - Quiz

Wat is infiltratie?
A
water is vervuild
B
regenwater zakt in de grond
C
het schone water komt in aquifers
D
vervuild water zakt de grond in

Slide 23 - Quiz

Wat is een oase?
A
Een plek in de woestijn
B
Een plek in de woestijn waar water is
C
een plek in de woestijn waar schaduw is

Slide 24 - Quiz

Wat is een andere naam voor oud grondwater?

Slide 25 - Open question

Wat is de rede dat er na de stichting van Israël een oorlog uitbrak?

Slide 26 - Open question

uit welke aquifers haalt Israël zijn water?

Slide 27 - Open question

Waarom is het voor arme boeren bijna niet te doen om diepe bronnen te gebruiken?
A
diepere bronnen kosten meer geduld
B
een diepe bron is groter. ze hebben er geen plek voor
C
diepere bronnen kosten meer geld

Slide 28 - Quiz

Water word afgevoerd naar kanaaltjes en sloten
Water stroomt door buizen en wordt verspreid door sproeiers
Elke plant krijgt door en buisje precies genoeg water
oppervlakte-irrigatie
beregening
druppelirrigatie

Slide 29 - Drag question

'Langs de kust worden steeds meer fabrieken gebouwd om van zeewater zoet drinkwater te maken' Over welk begrip gaat dit?
A
irrigatie
B
bronoase
C
ontzilting
D
wadi

Slide 30 - Quiz

Hoeveel verschillen kun je noemen over het
watergebruik tussen China en het Midden-Oosten?

Slide 31 - Mind map

Het is hier in de bergen dun bevolkt
Het suezkanaal is heel belangrijk voor dit land
Het is lastig om afspraken te maken over watergebruik
Er is meer scheepsvaart
China
China
Midden-Oosten
Midden-Oosten

Slide 32 - Drag question