Stappenplan om de juiste naamval te vinden:
1. Der of Ein-Gruppe?
2. Bepaal het geslacht van het zelfstandig naamwoord: m, v, o, mv?
4. Bepaal de functie van het zinsdeel:
o Onderwerp (wie/wat + gezegde) > Gebruik de eerste naamval.
o Lijdend voorwerp (wat + gezegde + ond) > Gebruik de vierde naamval.
5. Kijk in de der- of ein-Gruppe en gebruik de juiste naamval.