B2 Duits Kapitel 2-12

Herzlich Willkommen!
1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Herzlich Willkommen!

Slide 1 - Slide

Rückblick
We zijn aan het einde van Kapitel 2 aangekomen.

Alleen de antwoorden van de huiswerkopdrachten 
moeten nog worden besproken.

Die staan op de volgende dia's.





Slide 2 - Slide

Seite 54/Aufgabe 39
1 Bram komt bij hem op bezoek. / Er is een uitwisseling en hij stelt zich zo voor.

2 Ze heet Simone en is erg aardig.

3 Jan heeft twee broers en een zus.

Slide 3 - Slide

Seite 54/Aufgabe 40
Ich stelle mich mal vor. 

Ich heiße Fleur und wohne in Arnhem

Das liegt in der Provinz Gelderland

Ich bin 14 Jahre alt. Ich habe zwei Geschwister

Meine Eltern sind beide sehr sportlich. 

Und mein Hobby

Ich tanze gern! Tanzen finde ich toll! 

Slide 4 - Slide

Seite 55/Aufgabe 41

1 Tschüss!

2 Ich liebe Fußball.

3 Schwimmen finde ich toll.

4 Ich bin vierzehn Jahre alt.

Slide 5 - Slide

Seite 55/Aufgabe 42
Hallo! Du bist mein Gast! Wie heißt du?

Und wie alt bist du?

Wo wohnst du?

Hast du Geschwister? Und wie alt sind sie?


Was ist dein Hobby?

Hallo! Ich heiße (je eigen naam).

Ich bin (eigen leeftijd) Jahre alt.

Ich wohne in (eigen woonplaats).

(Bijvoorbeeld) Ich habe zwei Brüder. Lars ist 14 und Noah ist 16 Jahre alt.


(Bijvoorbeeld) Ich liebe Fußball. Schwimmen finde ich toll!

Slide 6 - Slide

Seite 56/Aufgabe 43
a
Adidas - Puma – Jack Wolfskin

b
In het Duitse Herzogenaurach wonen twee broers, Adi en Rudi Dassler. In 1924 zetten ze samen een kleine schoenenfabriek op. Zij willen graag goede sportschoenen maken en verkopen. Hun merk Geda is winstgevend en populair.
Ze krijgen echter in 1948 steeds vaker ruzie. Ze besluiten om apart verder te gaan. Er zijn nu twee firma’s: Puma en Adidas.
Beide firma’s zijn beroemd vanwege hun sportartikelen. Er is nog een overeenkomst: de strepen in het logo. Adi en Rudi zijn vijanden gebleven.

Slide 7 - Slide

Seite 56/Aufgabe 44
Adi macht den perfekten Sportschuh. -----------------------------------> schoen

Rudi benutzt auch Streifen, aber nur einen. ----------------------------> maar

Die Brüder sind nie wieder Freunde geworden. -----------------------> nooit

Zu Beginn war es eine Marke, jetzt sind es zwei. ----------------------> merk

Die Schauspieler erklären, ........... -----------------------------------> leggen uit/verklaren

Slide 8 - Slide

Vorausblick
Binnenkort is het toetsweek.

Voor Duits krijg je ook een toets. 

Het leerstofoverzicht heb je al ontvangen.

Op de volgende dia staat het ook nog eens.







Slide 9 - Slide

Vorausblick: Testwoche
Grammatica: persoonlijk voornaamwoord, het werkwoord “sein”, het werkwoord “haben”, het zwakke werkwoord in de tegenwoordige tijd,

Taaluitingen: jezelf voorstellen en vertellen over je familie voorstellen

Leestoets: tekst met vragen

Voor de grammatica leer je blz.26, blz.61 en blz.133 (Grammatik)


Voor de taaluitingen leer je blz.26 en blz.62 (Sprachmittel)


Voor de leestoets hoef je niets te leren. Je zou de teksten van blz.17, blz.39, blz.57 nog eens kunnen doornemen.

Slide 10 - Slide

Neue Grammatik
Omdat in de toetsweek bij de grammatica ook de tegenwoordige tijd van het werkwoord wordt getoetst, gaan we daar eerst mee aan de slag.

Bekijk eerst de video op de volgende dia.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Neue Grammatik
Als je de uitlegvideo nog eens wilt bekijken
ga dan naar 
Classroom/Schoolwerk/Grammatica - uitleg + oefeningen.

Je vindt daar ook heel veel oefeningen 
om dit onderdeel onder de knie te krijgen.

Slide 13 - Slide

Aber zuerst: SCHREIBEN!
Je krijgt een stencil met een 6-tal
oefeningen om de werkwoordsvormen
te leren maken.

Slide 14 - Slide

Alles fertig und Zeit übrig?
*Bekijk de uitleg van de GRAMMATIK op Seite 133 van je boek
*Bekijk ook nog eens de uitlegvideo in Classroom           
*Arbeite weiter in Mit Deutsch Spielen
*Oefen heel veel met de Grammatik (werkwoorden in teg.tijd.) in Classroom



Slide 15 - Slide

HAUSAUFGABEN
Lernen:
GRAMMATIK: regelmatige/zwakke werkwoorden in de teg.tijd

Schreiben:
Stencil werkwoordsvormen: Oefeningen 1-2-3


Slide 16 - Slide