Lesje

Le français au Collège Pieter Nieuwland
Ga naar 
lessonup.app 
en vul de lescode in !


1 / 30
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Le français au Collège Pieter Nieuwland
Ga naar 
lessonup.app 
en vul de lescode in !


Slide 1 - Slide

Trois activités:

Hoeveel Franse woorden ken je al?
Woorden voor eten, vooral fruit.
Het alfabet.
Tellen 0 t/m 20


Slide 2 - Slide

Activité numéro 1


Hoeveel Franse woorden ken je al?


Slide 3 - Slide


Als je jarig bent
krijg je een:
A
chapeau
B
plumeau
C
cadeau
D
bureau

Slide 4 - Quiz


Een Frans stokbrood
heet ook wel ...
A
croissant
B
pain au chocolat
C
madeleine
D
baguette

Slide 5 - Quiz


Als je uit het vliegtuig stapt
moet je je ....... niet vergeten
A
vitrage
B
bagage
C
étalage
D
garage

Slide 6 - Quiz


In het Frans zeg je ‘........’
voor nee
A
oui
B
bon
C
non
D
no

Slide 7 - Quiz


Welke stad ligt
niet in Frankrijk?
A
Paris
B
Lille
C
Bruxelles
D
Marseille

Slide 8 - Quiz


Sinaasappelsap heet ...
A
Orangina
B
Sirop de fraise
C
Soda
D
Jus d'orange

Slide 9 - Quiz


De auto zet je in een ...
A
plage
B
garage
C
page
D
cage

Slide 10 - Quiz


Au supermarché
Pour les produits, tu vas au supermarché : Carrefour, Intermarché, Lidl, Casino...

Wat betekent "supermarché"?

Slide 11 - Slide

Wat voor Frans
eten ken je al?

Slide 12 - Open question


Des nouveaux mots/nieuwe woorden
Bekijk het filmpje en schrijf de Franse woorden op bij de plaatjes op het papier dat je gekregen hebt.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Antwoorden

Slide 15 - Slide

Wat is jouw favoriete boodschappenlijst?
A
croissants, bananes et poires
B
macarons, cerises et chocolat
C
baguettes, pommes et oranges
D
jus d'orange, fraises et ananas

Slide 16 - Quiz

Activité numéro 2
L'alphabet en français

 A  B  C  D  E  F  G  H  I  J  K  L  M  N  O  
 P  Q  R  S  T  U  V  W  X  Y  Z

                      


Slide 17 - Slide

Schrijf de letters op die je anders
uitspreekt dan in het Nederlands:
A B C D E F G  ​
H I J K L M N O ​
P Q R S T U V  ​
W
X Y Z  ​

Tout le monde 5x: C’ est l’alphabet











Slide 18 - Slide

Letters je anders
uitspreekt dan in het Nederlands:
A B C D E F G  ​
H I J K L M N O ​
P Q R S T U V  ​
W
X Y Z  ​

Tout le monde 5x: C’ est l’alphabet











Slide 19 - Slide

Letters je anders
uitspreekt dan in het Nederlands:
          GROUPE  1      A  B  C  D  E  F  G  ​
          GROUPE  2      H  I  J  K  L  M  N  O ​
          GROUPE  3      P  Q  R  S  T  U  V  ​
          GROUPE  4      W
          GROUPE  5      X  Y  Z  ​
          Tout le monde 5x: C’ est l’alphabet











Slide 20 - Slide

Zing maar mee!
Groupe 1     A B C D E F G
Groupe 2     H I J K L M N O ​
Groupe 3     P Q R S T U V 
Groupe 4     W
Groupe 5     X Y Z  ​

Tout le monde 5x:
                       C’ est l’alphabet

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Getallen 1 t/m 20

Slide 23 - Slide

  1   un
  2   deux
  3   trois
  4   quatre
  5   cinq
  6   six
  7   sept
  8   huit
  9   neuf
10   dix
11   onze
12   douze
13   treize
14   quatorze
15   quinze
16   seize
17   dix-sept
18   dix-huit
19   dix-neuf
20   vingt

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Wat betekent:
seize
A
6
B
16
C
60
D
66

Slide 26 - Quiz

Wat betekent:
quatorze
A
40
B
4
C
14
D
44

Slide 27 - Quiz

13 / 2 / 14
5 / 19
vingt / dix-sept / trois
dix / sept / dix-huit
seize / six 
cinq / dix-neuf
treize / deux / quatorze
20 / 17 / 3
10 / 7 / 18
16 / 6

Slide 28 - Drag question

     Au revoir
tout le monde !

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide