Er zijn verschillende soorten
organellen. = onderdeel in de cel met een specifieke taak
1.celwand: dit geeft stevigheid en bescherming aan de cel.
2.De celkern: dit is het regelcentrum van de cel. Hier wordt bepaald wat een cel moet doen. In de celkern ligt ook het erfelijk materiaal opgeslagen. (DNA)
3.Het celmembraan: dit zijn de douane van de cel. Hier wordt bepaald wat een cel in en uit mag.
4.Vacuole: dit is een soort waterballon. Vult zich met vocht waardoor alles in de cel tegen de celwand aangeduwd wordt. Zo wordt de cel stevig.
5.Bladgroenkorrel: hier vindt fotosynthese plaats.
6.Cytoplasma: dit is een vloeistof waar stoffen in opgelost zitten. Hier vindt ook de verbranding plaats.