Les 11 - V3.2 - 45 minuten - antes y ahora

VWO 5 - español

Antes y ahora / preparar la presentación
Revisar el programa

1 / 31
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

VWO 5 - español

Antes y ahora / preparar la presentación
Revisar el programa

Slide 1 - Slide

¿Qué hiciste el fin de semana pasado? Escribe 3 frases y usa el indefinido

Slide 2 - Open question

En la clase de hoy

Waar waren we ook al weer gebleven?
Profesiones - un repaso
Descripción de fisico  antes y despues
Evaluamos

Slide 3 - Slide

Wat moet je kennen en kunnen? -->  Een beschrijving van jezelf kunnen geven nu en vroeger.
Wat heb je daarvoor nodig?
El imperfecto (regular e irregular)
De signaalwoorden van de imperfecto
De tegenwoordige tijd (regular e irregular --> zie werkwoorden Tema 4)
Je kunt iets vertellen over jouw hobby’s, vroeger en nu
Je kunt iets vertellen over jouw familie, vroeger en nu
Je kunt iets vertellen over jouw uiterlijk, vroeger en nu
Je kunt iets vertellen over jouw karakter, vroeger en nu
Je kunt vertellen waar en wanneer je geboren bent
Je kunt iets vertellen over jouw kleding, vroeger en nu

Vocabulario: las profesiones, el físico, la ropa, los colores, materiales y estampados, el carácter, la familia, las aficiones
Alles te vinden in de reader van tema 5

Slide 4 - Slide

España en la época de Franco (1939-1975)
Ejercicios TB 2a y B
Escribir los Imperfectos con su infinitivo ejemplo:
 existía - existe.
Escribe tres frases como era en los Paises Bajos en los anos 40 y como es hoy
Ejercicio TB 5 A y B
Ejercio TB 6 A y B

Slide 5 - Slide

Escribir aqui las respuestas

Slide 6 - Open question

Preparación

Slide 7 - Slide

Las presentaciones 

Slide 8 - Slide

Las presentaciones de  de junio

Slide 9 - Slide

Apunta 3 profesiones que te gustan en español:

Slide 10 - Mind map

Opdracht 10b
enfermera
periodista
pintor
peluquero
dependienta
profesor
obrero
cocinera
médico
policía
escritor
abogada
camarero
bombero

Slide 11 - Drag question

Cuando era pequeño quería ser....
Ahora quiero ser....
Antes y ahora

Slide 12 - Slide

Cuando era pequeño quería ser....
Ahora quiero ser....

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Drag question

Antes y ahora
Escribe dos frases sobre Justin, Billie, Cristiano, Emma y Shakira.
Haz comparaciones entre su físico antes y ahora.
Schrijf in een duidelijk handschrift!!
timer
4:00

Slide 15 - Slide

Manda una foto de tu texto:

Slide 16 - Open question

Practicar a presentar
Empieza con ''bienvenidos" ..... etc
Después:
1. ¿Cómo te llamas y cuántos años tienes?
2. ¿Tienes hermanos?
3.¿Cuándo y dónde naciste?
4. ¿Dónde vives? 
Vertel daarna over je uiterlijk nu en je uiterlijk vroeger
Je karakter vroeger en nu
Jouw hobbies vroeger en nu
Jouw favoriete beroep vroeger en nu


Slide 17 - Slide

Waarom denk je dat je docent je steeds mini presentaties laat houden?

Slide 18 - Open question

Welk ww is NIET in de imperfecto vervoegd?
timer
0:20
A
trabajé
B
hacía
C
hablaba
D
comías

Slide 19 - Quiz

Welk ww is NIET in de imperfecto vervoegd?
timer
0:20
A
pensaban
B
bebías
C
comieron
D
vivíamos

Slide 20 - Quiz

Vul de juiste vorm van imperfecto in: Antes mi padre (llevar) gafas.
timer
0:20
A
llevabas
B
llevía
C
llevaba
D
lleva

Slide 21 - Quiz

Welke 3 Spaanse werkwoorden zijn onregelmatig in de imperfecto?
timer
0:30

Slide 22 - Open question

Vul de juiste vorm van de imperfecto in: Cuando era joven, (ver, yo) Bob Esponja cada día.
timer
0:20
A
vía
B
veía
C
veías
D

Slide 23 - Quiz

Wat is de imperfecto van 'hay'?
timer
0:20

Slide 24 - Open question

Tegenwoordige tijd:
tener - yo
A
tengo
B
tienes
C
tiene
D
tenía

Slide 25 - Quiz

Tegenwoordige tijd:
ser - yo
A
era
B
soy
C
es
D
eras

Slide 26 - Quiz

Vertaal in het Spaans:
er is / er zijn
A
hay
B
había

Slide 27 - Quiz

Vertaal:
blond haar
A
el pelo rubia
B
el rubio pelo
C
el pelo rubio
D
el pelo rubios

Slide 28 - Quiz

Welk woord in de zin is fout geschreven:
Antes tenía los ojos azul.
A
tenía
B
los
C
ojos
D
azul

Slide 29 - Quiz

Tengo que repasar esto: / Dit moet ik nog goed herhalen:

Slide 30 - Open question

¿Frases útiles para dar una presentación?

Slide 31 - Open question