This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
8.3 Gewicht
Aan het einde van deze les:
Ken je de verschillende eenheden van gewicht.
Kun je de eenheden van gewicht omrekenen.
Slide 1 - Slide
Even herhalen:
Zet op volgorde van groot naar klein.
cm
hm
dam
mm
m
km
dm
Slide 2 - Drag question
Zet de juiste formule voor oppervlakte bij het juiste figuur.
lengte x breedte
1/2 x zijde x hoogte
zijde x hoogte
π x straal2
Slide 3 - Drag question
Vat II is een vergroting van vat I. De vergrotingsfactor is 1,8. De inhoud van vat I is 40 liter. Bereken de inhoud van vat II. Rond af op hele liters.
Slide 4 - Open question
Eenheden van gewicht:
Een liter water weegt een kilogram.
Inhoud is de grootheid --> liter is de eenheid.
Gewicht is de grootheid --> gram is de eenheid
Slide 5 - Slide
Eenheden van gewicht.
Slide 6 - Slide
Zet op volgorde van groot naar klein.
ton
kg
g
mg
Slide 7 - Drag question
Vul in: 2700 kg + 2,5 ton = ... kg
Slide 8 - Open question
Vul in: 34500 mg + 7,4 g = ... g
Slide 9 - Open question
Een banketbakker heeft een extra grote taart gemaakt van 2,8 kg. Hoeveel stukjes van 175 gram kun je uit de taart snijden?