This lesson contains 31 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
10.4 Voortplanting met Bloemen
Slide 1 - Slide
Vandaag
-Dagopening
-Huiswerkcontrole en bespreking
-Vragen toets H9
-Start paragraaf 10.4 (volgende les verder)
Slide 2 - Slide
Huiswerk voor vandaag:
-Lees paragraaf 10.3
-Maak van 10.3 de opdrachten: 4, 5, 6, 10, 11, 13
Tijdens controle stil leren
Slide 3 - Slide
Huiswerk was:
Kies uit 1 van de 2 dingen hieronder. Dus óf lezen óf filmpje kijken!
-Lees 10.4 helemaal en bekijk de bronnen goed.
-Bekijk het uitlegfilmpje passend bij 10.4: Bestuiving en bevruchting - Thema Planten - video 3 van 4 BioDam
Slide 4 - Slide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat de voortplantingsorganen en -cellen van planten zijn.
Je kunt uitleggen hoe een bloem bestoven wordt.
Je kunt uitleggen hoe een bloem bevrucht wordt.
Je kunt uitleggen hoe zaadjes en vruchten ontstaan.
Je kunt uitleggen waaruit de levenscyclus van een plant bestaat.
Je kunt uitleggen hoe stuifmeel en zaden worden verspreid.
Slide 5 - Slide
Waarvoor heeft een plant bloemen?
De voortplantingscellen zitten in de bloemen.
Daar kunnen ze elkaar bevruchten.
Daaruit ontstaan de nakomelingen = zaadjes (waaruit een plantje kan groeien).
mannelijke cel: stuifmeelkorrels.
vrouwelijke cel: eicellen.
Slide 6 - Slide
De bloem
Meeldraad
- helmdraad
- helmknop met stuifmeelkorrels
Stamper
- stempel
- stijl
- vruchtbegingsel met zaadbeginsels waarin eicellen zitten
Slide 7 - Slide
tekst blz. 50
Hoe komen stuifmeelkorrels en eicellen bij elkaar?
Twee stappen:
1. bestuiving van een bloem
2. stuifmeelkorrel groeit naar de eicel
Slide 8 - Slide
Insectenbloemen
Insect verzamelt nectar.
Stuifmeel plakt aan insect, en plakt aan de stempel bij dezelfde/ andere bloem.
Slide 9 - Slide
Windbloemen
De wind neemt het stuifmeel mee.
Komt op de stempels van andere bloemen.
Slide 10 - Slide
Mensen met hooikoorts zijn allergisch voor stuifmeelkorrels. Van welke planten komen deze stuifmeelkorrels?
A. van windbloemen
B. van insectenbloemen
C. zowel wind- als insectenbloemen
D. alleen van grassen
Slide 11 - Slide
bestuiven en bevruchten
Bestuiven = stuifmeel komt (door insect of wind) op de stempel
De stuifmeelkorrel vormt een buis door de stijl naar beneden, richting de vruchtbeginsels (met daarin de eicellen).
Bevruchten = kern van stuifmeelkorrel en eicel smelten samen - bevruchte eicel
Slide 12 - Slide
Nu en huiswerk
Maak nu van 10.4 de opdrachten: 5, 6, 7, 9, 11, 13, 14
timer
10:00
Slide 13 - Slide
10.4 Voortplanting met Bloemen
Slide 14 - Slide
Vandaag
Lesuur 1: afmaken 10.4
Lesuur 2: practicum 'lelie'
Slide 15 - Slide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat de voortplantingsorganen en -cellen van planten zijn.
Je kunt uitleggen hoe een bloem bestoven wordt.
Je kunt uitleggen hoe een bloem bevrucht wordt.
Je kunt uitleggen hoe zaadjes en vruchten ontstaan.
Je kunt uitleggen waaruit de levenscyclus van een plant bestaat.
Je kunt uitleggen hoe stuifmeel en zaden worden verspreid.
Slide 16 - Slide
Hoe onstaan zaden en vruchten?
Na de bevruchting komt groei:
1. het vruchtbeginsel van de stamper groeit uit tot een vrucht
2. binnenin het vruchtbeginsel groeien alle zaadbeginsels waarbij de eicel is bevrucht uit tot een zaadje
Slide 17 - Slide
Zaden
- kiem (mini blaadje en mini worteltje)
- zaadlobben met reservevoedsel
Stop je een zaadje in de grond, dan wordt de kiem een nieuw plantje (gebruikt eerst het reservevoedsel uit de zaadlobben)
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
Als een plantje ontkiemt dan gebruikt het eerste het reservevoedsel uit de zaadlobben. Hoe komt het plantje aan zijn voedsel als dit reservevoedsel op is?
Slide 20 - Slide
Vruchten
De kroonbladeren verschrompelen en vallen af.
De kelkbladeren blijven soms nog zitten (onderkant appel).
Het vruchtbeginsel groeit uit tot een vrucht (soms met veel vruchtvlees) met binnenin de zaadjes.
Slide 21 - Slide
Verspreiding van de zaden (in de vruchten)
De zaadjes (in de vruchten) moeten verspreid worden zodat ze op een geschikte plek kunnen ontkiemen.
1. verspreiding door dieren
- vruchten eten en zaadjes poepen
- vruchten met weerhaakjes die in vacht kleven
2. verspreiding door plant zelf
3. verspreiding door de wind
Slide 22 - Slide
Vruchten
De kroonbladeren verschrompelen en vallen af.
De kelkbladeren blijven soms nog zitten (onderkant appel).
Het vruchtbeginsel groeit uit tot een vrucht (soms met veel vruchtvlees) met binnenin de zaadjes.
Slide 23 - Slide
Vraag
Een appel valt van de boom en ligt direct onder de boom op de grond. Is dit een geschikte plek om te ontkiemen? Leg je antwoord uit.
Slide 24 - Slide
Vraag
Juist of onjuist?
Een paardenbloem heeft windbloemen
Slide 25 - Slide
Zwangerschap heeft 2 fasen
1. De eerste 12 weken
In deze fase ontstaan alle organen van het kind. Dit heet ontwikkeling, het ongeboren kind heet dan een embryo.
2. Van week 12 tot geboorte
In deze fase vindt alleen groei plaats, je noemt het ongeboren kind dan een foetus.
Slide 26 - Slide
Zwangerschap heeft 2 fasen
1. De eerste 12 weken
In deze fase ontstaan alle organen van het kind. Dit heet ontwikkeling, het ongeboren kind heet dan een embryo.
2. Van week 12 tot geboorte
In deze fase vindt alleen groei plaats, je noemt het ongeboren kind dan een foetus.
Slide 27 - Slide
Zwangerschap heeft 2 fasen
1. De eerste 12 weken
In deze fase ontstaan alle organen van het kind. Dit heet ontwikkeling, het ongeboren kind heet dan een embryo.
2. Van week 12 tot geboorte
In deze fase vindt alleen groei plaats, je noemt het ongeboren kind dan een foetus.
Levenscyclus
1-jarig
2-jarig
meerjarig
Slide 28 - Slide
Nu en huiswerk
Opdrachten van §10.4 maken:
16, 18, 19, 20, 23, 24, 25, 26
timer
15:00
Slide 29 - Slide
Welke leerdoelen beheers je nog niet?
Je kunt uitleggen wat de voortplantingsorganen en -cellen van planten zijn.
Je kunt uitleggen hoe een bloem bestoven wordt.
Je kunt uitleggen hoe een bloem bevrucht wordt.
Je kunt uitleggen hoe zaadjes en vruchten ontstaan.
Je kunt uitleggen waaruit de levenscyclus van een plant bestaat.
Je kunt uitleggen hoe stuifmeel en zaden worden verspreid.