2021 Week 24 KM1 OZ

Week 25 Toets

- Week 25 K4 § E Grammatik via kwizl.eu
- als voorbereiding lessonup week 20 t/m 24 gemaakt
- alle opdrachten in lessonup gemaakt (indien van toepassing)
- alle screenshots ingeleverd via Teams/opdrachten
    (indien van toepassing)
- Slim stampen en opdrachten K4 § E gemaakt met een score van minimaal 80%

1 / 12
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

Week 25 Toets

- Week 25 K4 § E Grammatik via kwizl.eu
- als voorbereiding lessonup week 20 t/m 24 gemaakt
- alle opdrachten in lessonup gemaakt (indien van toepassing)
- alle screenshots ingeleverd via Teams/opdrachten
    (indien van toepassing)
- Slim stampen en opdrachten K4 § E gemaakt met een score van minimaal 80%

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Week 24 KM1 Duits
Wat wordt getoetst
- de werkwoorden haben en sein 
het vervoegen van het zwakke werkwoord
- je kunt het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord maken
- je kunt al het bovenstaande toepassen in diverse opdrachten

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Inloggen/registreren kwizl.eu
- ga naar www.kwizl.eu

- rechtsboven inloggen

- kies "inloggen met entree"
 
-klascode : C8ZT6Y  

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat weet ik?
2 minuten: 
- ken ik de stof om een werkwoord te vervoegen
- ken ik de sof om het voltooid deelwoord te maken
- kan ik het toepassen in de opdracht

Uitleg aan klas door .....................

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
- Maak de opdracht op het stencil

- Op de volgende slide is een webpagina.
Je maakt minimaal 10 werkwoorden met een score van minimaal 80%. Als je dit gerealiseerd hebt maak je een screenshot en deze lever je in bij de opdracht in Teams.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Link

This item has no instructions

Extra oefenen
http://www.talenwijzer.com/zwakke-werkwoorden.html

https://oscarromerotalen.nl/Duits/Oefeningen/Grammatica/Werkwoorden/Zwakww-O.T.T..htm


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Stap 1 bij het vervoegen
Je maakt de stam van een werkwoord.

Een stam maak je altijd door (e)n van het werkwoord te halen.
Bijv:
- wohnen      -  wohn
- arbeiten     -  arbeit
- streicheln  -  streichel

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Stap 2
Bepaal in de zin wie of wat iets doet =  bepaal het onderwerp

Voorbeeld:
- Hugo ................... in der Klasse (sitzen) 
In dit geval is het Hugo die iets doet = dus onderwerp van de zin
Hugo is een mannelijk persoon in dit geval "er"

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Stap 3 vervoegen
Toepassen van regel 1 en regel = uitvloeisel regel 3 
voorbeeld:
Hugo ................... in der Klasse (sitzen)

stam "sitzen" is "sitz..."
Hugo (= Er)  sitzt in der Klasse.
want:

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Want vorige week was het ezelsbruggetje
                                                      uitgang
ich               i                    wohn  - e             
du               d                   wohn  - st            
er/sie/es     e                   wohn  - t              
wir              w                  wohn  - en           
ihr                i                   wohn   - t             
sie/Sie         s                   wohn  - en          


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Het voltooid deelwoord.

In het nederlands:
- ik heb gewoond
In het Duits:
- ich habe gewohnt

Hoe te maken:
het voltooid deelwoord wordt gevormd door
ge + stam + t

Slide 12 - Slide

en hoe maak je dan de stam?