Politiek en democratie

• Burgerschap
• Basisschool
• Groep 6-8

Politiek en democratie

Doel van de les:

• Ik weet wat een democratie is
• Ik heb een mening over wat ik belangrijk vind
• Ik kan samenwerken
• Ik kan bewust mijn stem uitbrengen 

waar kun je voor stemmen?

• dieren
• beter milieu
• gezondheidszorg
• minder belastingen
• betere wegen
• meer geld
• meer huizen    of .....?

Let goed op in het volgende filmpje!

Er komen daarna vragen over.

Is Nederland een democratisch land?

1. ja
2. nee

Wat betekent democratisch eigenlijk?

1. Dat je niet dezelfde rechten hebt maar je mag wel je eigen mening hebben.
2. Dat iedereen moet doen wat de regering zegt.
3. Dat je allemaal dezelfde rechten en plichten hebt en je eigen mening mag hebben.
4. Dat de koning de baas is.

Moet iedereen vertellen waar hij of zij op gestemd heeft?

1. ja
2. nee

Mag je iemand bewust kwetsen of uitschelden?

1. ja
2. nee

Mag je wel iets naars over iemand anders denken?

1. ja, dat is mijn eigen mening
2. nee, dat is bij de wet verboden

Wie heeft de meeste macht in Nederland

1. de wetgevende macht
2. de uitvoerende macht
3. de rechtelijke macht
4. ze hebben allemaal evenveel macht

Mag een journalist al het nieuws schrijven dat hij of zij wil? Ook als het niet leuk is voor de minister?

1. ja
2. nee

Als de minister te hard heeft gereden krijgt hij dan dezelfde boete als een schoonmaakster?

1. ja
2. nee

Welke wet is de belangrijkste in een democratie? De .....

• les 1 
• Je wordt ingedeeld in een groep van drie.
• kies een paar partijen uit. 
• Verdiep je in deze partij en vat samen wat de belangrijkste standpunten van deze partij zijn. Waar stemmen mensen voor als ze op jullie partij stemmen?
• Waar komt je gekozen partij op het papier te hangen?

Les 2

• je leerkracht maakt weer drietallen
• Jullie richten een partij op. Wat vinden jullie belangrijk voor Nederland?
• maak één Canva poster met jullie belangrijkste standpunten en bereid een presentatie voor
• Wie gaat wat zeggen? Leg je partij uit en wat ze willen bereiken.

Les 3 

• Bekijk met de groep alle binnengekomen campagnes.
• Vorm zelf een mening over welke partij jij het beste vindt.
• Bedenk! Je hebt een vrijheid van meningsuiting en je hoeft niemand te zeggen wat je gaat stemmen.

Les 4 donderdag

• In ieder lokaal komt een stembus.
• Achter een tafel zit de controleur die jouw naam controleert op je stembiljet. En streept je naam af op de lijst. 
• Daarna geeft hij toestemming aan de volgende controleur die je het stembiljet overhandigd.
• Je stemt in een afgelegen plek in het lokaal en maakt 1 vakje rood! (bij meerder vakjes rood is je stem ongeldig)
• Daarna stop je het stembiljet in de stembus.
• Heeft iedereen gestemd? Dan kunnen de stemmen worden geteld. Er gaat een formulier rond alle klassen waarop de stemmen worden ingevuld.
• Daarna weten we wat de uitslag is, we hebben democratisch gestemd.

Hoe ging de samenwerking?