This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Economische crisis
Paragraaf 3.3 en 3.4
Slide 1 - Slide
Wat leer je deze les?
De leerlingen kunnen kenmerken van de economische crisis onderscheiden en kunnen deze indelen naar oorzaak en gevolg: overproductie, consumptie van goederen, werkeloosheid, faillissement en armoede.
Aan het eind van de les kunnen leerlingen begrippen uit het hoofdstuk koppelen aan de lesstof.
Aan het eind van de les kunnen leerlingen uitleggen waarom het belangrijk is om over de economische crisis te leren.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
De welvaart (jaren 1920)
De lonen stegen
Lening
Consumptie
Slide 4 - Slide
Wat houdt consumptie in?
A
Het kopen van eten
B
Het kopen van goederen
C
Het rijker worden
D
Het lenen van geld
Slide 5 - Quiz
De Amerikaanse welvaart
Geld en tijd
Veranderende mentaliteit
The Roaring Twenties
Slide 6 - Slide
Wat vonden mensen belangrijk in de jaren 1920?
Slide 7 - Open question
De economische crisis
Minder producten
Honger
Armoede
Werkloosheid
Bedrijven failliet
Slide 8 - Slide
Waarom kon de economische crisis verspreiden naar de rest van de wereld?
A
Door reizen en vervoer
B
Door leningen van andere landen
C
Door handelscontacten
D
Door de televisie en radio
Slide 9 - Quiz
Wanneer begon de economische crisis?
A
1920
B
1930
C
1933
D
1929
Slide 10 - Quiz
Opdracht
Oorzaak en gevolg
Begrippen
Tweetallen
Boeken
5 minuten
Uitleggen
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Wat betekend krediet?
A
Geld lenen
B
Geld uitlenen
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
Wat betekend omroep?
A
Televisiezenders
B
Radiobedrijven
C
Kranten en tijdschriften
D
Televisie en radio
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
De mentaliteit veranderde 2 dingen. Welke zijn dat?