What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
V6 clase 4 periodo 1
¡Bienvenidos a la clase!
1 / 30
next
Slide 1:
Slide
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
This lesson contains
30 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
¡Bienvenidos a la clase!
Slide 1 - Slide
Plan de clase:
Hoy es viernes 22 de septiembre
Capítulo 3 ¡Hay que cuidarse!
Plan de clase
Prueba formativa y corregir deberes
Explicación del subjuntivo
hacer ejercicios de Paso Adelante
Slide 2 - Slide
1) Prueba formativa:
Tienes cinco minutos para hacer la prueba.
2)
Corrige en silencio tus deberes.
¿Tienes preguntas?
Las respuestas están en SOMToday en lesplanning.
Slide 3 - Slide
El subjuntivo
Doel: kennismaken met de aanvoegende wijs, de subjuntivo kunnen herkennen en ook kunnen vormen (in de presente)
Slide 4 - Slide
Wat is een aanvoegende wijs eigenlijk?
Leve de koning!
Het zij zo.
Zo waarlijk helpe mij God almachtig.
een werkwoordsvorm die onder meer een wens, toegeving, aanwijzing of aansporing uitdrukt.
Slide 5 - Slide
¿Cuándo se usa el subjuntivo?
In het Spaans gebruik je de subjuntivo vooral in bijzinnen, na que.
In de hoofdzin is er dan sprake van bijv. een wil, wens, twijfel of een mening. Er komt dus gevoel bij kijken en het is niet slechts informatief.
Slide 6 - Slide
El subjuntivo
Slide 7 - Slide
El subjuntivo
¿Cómo usar el subjuntivo?
Espero que + werkwoord in subjuntivo
Es importante que + werkwoord in subjuntivo
Quiero que + werkwoord in subjuntivo
Es necesario que + werkwoord in subjuntivo
Ójala.....(hopelijk)
Tal vez….(mogelijk/misschien)
De subjuntivo gebruik je voor alles wat niet feitelijk is, maar wat je wenst, of wat moet of wat nodig is
Slide 8 - Slide
De 'subjuntivo'
5 categorieën
- regelmatige ww
- ww met een klinkerwisseling
- onregelmatige ww (maar met logica!)
- helemaal onregelmatig
Slide 9 - Slide
La forma del subjuntivo
Wat valt je op?
Slide 10 - Slide
Welk woord zou in het Spaans in de subjuntivo moeten staan?
'Ik wil dat je dat doet!'
A
wil
B
dat
C
je
D
doet
Slide 11 - Quiz
Welk woord staat hier in de subjuntivo?
A
dejaré
B
uses
C
mal
D
que
Slide 12 - Quiz
Vul de subjuntivo in:
Es aconsejable que Juan.......... (ayudar)
Slide 13 - Open question
Vul de subjuntivo in:
Mi médico quiere que yo ............. (dejar) de tomar azúcar.
Slide 14 - Open question
Let op: als de ik-vorm in de presente onregelmatig is, is de subjuntivo dat ook!
Ejemplo: No quiere que tenga prisa.
Slide 15 - Slide
Onregelmatige ww in subjuntivo
¡Als je de eerste persoon weet, volg je daarna gewoon de vaste uitgangen om de andere personen te kunnen vervoegen!
salir - salga
hacer - haga
decir - diga
venir - venga
tener - tenga
oír - oiga
conocer - conozca
estar - esté
ir -
vaya
saber - sepa
ser - sea
dormir -duerma
poder - pueda
querer - quiera
Slide 16 - Slide
Subjuntivo: -car,-zar,-gar
comuni
car
organi
zar
lle
gar
comuni
qu
e
comuni
que
s
comuni
qu
e
comuni
qu
emos
comuni
qu
éis
comuni
qu
en
organi
c
e
organi
c
es
organi
c
e
organi
c
emos
organi
c
éis
organi
c
en
lleg
u
e
lleg
u
es
lleg
u
e
lleg
u
emos
lleg
u
éis
lleg
u
en
Slide 17 - Slide
Combineer de ik-vormen van de subjuntivo met het hele ww
decir
sentir
poder
pedir
conocer
sienta
diga
pueda
pida
conozca
Slide 18 - Drag question
Wat is het correcte rijtje van de subjuntivo van perder?
A
perdo, perdes, perde, perdemos, perdéis, perden
B
pierdo, pierdes, pierde, perdemos, perdéis, pierden
C
pierda, pierdas, pierda, pierdamos, pierdáis, pierdan
D
pierda, pierdas, pierda, perdamos, perdáis, pierdan
Slide 19 - Quiz
Haz el ejercicio 31 (pág. 32-34)
timer
15:00
Slide 20 - Slide
RESPUESTAS
31a
1 puede pueda
2 pides pidas
3 duermo duerma
4 conoce conozca
5 pone ponga
6 salimos salgamos
7 hacéis hagáis
8 tienen tengan
9 dicen digan
10 vengo venga
Slide 21 - Slide
RESPUESTAS
31B
1 2 3 4
pedir esperar es lógico que dudar
querer desear es probable que no creo que
aconsejar necesitar es necesario que
recomendar preferir no es cierto que
rogar
proponer
Slide 22 - Slide
RESPUESTAS
31C + D
Frases Razón
con subjuntivo para subjuntivo (1,2,3,4)
1 ja 2
2 ja 1
3 nee
4 ja 1
5 ja 1
6 ja 4
7 ja 3
8 nee
Slide 23 - Slide
RESPUESTAS
31E
1 es necesario que
2 es necesario que
3 quieren
4 es aconsejable que
5 es lógico que
6 te recomiendo que
7 es necesario que
8 quizás
Slide 24 - Slide
RESPUESTAS
31F
1 cambiemos
2 comamos
3 tomes
4 eches
5 limites
6 subas, tomes
7 dejes
8 sientas
Slide 25 - Slide
RESPUESTAS
31G
1 coja
2 camine
3 hagáis
4 venda
5 cambies
6 tome
7 acueste
8 escuche
9 estén
10 pueda
Slide 26 - Slide
RESPUESTAS
31H
1 evites
2 compréis
3 tomes
4 comas
5 consumamos
6 puedas
7 encuentre
8 tomes
Slide 27 - Slide
Una canción: A Dios le pido
Slide 28 - Slide
Deberes
- Hacer Paso Adelante 2 pág. 28 ej. 27, 28,
- Estudiar en Quizlet:
https://quizlet.com/823926754/spaans-meestgebruikte-woorden-bij-eindexamen-a-e-flash-cards/
Slide 29 - Slide
FIN DE LA CLASE
gracias por tu atención
Slide 30 - Slide
More lessons like this
Unidad 3: subjuntivo
May 2022
- Lesson with
18 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Unidad 3: subjuntivo
December 2022
- Lesson with
14 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
PA4 Cap 3 subjuntivo + ej 30-31
March 2021
- Lesson with
18 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Unidad 3: subjuntivo
December 2021
- Lesson with
16 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Unidad 3: subjuntivo
April 2023
- Lesson with
17 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
SEMANA 08 - USOS DEL SUBJUNTIVO
October 2023
- Lesson with
33 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
5V USOS DEL SUBJUNTIVO
April 2024
- Lesson with
35 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
USOS DEL SUBJUNTIVO
February 2024
- Lesson with
31 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5