2 vmbo-kgt 1.5 Je gezondheid: drugs

• Biologie / Verzorging
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

1.5 Drugs

wat gaan we vandaag doen?

herhalen 1.4 Roken

vapen en e-sigaret

leerdoelen vandaag

nieuwe theorie: 1.5 Drugs

zelf aan de slag

herhalen leerdoelen

leerdoelen vandaag (1.4)

Belangrijkste begrippen:

- redenen waarom jongeren wel of niet roken

- de 3 schadelijke stoffen in tabaksrook 

- gevolgen van het gebruik van tabak

1.4 Roken

roken = het inademen en uitblazen van rook van tabak

Tabak wordt gemaakt van de tabaksplant.

Als je rookt adem je allerlei schadelijke stoffen in.

Tabak bevat nicotine, teer en koolstofmonoxide.

1.4 Roken

In tabak zit nicotine. Hierdoor voel je je goed als je rookt.

Helaas is nicotine ook verslavend.

Hoe meer nicotine in een sigaret, hoe groter de kans op rokersziekten.

In tabak zit ook teer. Dit is een zwarte kleverige stof. Deze teer blijft plakken in je luchtpijp en longen. Hierdoor kunnen je longen minder zuurstof opnemen. Je gaat hoesten (rokershoest) en krijgt het benauwd. Van teer kan je ook kanker krijgen.

1.4 Roken

Als je rookt, adem je koolstofmonoxide in.

Door deze stof kan het bloed minder goed zuurstof vervoeren.

Daardoor krijg je een slechtere conditie.

schooltv.nl

leerdoelen vandaag (1.5 drugs)

Aan het einde van de les:

- kan je drugs verdelen in groepen, de werking beschrijven en voorbeelden noemen

- kan je omschrijven wat cannabis is

- kan je de effecten noemen van het gebruik van cannabis op korte en op lange termijn

1.5 Drugs

drugs zijn genotmiddelen die je gedrag kunnen beinvloeden

Je kan drugs onderverdelen in:

- harddrugs (verboden)

- softdrugs (coffeeshop)

1.5 Drugs

drugs = stoffen waardoor je gevoelens en gedrag veranderen

Er zijn verschillende soorten drugs:

- verdovende middelen (ontspannen, slaperig): heroine, GHB en slaapmiddelen
- stimulerende middelen (wakker, actief): cocaine en XTC (partydrugs)

- bewustzijnsveranderende middelen (hallucineren): cannabis, lsd en paddo's (tripmiddelen)

1.5 Drugs

Er zijn veel verschillende soorten drugs.

Cannabis staat beschreven in je boek en moet je kennen!

Over welke andere drugs wil je nog meer weten??

Dan zoek ik informatie/filmpjes voor de volgende les.

1.5 Drugs

cannabis (hennepproducten):

- gemaakt van de hennepplant

- wiet (marihuana) of hasj

- roken: blowen (joint/stickie)

- eten: spacecake

1.5 Drugs

effecten van cannabis:

- versterkt je stemming

- high (licht gevoel in je hoofd)

- stoned (armen en benen voelen zwaar aan)

- je beleeft dingen anders

- vreetkick (enorme honger)

- lachkick (slappe lach)

- flippen (misselijk/duizelig gevoel na gebruik, paniekaanval)

- concentratie neemt af

1.5 Drugs

cannabis en je gezondheid:

- je kan er geestelijk van afhankelijk worden

- steeds meer nodig voor hetzelfde effect (gewenning)

- blowen: rokersziekten zoals longkanker en bronchitis

- onregelmatig ongesteld bij meisjes

- afname van productie van zaadcellen bij jongens

 

In de rook van een joint zitten meer kankerverwekkende stoffen dan in tabaksrook!!!!

VRAGEN??

zelf aan de slag

1.5 Drugs: lees de tekst en maak de opdrachten:

opdracht 33 t/m 37 maken