Klas 1H / HV

Montag den 20. Januar 2025
Welkom bij de les Duits!

1 / 39
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Montag den 20. Januar 2025
Welkom bij de les Duits!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Was machen wir heute?
Herhaling der, die, das 
Uitleg rangtelwoorden / Jaargetijden
Oefenen in LessonUp 
Huiswerk
Einde les

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat zijn rangtelwoorden?

  • Een hoofdtelwoord geeft een aantal of een nummer weer. Voorbeelden: een, twee, drie, vier

  • Een rangtelwoord geeft de rangvolgorde in een rij weer. Voorbeelden: eerste, tweede, derde, vierde.

Slide 5 - Slide

Rangtelwoorden Duits
* Tot en met 19 zet je -te achter het uitgeschreven getal, 
      bijv.: vierte
* Vanaf 20 zet je -ste achter het uitgeschreven getad,
      bijv.: einundzwanzigste
* Uitzonderingen:
      erste        siebte
      dritte       achte

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
mensen, dieren, dingen (de, het, een-woorden)
B
een woord dat aangeeft dat iemand zelfstandig is
C
hetzelfde als een werkwoord

Slide 11 - Quiz

Zelfstandig naamwoorden
A
hoofdletter
B
geen hoofdletter

Slide 12 - Quiz

Welke woord is een zelfstandige naamwoorden?
A
Freund
B
wohnen
C
schön
D
gut

Slide 13 - Quiz

In het Nederlands kennen we: de + het
Welke bepaalde lidwoorden kennen we in het Duits?

Slide 14 - Open question

Welk lidwoord gebruiken we voor MANNELIJKE zelfstandig naamwoorden?

Slide 15 - Open question

Mannelijk (der)
1. Mannelijke persoons- en dierennamen
der Stier, der Junge, der Bruder 

Slide 16 - Slide

Welk lidwoord gebruiken we voor VROUWELIJKE zelfstandig naamwoorden?

Slide 17 - Open question

Vrouwelijk (die)
1. vrouwelijke persoons- en dierennamen
die Katze, die Mutter, die Lehrerin

2. Zakennamen (dingen) die eindigen op -e
die Toilette, die Adresse, die Klasse, die Pause

Slide 18 - Slide

Vrouwelijk (die) - vervolg
3. Zelfstandig naamwoorden die eindigen op



- heit
- keit
-schaft
- ung
die Freiheit, die Einheit 
die Möglichkeit
die Mannschaft, die Freundschaft 
die Übung, die Prüfung

Slide 19 - Slide

Welk lidwoord gebruiken we voor ONZIJDIGE zelfstandig naamwoorden?

Slide 20 - Open question

Onzijdig (das)
1. het-woorden in het Nederlands
das Lied, das Pferd, das Fenster

2. Zelfstandig naamwoorden die eindigen op 

-chen
-lein
das Mädchen, das Löffelchen
das Fräulein, das Büchlein

Slide 21 - Slide

Katze
der/die/das
1/5
A
der
B
die
C
das

Slide 22 - Quiz

Sohn
der/die/das
3/5
A
der
B
die
C
das

Slide 23 - Quiz

Suppe
der/die/das
5/5
A
der
B
die
C
das

Slide 24 - Quiz

Mutter
der/die/das
2/5
A
der
B
die
C
das

Slide 25 - Quiz

Großvater
der/die/das
3/5
A
der
B
die
C
das

Slide 26 - Quiz

Mädchen
der/die/das
4/5
A
der
B
die
C
das

Slide 27 - Quiz

Ik begrijp de duitse lidwoorden
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

is 'vier' een rangtelwoord?
A
ja
B
nee

Slide 29 - Quiz

Hoe schrijf je het rangtelwoord 2e in het Duits?
A
zweite
B
zweiste
C
zweide
D
zweitste

Slide 30 - Quiz

Hoe schrijf je het rangtelwoord 3e in het Duits?
A
dreite
B
dreide
C
dritte
D
drittste

Slide 31 - Quiz

Hoe schrijf je het rangtelwoord 7e in het Duits?
A
siebente
B
siebte
C
siebde
D
siebenste

Slide 32 - Quiz

Kies de juiste vorm van het Duitse rangtelwoord: 8e


A
achtte
B
achte
C
achtste

Slide 33 - Quiz

Kies de juiste vorm van het Duitse rangtelwoord: 1e

A
einste
B
einsste
C
erste
D
eerste

Slide 34 - Quiz

Hausaufgaben
Kapitel 1 
Maken: blz. 41, 42 / Opdracht 10, 11
Leren: Lernbox, blz. 51: Lektion 6 (de maanden) NL-DU 

Slide 35 - Slide

Pak je laptop

Digitale Leeromgeving Na Klar:
Je mag de woorden gaan leren van de Lernbox 

Slide 36 - Slide

Goed gewerkt in de les?
-> tijd voor leuke dingen

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide