herhalingsles

NASK
Klas 3 - basis
Hoofdstuk 2: Licht en beeld
1 / 29
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

NASK
Klas 3 - basis
Hoofdstuk 2: Licht en beeld

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 2
2.1 - Licht en kleuren zien
2.2 - Licht en schaduw
2.3 - Spiegelbeelden
2.4 - Lenzen
2.5 - Brillen en contactlenzen

Slide 2 - Slide

Waar komen kleuren vandaan?
'Wit zonlicht' is een mengsel van alle kleuren van de regenboog. 
Dit spectrum kun je zien als de kleuren uit elkaar worden getrokken.

Slide 3 - Slide

Infrarood (IR)
Warmtestraling

  • Zon
  • Sauna
  • Camera/Foto
  • Afstandsbediening

Slide 4 - Slide

Ultraviolet (UV)
Zorgt ervoor dat je bruin wordt

  • Zon
  • Zonnebank
  • Geld controleren

Slide 5 - Slide

Welke kleur zit NIET in het spectrum?
A
Oranje
B
Indigo
C
Bruin
D
Violet

Slide 6 - Quiz

1
2
3
4
5
6
7
Groen
Geel
Rood
Indigo
Violet
Blauw
Oranje

Slide 7 - Drag question

Door welke straling voel je de warmte van de zon?
A
Infrarood
B
Ultraviolet
C
Gammastraling
D
Wifistraling

Slide 8 - Quiz

Terugkaatsen / Absorberen
Waarom zien wij kleuren?

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Hoe ziet deze roos eruit bij ....
Wit licht   

Rood licht

Groen licht

Blauw licht

Slide 11 - Slide

Schaduw
Hoe ontstaat een schaduw?

3 dingen nodig voor een schaduw:
  • Lichtbron
  • Een voorwerp (ondoorzichtig)
  • Een scherm (muur/vloer)

Slide 12 - Slide

Kernschaduw / Halfschaduw

Slide 13 - Slide

Hoe wordt licht teruggekaatst?
Spiegelend = Terugkaatsen in één richting

Verstrooid (diffuus) = Terugkaatsen in alle richtingen

Slide 14 - Slide

De Spiegelwet
Hoek van inval = Hoek van terugkaatsing

Slide 15 - Slide

Het spiegelbeeld
Afstand tussen voorwerp en spiegel = voorwerpsafstand
Afstand tussen spiegelbeeld en spiegel = beeldafstand

Voorwerpsafstand = Beeldafstand

Slide 16 - Slide

Wat kun je zien in een spiegel?
Gezichtsveld = Alles wat je in een spiegel kan zien. 

Slide 17 - Slide

In welke apparaten zitten lenzen?

Vergrootglas
Telefooncamera
Fotocamera
Microscoop
Telescoop
Brillen

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Welke lenzen zijn bolle lenzen
A
A en B
B
C en D
C
A en B en E
D
C en D en E

Slide 20 - Quiz

Bolle lens (positief):
Convergeren
Lichtstralen komen samen in het brandpunt


Holle lens (negatief):
Divergeren

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Hoe heet de afstand tussen de ooglens en het netvlies
A
Brandpuntsafstand
B
Beeldafstand
C
Voorwerpsafstand

Slide 23 - Quiz

Het oog
Pupil kan groter of kleiner worden.
  • Veel of weinig licht


Lens kan boller of platter worden -> Accommoderen
  • Dichtbij of ver weg

Ver weg = platte lens
Dichtbij = bolle lens

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Wat gebeurt er wanneer je oog accomodeert
A
Dan knippert je oog zodat het niet droog wordt
B
Dan wordt je pupil kleiner zodat er minder licht door kan
C
Dan wordt je pupil groter zodat er meer licht door kan
D
Dan stelt je ook scherp

Slide 26 - Quiz

Wanneer is iemand bijziend
A
Als hij voorwerpen dichtbij scherp ziet
B
Als hij voorwerpen verweg scherp ziet
C
Als hij in het donker scherp ziet

Slide 27 - Quiz

Wanneer ben je verziend?

Slide 28 - Open question

Ik snap H2 al goed
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll