8.1 Deviant op weg naar 1F - Thema 8 Hobby's - Moeilijke woorden

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Nederlands

Thema 8 Hobby's - hoofdstuk 1

Moeilijke woorden

Doel

-Aan het einde van de les ken je de woorden van het thema werk

-Aan het einde van deze les kun je de woorden gebruiken in een zin.

-Aan het eind van de les kun je de moeilijke woorden en betekenissen in een voorbeeldzin zetten.

Start

blz 273 en 274

We lezen samen de moeilijke woorden en de betekenissen.

Zijn er woorden waar je nog vragen over hebt?

                          Moeilijke woorden.

De activiteit

Wat er te doen is of waar je mee bezig bent.

Het concert

Een muziekoptreden, van bijvoorbeeld een zangeres of een band.

Creatief

Goed zijn in het maken of verzinnen van nieuwe dingen.

Het evenement

Een gebeurtenis voor een groot publiek.

De hobby

Dat wat je graag in je vrije tijd doet.

De interesse

Dat wat je leuk vindt en waar je meer over wilt weten.

Ontspannen

Heel rustig zijn en je prettig voelen.

Het plezier

Iets leuk vinden.

Het talent

Als je iets uit jezelf goed kunt.

De tijdsbesteding

Hoe jij jouw tijd doorbrengt.

Uitgaan

Ergens voor jouw plezier heengaan, bijvoorbeeld naar een café.

De vereniging

Een groep mensen die samen iets willen doen of bereiken.

De voldoening.

Het tevreden gevoel dat je over iets hebt.

Zich vermaken

Plezier hebben.

Zich vervelen

Nergens zin in hebben of niet weten wat je wilt doen.

Samen oefenen

Even kijken hoeveel woorden je al kent.

Je krijgt zo een aantal vragen en opdrachten.

Doel is om te checken wat je al weet.

Welk woord hoort bij deze betekenis:
"Goed zijn in het maken of verzinnen van nieuwe dingen".

1. Creatief
2. De hobby
3. Het zelfvertrouwen
4. Ontspannen

Welk woord hoort bij deze betekenis:
"Als je iets uit jezelf goed kunt."

1. Zich vermaken
2. Het talent
3. De vereniging
4. Uitgaan

Wat betekent het woord:
"Vervelen"

Wat betekent het woord:
"Het plezier"

Maken

Opdracht 3 blz 275 en 276:

Lees de moeilijke woorden door.
Maak een voorbeeldzin met elk woord en schrijf deze op.

Opdracht 5 blz 276 en 277:

- Lees de moeilijke woorden nog een keer.

- Lees dan de betekenissen door.
- Vul boven elke betekenis het woord in.
- Schrijf daaronder een voorbeeldzin.

Nakijken en bespreken

We bespreken de opdrachten  die jullie hebben gemaakt.
Dit zijn: Opdracht 3 en opdracht 4 .

Studiemeter:

-Ga naar: Studiemeter

-Log jezelf in.

-Ga naar Nederlands - Via Starttaal online - Via vooraf op weg naar 1F - Thema 8 Hobby - Moeilijke woorden

 

-Maak ALLEEN Woordenschat.

Klaar?!! -> Maak de woordzoeker.

Hoe ging het?

Ken je de woorden van het thema Hobby?

Kun je de woorden gebruiken in een zin?